les 4 en 5 keuzedeel fitness

Trainingsleer hoofdstuk 5
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Trainingsleer hoofdstuk 5

Slide 1 - Tekstslide

Wat is biomechanica ook alweer?
A
krachtenleer
B
bottenleer
C
spierenleer
D
fitness techniek

Slide 2 - Quizvraag

Hoe kun je het moment vergroten? Noem 2 manieren

Slide 3 - Woordweb

Moment berekenen
Een kracht heeft een grote en een richting en aangrijpingspunt.


Formule: M= d x F
Moment = kracht x arm




Slide 4 - Tekstslide

Welke 4 krachten hebben we vorige week besproken?

Slide 5 - Woordweb

Welke is welke?
FZ
Fsp
Fi 
Fn 

Slide 6 - Tekstslide

Opbouw spier

Slide 7 - Tekstslide

1

Slide 8 - Video

01:14
Hoe kon dit voorkomen kunnen worden?
Noem 2 dingen...

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

Krachtproductie 
 Dynamische spierspanning: Afstand tussen origo en insertie varieert
Concentrisch en Excentrisch


Statische spierspanning: afstand tussen origo en insertie blijft gelijk
 Isometrische contractie


Slide 11 - Tekstslide

type 1 en type 2 spiervezels
Slow twitch en fast twitch 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Type 1; slow twitch 

Rode vezels
Bevat veel mitochondriën
Hoge aerobe capaciteit
Duurkracht
Denk aan een koe

Type 2; fast twitch 

Witte vezels
Groter dan type 1
Lage aerobe capaciteit
(Sub) maximale kracht
Denk aan een kip

Slide 14 - Tekstslide

Type 1; slow twitch 

Rode vezels
Bevat veel mitochondriën
Hoge aerobe capaciteit
Duurkracht
Denk aan een koe

Type 2; fast twitch 

Witte vezels
Groter dan type 1
Lage aerobe capaciteit
(Sub) maximale kracht
Denk aan een kip

Slide 15 - Tekstslide

1

Slide 16 - Video

08:12
Fast of slowtwich spiervezels?
A
fast
B
slow

Slide 17 - Quizvraag

2

Slide 18 - Video

01:13
Slow of fast twitch?
A
slow
B
fast

Slide 19 - Quizvraag

01:31
Wat voor sport zou deze man hoogstwaarschijnlijk beoefenen?
A
kogelstoten
B
wielrennen
C
gewichtheffen
D
sprinter

Slide 20 - Quizvraag

Om een lege accu weer op te laden tot een volle accu dienen voedingsstoffen omgezet te worden in ATP.

Koolhydraten: Zetmeel, aardappels, brood, pasta.
Superbenzine
Vetten: Noten, olie, vlees etc.
Diesel
Eiwitten: Vlees, vis, soja, zuivel, bonen, eieren.
Alleen in uitzonderlijke gevallen een brandstof. Vooral een bouwstof. 



Slide 21 - Tekstslide

3 energiesystemen

Welke en voor welke type sport (er) 

Slide 22 - Tekstslide

krachttoename na 8 weken is grotendeels het gevolg van betere inter- en intramusculaire coördinatie


Wanneer pas hypertrofie? 

Wat is hypertrofie? 

hoe krijg je hypertrofie? 

Slide 23 - Tekstslide

Hypertrofie
Doel: spieropbouw en vergroting maximale kracht. 

F: 2-4x per week
I: 70-85% van de 1rm
T: 6-12 Herhalingen, 1-3 series 
T: massa en spierversterkende oefeningen 

Slide 24 - Tekstslide

Volgende week verder! 

Slide 25 - Tekstslide

Les 5 


Trainingsleer 

Slide 26 - Tekstslide

Wat is hypertrofie?
A
Toename in spieren
B
Toename volume van de spiervezels
C
hoge bloeddruk
D
Afname van spiermassa

Slide 27 - Quizvraag

Hoeveel herhalingen moet je maken voor hypertrofie?
A
1- 3
B
3- 6
C
6- 12
D
12- 20

Slide 28 - Quizvraag

Zal een bodybuilder vooral veel slow of fasttwitch spiervezels hebben?
Welke kleur hebben deze vezels dan?
A
Slow twitch wit
B
Fast twitch rood
C
Slowtwitch rood
D
Fast twitch wit

Slide 29 - Quizvraag

Het na beneden bewegen van een dumbell bij de biceps curl noemen we een?
A
Concentrische contractie
B
Excentrische contractie
C
Dynamische contractie
D
Isometrische contractie

Slide 30 - Quizvraag

De sarcomeer bevindt zich in het kleinste gedeelte van de spier, hoe heet dit?
A
spierbundel
B
actine en myosine
C
myofyrbil
D
spiervezel

Slide 31 - Quizvraag

Wat is biomechanica ook alweer?
A
krachtenleer
B
bottenleer
C
spierenleer
D
fitness techniek

Slide 32 - Quizvraag

Wat is myologie?
A
leer van de botten
B
leer van de gewrichten
C
leer van de spieren
D
leer van pezen

Slide 33 - Quizvraag

Noem 4 effecten van krachttraining!

Slide 34 - Woordweb

Effecten van krachttraining 
Verbeterde intramusculaire coördinatie
Verbeterde intermusculaire coördinatie
Hypertrofie, toename spiervezelvolume door het hormoon testosteron
Toename sterkte van de ligamenten
Toename sterkte van de pees
Toename sterkte van het bot
Toename concentratie van ATP, CP en glycogeen 

Slide 35 - Tekstslide

Duurtraining
Definitie: Het vermogen gedurende langere tijd een bepaalde activiteit vol te houden.

Conditie: Alle grond motorische eigenschappen.
Algeheel uithoudingsvermogen = Het functioneren van hart en longen

Wanneer er 1/6 van de totale spiermassa aangesproken wordt, zal er aanspraak worden gedaan op hart en longen. (Dus benen zijn al genoeg!!!!)
Dus je doet door de benen te trainen al meteen aan cardio!



Slide 36 - Tekstslide

Effecten duurtraining 
Normalisering bloeddruk (wanneer verhoogd)
Verbeterde opname suiker in de cellen (preventie diabetes)
Verbetering aerobe capaciteit
Toename (goede) HDL cholesterol
Afname totale cholesterol
Verbetering hartfunctie
Afname lichaamsvet
Afname stress

Slide 37 - Tekstslide

Noem 4 effecten van duurtraining

Slide 38 - Woordweb

Lokaal spier UHV  
Tussen de 20 en 30 herhalingen of meer. Geschikt voor welk type sporter?
 

Welk energiesysteem levert de meeste brandstof?


Verbetert met name de coördinatie en het spierkracht UHV en zorgt voor spierversteviging.


Bij ongetrainde personen zal deze vorm kunnen leiden tot een kleine spiervezelvolume.



Slide 39 - Tekstslide

Spierpijn 

Slide 40 - Tekstslide

Immediate soreness (vroege spierpijn)

Branderig gevoel in de spieren dat ontstaat tijdens of direct na de belasting.

Delayed Onset Muscle Soreness
(verlate spierpijn)

Deze treedt pas op na 24 tot 48 uur na de belasting. 

Oorzaak zijn haarscheurtjes in het bindweefsel van de spier

. Vooral door excentrische contracties

Slide 41 - Tekstslide

Hersteltijd 
Na lange aerobe training:
60% herstel in 10 uur.
Volledig herstel in 2 dagen
Zonder koolhydraatrijke voeding, langer dan 5 dagen.
Zware intervaltraining:
Na 2 uur 39%
Na 5 uur 53%
Na 24 uur volledig herstel
Melkzuur:
50% in 25 min
75% in 75 min



Slide 42 - Tekstslide

Melkzuurverwijdering  
50% in 25 minuten rust.

95% in 75 minuten rust.

Slide 43 - Tekstslide

Tijd over, dan oefentoets maken
16 vragen in teams 

Slide 44 - Tekstslide