Week 1B - P2 - Pruiken en problemen in de 18e eeuw

Hoofdstuk 6
Nieuwe ideeën, nieuwe tijden

Paragraaf 2: . Pruiken en problemen in de achttiende eeuw
Welkom bij geschiedenis!
Tekst
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6
Nieuwe ideeën, nieuwe tijden

Paragraaf 2: . Pruiken en problemen in de achttiende eeuw
Welkom bij geschiedenis!
Tekst

Slide 1 - Tekstslide

Onze afspraken
  1. In onze klas mag je altijd een vraag stellen. 
  2. Rust in de klas                                        - Als ik uitleg -> stilte.                          - Geconcentreerd werken -> stilte
  3. Telefoon, jassen, petten en AirPods zijn niet zichtbaar zonder mijn toestemming. 
  4. Vertrouwen

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning
  • Lesdoelen
  • Herhaling en vragen
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoel vragen
  • bespreken lesdoelen
Lesplanning en huiswerk

Lesdoelen en opdracht

Oefenvragen

Instructie
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk

Maken:                            §2 - (t/m 5c)
Leren:                              §2.1
Wanneer inleveren:   Voor de volgende les
Waar inleveren:           tijdvoorgeschiedenis.nl

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt continuïteit en verandering onderscheiden.
  • Je kunt uitleggen waarom het bestuur van Lodewijk XVI in de problemen komt.
  • Je kunt de standenmaatschappij in eigen woorden uitleggen.
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 5 - Tekstslide

Frankrijk is nu een republiek, wat is een republiek?
A
Een republiek is een land zonder burgers
B
Een republiek is een land zonder geloof
C
Een republiek is een land zonder koning
D
Een republiek is een land zonder armoede

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een revolutie?
A
Een kleine verandering waar veel mensen mee te maken hebben.
B
Een kleine verandering waar weinig mensen mee te maken hebben.
C
Een grote verandering waar weinig mensen mee te maken hebben.
D
Een grote verandering waar veel mensen mee te maken hebben.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is Continuiteit
A
Een situatie waarin alles hetzelfde blijft
B
Een situatie waarin dingen anders verlopen
C
Een situatie waarin dingen niet lopen zoals geplanned
D
Een situatie waarin dingen lopen zoals geplanned

Slide 8 - Quizvraag

Wat is centralisatie?
A
Besturen vanuit één plek
B
Zelfvoorzienend
C
Feodalisme
D
Overal dezelfde wetten

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het absolutisme?
A
De koning heeft alle macht en hoeft enkel verantwoording af te leggen aan God
B
De koning heeft alle macht, ministers zijn er om te adviseren
C
De koning laat de adel in Versailles wonen om zo zijn macht uit te oefenen
D
De koning kan alleen beslissen om oorlogen te voeren

Slide 10 - Quizvraag

Frankrijk en de koning
  • Lodewijk XIV de absolute macht (ancien regime). 
  • Droit divin.  
  • Veel problemen in Frankrijk:
De staatskas was leeg en de staatsschuld nam toe.

Verschillende oorlogen kostten de staatskas veel geld.
Het luxe hofleven in Versailles moest betaald worden.
De inkomsten van belastingen vielen tegen.
De adel en geestelijkheid weigerden belastingen te betalen. Adel en geestelijkheid vonden dat dit de verantwoordelijkheid was van het volk, dat steeds armer werd. Het volk kon dit ook niet meer opbrengen.
Het bestuur en leger functioneerden slecht.

Lodewijk XV en XVI hadden weinig interesse in het bestuur en namen daarom vaak verkeerde beslissingen.
De adel en geestelijken hadden veel politieke macht. Wetten die door de koning werden opgesteld, werden dus niet overal doorgevoerd.
Er waren te weinig goede ambtenaren.
Het leger raakte verzwakt door te weinig investeringen.
De standenmaatschappij zorgde voor ongelijkheid en onvrede.

De uit de middeleeuwen stammende standenmaatschappij was voordelig voor de geestelijkheid (Eerste Stand) en de adel (Tweede Stand). Het overgrote deel van de bevolking (97%) behoorde tot de boeren en stedelingen (Derde Stand) die in welvaart, belastinginning, rechtspraak, bestuursinspraak achtergesteld waren. De boeren en burgers eisten dat daar verandering in zou komen.
Begrippen:
  • Droit Divin
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 11 - Tekstslide

Financiële Problemen
  • De staatskas was leeg 
  • Hoge staatsschuld 
  • Verschillende oorlogen 
  • Het luxe hofleven in Versailles 
  • Weinig inkomsten van belastingen door standenmaatschappij
Het bestuur en leger functioneerden slecht.

Lodewijk XV en XVI hadden weinig interesse in het bestuur en namen daarom vaak verkeerde beslissingen.
De adel en geestelijken hadden veel politieke macht. Wetten die door de koning werden opgesteld, werden dus niet overal doorgevoerd.
Er waren te weinig goede ambtenaren.
Het leger raakte verzwakt door te weinig investeringen.
De standenmaatschappij zorgde voor ongelijkheid en onvrede.

De uit de middeleeuwen stammende standenmaatschappij was voordelig voor de geestelijkheid (Eerste Stand) en de adel (Tweede Stand). Het overgrote deel van de bevolking (97%) behoorde tot de boeren en stedelingen (Derde Stand) die in welvaart, belastinginning, rechtspraak, bestuursinspraak achtergesteld waren. De boeren en burgers eisten dat daar verandering in zou komen.
Begrippen:
  • Staatschuld
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 12 - Tekstslide

Bestuurlijke Problemen
  • Lodewijk XV en XVI hadden weinig interesse in het bestuur 
  • De adel en geestelijken hadden veel politieke macht. 
  • Wetten werden niet overal doorgevoerd.
  • Er waren te weinig goede ambtenaren.
  • Het leger raakte verzwakt door te weinig investeringen.
  • De standenmaatschappij zorgde voor ongelijkheid en onvrede.

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 13 - Tekstslide

Standen-maatschappij
  • De Geestelijkheid (Eerste Stand) 
  • De Adel (Tweede Stand). 
  • De bevolking (97%) (Derde Stand) 

Bevolking: 
  • Weinig welvaart, 
  • Wel belasting betalen 
  • Geen inspraak 
  • De boeren en burgers eisten verandering.
Begrippen:
  • Standen-maatschappij
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 14 - Tekstslide


1e stand

Geestelijkheid

geen belasting betalen

2e stand

Adel

geen belasting betalen

3e stand

Boeren en burgers

* betalen belasting
* geen privileges
  (= voorrechten)
De standenmaatschappij

Slide 15 - Tekstslide

Standenmaatschappij 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht(en)

Maken: §2 -Pruiken en problemen in de achttiende eeuw


  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Maken: §2. t/m 5C
Leren: §2.1
Wanneer inleveren: Voor de volgende les
Waar inleveren: Tijd voor geschiedenis

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 18 - Tekstslide

Wie weigerden belastingen te betalen en vonden dat het de verantwoordelijkheid van het volk was?
A
De staatskas
B
Versailles
C
Het volk
D
Adel en geestelijkheid

Slide 19 - Quizvraag


Wat was geen stand uit de standenmaatschappij?
A
Adel
B
Geestelijken
C
Boeren
D
Bourgeoisie

Slide 20 - Quizvraag

Wat is GEEN reden voor de lege staatskas en toenemende staatsschuld?
A
Het luxe hofleven in Versailles
B
Adel en geestelijkheid weigerden belastingen te betalen
C
Verschillende oorlogen
D
Het geld werd minder waard door tegenvallende handel.

Slide 21 - Quizvraag

standenmaatschappij is
A
een maatschappij waar iedereen gelijke rechten heeft
B
Een maatschappij die is opgedeeld in twee standen; Vrije rijke mensen en arme niet rijke mensen.
C
Een maatschappij die is opgedeeld in drie standen: , Geestelijkheid, Adel en Burgers
D
Ee maatschappij die bestaat uit Adel, Geestelijken, boeren en burgers, maar de koning is de baas

Slide 22 - Quizvraag

Wat gebeurde er met het leger door te weinig investeringen?
A
Het leger werd sterker
B
Het leger werd goed uitgerust
C
Het leger raakte verzwakt
D
Het leger werd gereorganiseerd

Slide 23 - Quizvraag

Welke groep had veel politieke macht en zorgde ervoor dat wetten van de koning niet overal werden doorgevoerd?
A
Geestelijken
B
Adel
C
Ambtenaren
D
Leger

Slide 24 - Quizvraag

Sleep de onderdelen van de standensamenlevingnaar de juiste plek.  
Geestelijken
Edelen
Boeren en burgers
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand

Slide 25 - Sleepvraag

Lesdoelen
  • Je kunt continuïteit en verandering onderscheiden.
  • Je kunt uitleggen waarom het bestuur van Lodewijk XVI in de problemen komt.
  • Je kunt de standenmaatschappij in eigen woorden uitleggen.
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 26 - Tekstslide