2H - Kapitel 3: Grammatik E - De derde naamval [Der Dativ]

Herzlich Willkommen!
Donnerstag, den 3. Juni 2021
Was machen wir heute?
1) Wiederholung Satzteile.
2) Grammatik E - Der Dativ [uitleg] + Übungen

Doelen van deze les:
Ik kan in een zin de derde naamval bepalen. 
Ik kan de uitgangen van de derde naamval toepassen bij woorden van de DER- en de EIN-Gruppe.


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen!
Donnerstag, den 3. Juni 2021
Was machen wir heute?
1) Wiederholung Satzteile.
2) Grammatik E - Der Dativ [uitleg] + Übungen

Doelen van deze les:
Ik kan in een zin de derde naamval bepalen. 
Ik kan de uitgangen van de derde naamval toepassen bij woorden van de DER- en de EIN-Gruppe.


Slide 1 - Tekstslide

1e naamval
2e naamval
3e naamval
4e naamval
DATIV
AKKUSATIV
NOMINATIV
GENITIV
onderwerp
meewerkend voorwerp
lijdend voorwerp
bezitsrelatie
WIE/WAT + gezegde
WIE/WAT + gezegde + onderwerp
AAN WIE/ VOOR WIE + gezegde + onderwerp

Slide 2 - Sleepvraag

DER- en EIN-Gruppe 
De man kust de vrouw. / Een man kust een vrouw.
Der Mann küsst die Frau. / Ein Mann küsst eine Frau.

De vrouw kust de man. / Een vrouw kust een man.
Die Frau küsst den Mann. / Eine Frau küsst einen Mann.

De vrouw geeft de man een kus. / Een vrouw geeft een man een kus.
Die Frau gibt dem Mann einen Kuss. / Eine Frau gibt einem Mann einen Kuss.

Slide 3 - Tekstslide

Welke woorden horen bij de DER-Gruppe?

Slide 4 - Woordweb

Welke woorden horen bij de EIN-Gruppe?

Slide 5 - Woordweb

Grammatik A
De derde naamval (Der Dativ)
Gebruik het stappenplan om te bepalen welke uitgang het woord moet krijgen.




Slide 6 - Tekstslide

DER-Gruppe
EIN-Gruppe

Slide 7 - Tekstslide

DER-Gruppe
EIN-Gruppe
m
v
o
mv
1e
der
die
das
die
3e
dem
der
dem
den+n
4e
den
die
das
die
m
v
o
mv
1e
ein
eine
ein
keine
3e
einem
einer
einem
keinen+n
4e
einen
eine
ein
keine

Slide 8 - Tekstslide

Lass uns üben. 
(Laten wij oefenen.)

Slide 9 - Tekstslide

...[A/B].... Supermarkt (m) verkauft Bio-Produkte.
A
Dieser
B
Diese

Slide 10 - Quizvraag

Der Lehrer erzählt ...[A/B]... (mv) eine tolle Geschichte.
A
seine Schüler
B
seinen Schülern

Slide 11 - Quizvraag

Wir brauchen ...[A/B]... Tomaten (mv).
A
keine
B
keinen

Slide 12 - Quizvraag

...[A/B].... Eis (o) ist super lecker!
A
Dies
B
Dieses

Slide 13 - Quizvraag

Die Polizei hat d... Dieb (m) festgenommen.

Slide 14 - Open vraag

Welch... Freund (m) hast du fünf Euro gegeben?

Slide 15 - Open vraag

Ich schenke mein... Oma (v) Blumen zum Geburtstag.

Slide 16 - Open vraag

Vergeet je weektaak van week 22 niet! [zie planner]
Bis Montag! Schönes Wochenende!

Slide 17 - Tekstslide