Week 3 - MC1 -2 : Spijsverteringsstelsel

• Natuurwetenschappen
• Secundair onderwijs

Human Body

Week 3 - MC 1 - Het spijsverteringsstelsel

Human Body

Week 1 - Van cel tot organisme

Week 2 - Spijsvertering

Week 3 - Spijsvertering

Week 4 - Herhaling 

Week 5 - Ademhaling

Week 6 - Uitscheiding

Week 7 -> Bloedsomloop + samenhang stelsels

Week 8-> Toets + jury

Overzicht van de inhouden = verkennen van de leerstof in dit project.

Sleep de plaatjes van klein naar groot (links met het kleinste beginnen)

Cel 

Weefsel

Organisme 

Orgaanstelsel

Orgaan

Een groep organen van een organisme met een eigen taak.

Een groep cellen met dezelfde taak

Een levend wezen 

Een deel van een organisme dat uit weefsels bestaat en 1 of meer functies heeft.

Bouwsteen van elk organisme

Human Body

Week 1 - Van cel tot organisme

Week 2 - Spijsvertering

Week 3 - Spijsvertering

Week 4 - Herhaling 

Week 5 - Ademhaling

Week 6 - Uitscheiding

Week 7 -> Bloedsomloop + samenhang stelsels

Week 8-> Toets + jury

Overzicht van de inhouden = verkennen van de leerstof in dit project.

Voedingsmiddel of voedingsstof?

Sleep de termen naar de juiste categorie

voedingsmiddel

voedingsstof

vitamine C

sinaasappelsap

aardappel

koolhydraat

boterham

eiwit

Welke organen van het
spijsverteringsstelsel ken je al?

Human Body

Week 1 - Van cel tot organisme

Week 2 - Spijsvertering

Week 3 - Spijsvertering

Week 4 - Herhaling 

Week 5 - Ademhaling

Week 6 - Uitscheiding

Week 7 -> Bloedsomloop + samenhang stelsels

Week 8-> Toets + jury

Overzicht van de inhouden = verkennen van de leerstof in dit project.

Succescriteria

• Ik kan de verschillende organen van het spijsverteringsstelsel benoemen
• Ik duid de belangrijkste organen van het spijsverteringsstelsel aan op een afbeelding.
• Ik leg uit hoe de spijsvertering werkt.
• Ik leg uit wat de weg is die het voedsel aflegt doorheen het spijsverteringsstelsel.
• Ik bespreek de algemene functie van het spijsverteringsstelsel.
• Ik bespreek de functie van de verschillende spijsverteringsorganen.

Spijsverteringsstelsel

Sleep de woorden naar de juiste plek.

Slokdarm

Lever

Dikke darm

Galblaas

Maag

Alvleesklier

Dunne darm

Anus

Blinde darm

Welke weg legt het voedsel af? Plaats de woorden in de goede volgorde.

Mondholte

Maag

endeldarm

slokdarm

dikke darm

dunne darm

Wat is het algemene doel van het spijsverteringsstelsel?

1. Voedingsstoffen in stukjes knippen zodat ze in het bloed kunnen worden opgenomen
2. Voedingsmiddelen verkleinen tot voedingsstoffen
3. Voedsel omzetten in energie
4. Afvalstoffen verwijderen uit het lichaam

                                   Spijsverteringsorganen

Waar begint de spijsvertering?

Mondholte

• Tanden
  
• Tong

• Speeksel

Hoeveel tanden heb je in je gebit?
(blijvend gebit)

1. 20
2. 24
3. 32
4. 36

TANDEN

De tanden malen het voedsel in kleine stukjes. 

• makkelijker om door te slikken
• makkelijker om te mengen met spijsverteringssappen

Speeksel

• Het speeksel is het eerste spijsverteringssap. 
• Het bevat enzymen, een soort van kleine schaartjes, die bepaalde delen van het voedsel in kleine stukjes knippen.

De tong

'stuurt' het eten in de mond

mengt het eten met speeksel

 helpt ook met slikken.

Keelholte

Je huig en strotklepje zorgen ervoor dat het voedsel niet naar je neus of je longen kan.

De huig sluit de neusholte af van de mondholte. 

De strotklep sluit de luchtpijp af wanneer je slikt. 

Wat is de huig?

1. 1
2. 2

Hoe noemen we het klepje dat de neusholte kan afsluiten van de mondholte.

1. huig
2. strotklepje

Hoe noemen we het klepje dat de luchtpijp afsluit wanneer je slikt?

1. de huig
2. het strotteklepje

Slokdarm

De slokdarm brengt het voedsel van de keel naar de maag.

• de holte is geplooid en gevuld met slijm
• de slokdarm heeft een dubbele spierlaag

slijm

S

kringspieren

K

lengtespieren

L

Slokdarm

Wat is de functie van de slokdarm

1. verteren van voedsel
2. voedsel naar de maag brengen
3. slijm produceren
4. verteren van koolhydraten

De maag

• De maag kneedt het voedsel.
  
• De maag maakt maagsap. 

De twaalfvingerige darm, de lever en de alvleesklier

Vanuit de maag komt het zure voedsel in de twaalfvingerige darm 

• lever maakt galsap
• galblaas is tijdelijke opslagplaats
• alvleesklier (= pancreas) maakt alvleessap

alvleesklier

A

galblaas

G

twaalfvingerige darm

T

Na de twaalfvingerige darm komt de......

1. Dunne darm
2. Dikke darm
3. Slokdarm
4. Endeldarm

Dunne darm

Na de 12v-darm volgt de 5 meter lange dunne darm.

De dunne darm...

• heeft veel darmplooien
• maakt darmsap
• neemt de verteringsproducten op in het bloed (= stofuitwisseling)

De dunne darm is:

1. ruim 10 meter lang
2. ongeveer 30 cm lang
3. ongeveer 5 meter lang
4. ruim een meter lang

Dikke darm

Onverteerbare resten komen vanuit de dunne darm in de dikke darm terecht.

De functie van de dikke darm is...

• het onttrekken van water (indikken van de resten)

Blinde darm en endeldarm

De resten leggen deze weg af...

• blinde darm met wormvormig aanhangsel 
• endeldarm waar de ontlasting wordt opgeslagen, met de anus als afsluitspier (kringspier)

Blinde darm

B

Endeldarm

A

Spijsverteringsstelsel

Sleep de woorden naar de juiste plek.

Slokdarm

Lever

Dikke darm

Galblaas

Maag

Alvleesklier

Dunne darm

Anus

Blinde darm

Wat is de functie van de organen van het spijsverteringsstelsel waar het voedsel niet passeert?

1. Ze hebben geen functie in het spijsverteringsstelsel.
2. Het voedsel passeert door alle organen van het spijsverteringsstelsel.
3. Ze zorgen voor verteringssappen en dragen zo bij tot de goede werking van het spijsverteringsstelsel

Welke weg legt het voedsel af? Plaats de woorden in de goede volgorde.

Mondholte

Maag

endeldarm

slokdarm

dikke darm

dunne darm

De strotklep sluit de slokdarm af

1. juist
2. fout

De slokdarm ligt vooraan in de keel, voor de luchtpijp

1. juist
2. fout

De peristaltische beweging is de knijpbeweging die het voedsel voortduwt.

1. juist
2. fout

Voedsel gaat door de alvleesklier

1. juist
2. fout

De galblaas slaat maagsap op

1. juist
2. fout