- Lodewijk XIV de absolute macht (ancien regime).
- Droit divin.
- Veel problemen in Frankrijk:
De staatskas was leeg en de staatsschuld nam toe.
Verschillende oorlogen kostten de staatskas veel geld.
Het luxe hofleven in Versailles moest betaald worden.
De inkomsten van belastingen vielen tegen.
De adel en geestelijkheid weigerden belastingen te betalen. Adel en geestelijkheid vonden dat dit de verantwoordelijkheid was van het volk, dat steeds armer werd. Het volk kon dit ook niet meer opbrengen.
Het bestuur en leger functioneerden slecht.
Lodewijk XV en XVI hadden weinig interesse in het bestuur en namen daarom vaak verkeerde beslissingen.
De adel en geestelijken hadden veel politieke macht. Wetten die door de koning werden opgesteld, werden dus niet overal doorgevoerd.
Er waren te weinig goede ambtenaren.
Het leger raakte verzwakt door te weinig investeringen.
De standenmaatschappij zorgde voor ongelijkheid en onvrede.
De uit de middeleeuwen stammende standenmaatschappij was voordelig voor de geestelijkheid (Eerste Stand) en de adel (Tweede Stand). Het overgrote deel van de bevolking (97%) behoorde tot de boeren en stedelingen (Derde Stand) die in welvaart, belastinginning, rechtspraak, bestuursinspraak achtergesteld waren. De boeren en burgers eisten dat daar verandering in zou komen.