1C - P1 - week 5 - les 1 - H12 en H3

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)

Slide 1 - Tekstslide

- Lezen
- Kort HW bespreken
- H3 - Overtuigen en beschouwen


Doel:
- Je kent doelen waarom een schrijver een tekst maakt
- Je herkent een overtuigende en beschouwende tekst

Vandaag in de les:

Slide 2 - Tekstslide

Stillezen
timer
12:30
Leg je HW open op tafel neer

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken opdrachten 1 t/m 9


Meervouden

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het meervoud van:
pizza

Slide 5 - Open vraag

Wat is het meervoud van:
fornuis

Slide 6 - Open vraag

Wat is het meervoud van:
treincoupé

Slide 7 - Open vraag

Wat is het meervoud van:
niveau

Slide 8 - Open vraag

Wat is het meervoud van:
zebra

Slide 9 - Open vraag

Doelen van een tekst

Slide 10 - Tekstslide

De schrijver van een overtuigende tekst wil dat de lezer zijn mening overneemt
Overtuigende teksten
- Betoog
- Argumenten die stelling (mening) ondersteunen
- Ook de andere kant bekijken (tegenargumenten)

Voorbeelden: recensies, column, betoog

Slide 11 - Tekstslide

De schrijver van een beschouwende tekst wil dat de lezer zijn  eigen mening vormt, door voor- en nadelen te benoemen. 
Beschouwende teksten
- De schrijver bekijkt meerdere kanten ergens van

Slide 12 - Tekstslide

Het uur U. Waarom moeten we nu ingrijpen om het milieu te redden? 
Beschouwende en overtuigende teksten
- Is dit een beschouwende of een overtuigende tekst?

Slide 13 - Tekstslide

Lekker laten uitslapen! Hoe nieuwe inzichten in het puberbrein de lesroosters zouden meer moeten beïnvloeden
Beschouwende en overtuigende teksten
- Is dit een beschouwende of een overtuigende tekst?

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk maken: overschat of broodnodig?
Beschouwende en overtuigende teksten
- Is dit een beschouwende of een overtuigende tekst?

Slide 15 - Tekstslide

Leraar: een beroep met veel gezichten
Beschouwende en overtuigende teksten
- Is dit een beschouwende of een overtuigende tekst?

Slide 16 - Tekstslide

Daarom duurzaam
Beschouwende en overtuigende teksten
- Is dit een beschouwende of een overtuigende tekst?

Slide 17 - Tekstslide

IJsberenalarm! De zin en onzin van klimaatbeheer.
Beschouwende en overtuigende teksten
- Is dit een beschouwende of een overtuigende tekst?

Slide 18 - Tekstslide

Wat ga je doen:  
H3: Opdracht 2, 3, 4, 5 (c en d in de les), 6 en 7. 

Wanneer: Deze week
Hoe: werk netjes

Klaar:
- Lees je boek verder/ werk aan je boekopdracht
- Maak je nieuwsbegrip basisles

Aan de slag
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Bespreken opdrachten

Slide 20 - Tekstslide

Werk in tweetallen.

1. Schrijf op wat het meervoud is van bordboom, ton, regen, negen, grens en kind.

2. Welke regels m.b.t. (met betrekking tot, over) de vorming van meervoudsvormen kun je hieruit halen?
 - schrijf twee regels op
Opdracht

Slide 21 - Tekstslide

Werk in tweetallen.

1. Schrijf op wat het meervoud is van bordboom, ton, regen, negen, grens en kind.

2. Welke regels m.b.t. (met betrekking tot, over) de vorming van meervoudsvormen kun je hieruit halen?
 - schrijf twee regels op
Meervoud

Slide 22 - Tekstslide

Noteer hier de twee regels die jullie uit de voorbeelden gehaald hadden.

Slide 23 - Open vraag

Een huis - twee ...
Een appelflap - twee ....
Een toespraak - twee ... 
Een partytent - twee .... 
Een zee - twee....
Meervouden

Slide 24 - Tekstslide

Veel zelfstandig naamwoorden hebben een meervoud op -en.   Dat meervoud kun je op verschillende manieren maken:

- alleen -en erachter    (taart - taarten)
- -en erachter, maar laatste letterverdubbelen (bal- ballen)
- -en erachter, maar klinker weghalen (jaar - jaren)
- -en erachter, maar medeklinker veranderen (huis - huizen)
- het woord eindigt al op -e
    - ee: je zet -ën achter de laatste ee (zeeën)
    - ie:  let op klemtoon: ieën of iën (theorieën - oliën)

Meervouden

Slide 25 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen:

tonnen en tonen

Slide 26 - Open vraag


Slide 27 - Open vraag

Wat is het juiste meervoud van jeugdlid?

A
jeugdlidden
B
jeugdliden
C
jeugdleden
D
jeugdledden

Slide 28 - Quizvraag

Hoe zit dat dan bij woorden die een meervoud op een  -s hebben?

Daar kijk je ook naar de klank!
Als het woord in het enkelvoud een lange laatste klank heeft, hou je die in het meervoud ook lang door de -s er niet aan vast te plakken:

Pindaaaaaa = pinda's         (hint, dit is bij zo goed als alle klinkers het geval)
Autoooooo= auto's              
Meervoud

Slide 29 - Tekstslide

Pindaaaaaa = pinda's             Autoooooo= auto's

Let op, niet alle -s-en moeten met een ' :
- Race = races (die e is niet lang)
- Bezem =bezems (een medeklinker is nooit lang)
- Café = cafés (het streepje op de é maakt hem al lang, dat hoef je niet twee keer aan te geven)
- Etui = etuis (De ui is al een klank die niet kan veranderen, bij dubbele klinkers mag de s er altijd aan vast)
Meervoud

Slide 30 - Tekstslide

Let op:

Ook bij Engelse woorden zit er een verschil in uitspraak, en dus ook in schrijfwijze. 

Hobbyyyyyyyy = hobby's
Gameboy (is ooooii klank en dus een dubbele klinker) = gameboys
Meervoud

Slide 31 - Tekstslide

Als een woord een afkorting is, dan schrijf je het ook met een 's aan het einde:

tv's
pc's 
EK's
Meervoud - afkortingen

Slide 32 - Tekstslide

Welk meervoud is fout:
A
Milieus
B
cavia's
C
Gameboy's
D
pyjama's

Slide 33 - Quizvraag

Welk meervoud is fout:
A
Hobbys
B
Kiwi's
C
havo's
D
WK's

Slide 34 - Quizvraag

Wat ga je doen:  
Lees de regels m.b.t. meervouden goed door (H12)
H12: Maak opdracht  1 t/m 9

Wanneer: Deze les (niet af? - huiswerk)
Hoe: werk netjes

Klaar:
- Leer de regels van  H12
- Leer de woorden van H2 en H12
- Lees je boek verder/ werk aan je boekopdracht

Aan de slag

Slide 35 - Tekstslide

- Theorie en opdrachten H12

- Heb je je boek bij je


Tot dan!

Volgende les: 

Slide 36 - Tekstslide