Pronomen

Grammatica
Grammatica
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammatica
Grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Pronomen 
1. Demonstratief pronomen
2. Possessief pronomen
3. Personaal pronomen

Slide 2 - Tekstslide

Possessief pronomen

Slide 3 - Woordweb

Possessief pronomen
Ik - mijn
Jij - jouw
Hij - zijn
Zij - haar
U - uw 

Wij - ons/onze
Jullie - Jullie
Zij - hun

Possessief pronomen
Ik --> mijn
Jij --> jouw
Hij --> zijn
Zij --> haar
U --> Uw
Wij --> ons/onze
Jullie --> jullie
Zij --> Hun

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Demonstratief pronomen

Slide 6 - Tekstslide

Possessief pronomen
Ik - mijn
Jij - jouw
Hij - zijn
Zij - haar
U - uw 

Wij - ons/onze
Jullie - Jullie
Zij - hun

Demonstratief pronomen
Hier

Daar
De? --> deze 
Het? --> dit

Pluralis --> deze
De? --> die 
Het? --> dat

Pluralis --> die

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Personaal pronomen

Slide 9 - Tekstslide

Possessief pronomen
Ik - mijn
Jij - jouw
Hij - zijn
Zij - haar
U - uw 

Wij - ons/onze
Jullie - Jullie
Zij - hun

Personaal pronomen
Subject

Ik ga naar de supermarkt.
Ik
Jij
Hij
Zij
U

Wij
Jullie
Zij

Zij is ziek.
Jullie willen naar de bioscoop.

Slide 10 - Tekstslide

Possessief pronomen
Ik - mijn
Jij - jouw
Hij - zijn
Zij - haar
U - uw 

Wij - ons/onze
Jullie - Jullie
Zij - hun

Personaal pronomen
Object
Me
Je
U
Hem
Haar

Ons
Jullie
Ze/hen

Slide 11 - Tekstslide

Possessief pronomen
Ik - mijn
Jij - jouw
Hij - zijn
Zij - haar
U - uw 

Wij - ons/onze
Jullie - Jullie
Zij - hun

Personaal pronomen
Object
Me
Je
U
Hem
Haar

Ons
Jullie
Ze/hen

Ik ga met je naar de supermarkt.
Jullie geven me een cadeau.
We luisteren naar hem.

Slide 12 - Tekstslide

Possessief pronomen
Ik - mijn
Jij - jouw
Hij - zijn
Zij - haar
U - uw 

Wij - ons/onze
Jullie - Jullie
Zij - hun

Personaal pronomen
Subject

Object
Ik
Jij
Hij
Zij
U

Wij
Jullie
Zij

Me
Je
U
Hem
Haar

Ons
Jullie
Ze/hen

Slide 13 - Tekstslide

De docent geeft we de toets.
A
Goed
B
Niet goed

Slide 14 - Quizvraag

Ik ben hier. Waarom ziet de man me niet?
A
Goed
B
Niet goed

Slide 15 - Quizvraag

De man helpt zij.
A
Goed
B
Niet goed

Slide 16 - Quizvraag

Zijn dat Adam en Sarah? Ik ken ze niet.
A
Goed
B
Niet goed

Slide 17 - Quizvraag

Ik heb een probleem. Kun je me helpen?
A
Goed
B
Niet goed

Slide 18 - Quizvraag

Waar ben je? Ik wacht al een uur op jij!
A
Goed
B
Niet goed

Slide 19 - Quizvraag

Wat zegt die man? Ik versta haar niet goed.

A
Goed
B
Niet goed

Slide 20 - Quizvraag

De kinderen zijn op school. Layla haalt hen om 15:00 uur op.
A
Goed
B
Niet goed

Slide 21 - Quizvraag

Wat zegt die man? Ik versta haar niet goed.
A
Goed
B
Niet goed

Slide 22 - Quizvraag

Dit boek is van John. Kun je het boek aan hij geven?
A
Goed
B
Niet goed

Slide 23 - Quizvraag