20230918 wn 20230920 Mask BASVMBOLJ4AK vmbo leerjaar 1 Thema's Werk 1.1-3.1

BASVMBOLJ4AK











David Lindenaar
Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie
david.lindenaar@vonknh.nl


Maatschappijkunde
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

BASVMBOLJ4AK











David Lindenaar
Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie
david.lindenaar@vonknh.nl


Maatschappijkunde

Slide 1 - Tekstslide

AFSPRAKEN 
1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een opgeladen laptop, boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.

6. Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

Slide 2 - Tekstslide

Maatschappijkunde: 
Thema's kgt examenkatern Werk

Planning:


18-09:
1.1 De betekenis van werk

20-09:
1.2 Arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden
1.3 Bedrijfscultuur



  
25-09:
1.4 De arbeidsmarkt


27-09:
1.5 Hoe kom je aan werk

02-10:
1.6 Werkloosheid

04-10
1.7 De sociale partners

09-10:
1.8 Verzorgingsstaat

Slide 3 - Tekstslide

Planning 18-09 & 20-09
1.1
De betekenis van werk
pagina 06 - 15
1, 5, 10, 13, 14, 15, 16, 17 + Begrippen en samenvatting
1.2
Arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden
pagina 16 - 25
1, 6, 9, 11, 12, 13, 14, 16 + Begrippen en samenvatting
1.3
Bedrijfscultuur
pagina 26 - 35
1, 6, 8, 9, 11, 12, 13, 14 + Begrippen en samenvatting

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel 18-09 & 20-09
We leren:

1.1.1 Wat is werk?
1.1.2 Wat is arbeidsinhoud?
1.2.1 Wat arbeidsomstandigheden zijn
1.2.2 Wat arbeidsvoorwaarden zijn
1.3.1 Wat arbeidsverhoudingen zijn
1.3.2 Wie de baas is


Slide 5 - Tekstslide

1.1 De betekenis van werk

Slide 6 - Tekstslide

1.1.1 Werk:
alle activiteiten die nuttig zijn voor jezelf en anderen,
maar ook voor de samenleving als geheel.

Waarom werken we?

  1. Werk zorgt voor een inkomen.
  2. Veiligheid, zekerheid, regelmaat
  3. Sociale contacten
  4. Waardering en status
    Status: de manier waarop anderen een beroep waarderen.
  5. Ontplooien


Slide 7 - Tekstslide

1.1.1 Wat is werk?

Het vervullen van de basisbehoeften helpt bij het
ontwikkelen van je identiteit: de persoon die jij
bent, gevormd door al jouw kenmerken en je
ervaringen.

Slide 8 - Tekstslide

1.1.2 Wat is arbeidsinhoud?

Arbeidsinhoud
Wat je precies voor werk moet doen.

Capaciteiten
De kwaliteiten die je hebt om je werk goed te doen.


Slide 9 - Tekstslide

1.1.2 Wat is arbeidsinhoud?

Betaald of onbetaald
Loondienst
Zelfstandige
Vrijwilligerswerk

Wit of zwart
Voor en nadelen aan zwartwerken


Slide 10 - Tekstslide

1.1.2 Wat is arbeidsinhoud?

Slide 11 - Tekstslide

1.2 Arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden

Slide 12 - Tekstslide

1.2.1 Arbeidsomstandigheden


Arbeidsomstandigheden: alles wat te maken heeft met de praktische werksituatie, dat wil zeggen je werkplek.

De regels die te maken hebben met je werkplek staan in de Arbowet: de arbeidsomstandighedenwet.

De Arbeidsinspectie controleert of bedrijven zich aan de Arbowet houden.



Slide 13 - Tekstslide

1.2.1 Arbeidsomstandigheden
Er zijn ook speciale regels in de Arbowet voor
bepaalde groepen. Voor jongeren onder de 18 geldt het Arbeidsbesluit Jeugdigen:

  1. Niet sjouwen met te zware spullen;
  2. Niet werken met lawaai harder dan 90 decibel;
  3. Niet werken met gevaarlijke stoffen en chemicaliën;
  4. Geen eentonig en eenzaam werk doen.

Slide 14 - Tekstslide

1.2.2 Arbeidsvoorwaarden

Arbeidsvoorwaarden: afspraken die gelden als je
ergens werkt.

Als je ergens werkt, ben je een werknemer. Het bedrijf dat jou in dienst heeft genomen is
je werkgever.

Jouw arbeidsvoorwaarden staan in je arbeidscontract. Dat is je individuele arbeidsovereenkomst.

Een aantal afspraken gelden voor een hele bedrijfstak: de collectieve arbeidsovereenkomst (cao).




Slide 15 - Tekstslide

1.2.2 Arbeidsvoorwaarden
Een belangrijke arbeidsvoorwaarde is jouw loon.

In je arbeidscontract staat jouw brutoloon.

Van je brutoloon worden allerlei bedragen afgetrokken. Wat overblijft is je nettoloon.

Er is een minimumloon: dat is het loon dat je in ieder geval moet ontvangen voor je werk.



Slide 16 - Tekstslide

1.2.2 Arbeidsvoorwaarden
Bij ontslag wordt de arbeidsovereenkomst opgezegd.


Meestal is er een opzegtermijn van een paar maanden.

Bij ontslag op staande voet wordt de arbeidsovereenkomst
per direct beëindigd. Bijvoorbeeld bij diefstal.

Volgens de Wet gelijke behandeling mag een werkgever
bij het werk geen onderscheid maken tussen mannen en vrouwen.



Slide 17 - Tekstslide

1.3 Bedrijfscultuur

Slide 18 - Tekstslide

1.3.1 Arbeidsverhoudingen


Arbeidsverhoudingen: de manier waarop collega’s met elkaar omgaan en om de verhouding tussen ondergeschikten en leidinggevenden.

De arbeidsverhoudingen zijn in elk bedrijf anders. Dat noem je de bedrijfscultuur: de normen, waarden, gewoonten en omgangsvormen die er in een bedrijf zijn.

De arbeidsverhoudingen zijn vooral gebaseerd op geschreven regels, zoals wetten. Maar er zijn ook ongeschreven regels.



Slide 19 - Tekstslide

1.3.2 Wie is de baas?

Formele verhoudingen: je positie en bevoegdheden binnen een
bedrijf die officieel, op papier, zijn vastgelegd.

Informele verhoudingen: je positie en bevoegdheden binnen een bedrijf die te maken hebben persoonlijke kenmerken van mensen.

Stijlen van leidinggeven: 
• De autoritaire stijl
• De democratische stijl
• De raadplegende stijl

Slide 20 - Tekstslide

1.3.2 Wie is de baas?

De stijl van leidinggeven heeft invloed op inspraak
en medezeggenschap in een bedrijf.

Bij inspraak mag je meedenken en meepraten.

Medezeggenschap gaat verder dan inspraak.
Bij medezeggenschap mag je meebeslissen.



Slide 21 - Tekstslide

1.3.2 Wie is de baas?
Er zijn drie soorten overleg tussen werknemers en werkgevers.
  

  1. Werkoverleg
  2. Personeelsvergadering
  3. Ondernemingsraad (OR)
Verplicht bij bedrijven met meer dan vijftig werknemers. Een OR heeft mag meestal meepraten, maar heeft soms medezeggenschap.



Slide 22 - Tekstslide

1.3.2 Wie is de baas?

Slide 23 - Tekstslide

Terugblik 18-09 & 20-09
We weten nu:

1.1.1 Wat is werk?
1.1.2 Wat is arbeidsinhoud?
1.2.1 Wat arbeidsomstandigheden zijn
1.2.2 Wat arbeidsvoorwaarden zijn
1.3.1 Wat arbeidsverhoudingen zijn
1.3.2 Wie de baas is


Slide 24 - Tekstslide