Di 05-03-24 oefenen gramm
1 / 20
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Waar
Wanneer
Waarheen
Wohin
Wo
Wann
Slide 6 - Sleepvraag
Wat is de betekenis van hinter?
Slide 7 - Open vraag
Wat is de betekenis van auf?
Slide 8 - Open vraag
Wat is de betekenis van neben?
Slide 9 - Open vraag
Welk vraagwoord en welke naamval?
Sie steht auf dem Podium.
Sie steht auf dem Podium.
A
wo, 3e
B
wohin, 4e
C
wann, 3e
Slide 10 - Quizvraag
Welk vraagwoord en welke naamval?
An diesem Tag kam er.
An diesem Tag kam er.
A
wo, 3e
B
wohin, 4e
C
wann, 3e
Slide 11 - Quizvraag
Welk vraagwoord en welke naamval?
Morgen schwimme ich in dem Schwimmbad.
Morgen schwimme ich in dem Schwimmbad.
A
wo, 3e
B
wohin, 4e
C
wann, 3e
Slide 12 - Quizvraag
Ich parke mein Auto unter d_________ Brücke.
A
die
B
dem
C
der
D
den
Slide 13 - Quizvraag
Das Grillfest findet hinter unser____ Haus statt.
A
unser
B
unserem
C
unseras
D
unseres
Slide 14 - Quizvraag
Die Poster hängen an mein____ Wand (v)
A
meinen
B
meinr
C
meine
D
meiner
Slide 15 - Quizvraag
Vor d_____ Kirche steht ein Baum.
A
der
B
das
C
die
D
dem
Slide 16 - Quizvraag
Das Schiff fährt in ein_____ Fluss(m).
A
einem
B
ein
C
einen
D
eine
