Examentraining schrijven - veel gemaakte fouten

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Les 1: Taalverzorging - veel gemaakte fouten
Les 2: Werkwoordspelling
Les 3: Werkwoordspelling
Les 4: Schrijven - schrijfdoel en doelgroep
Les 5: Een artikel schrijven
Les 6: Een artikel schrijven
Les 7: toets werkwoordspelling, hoofdletters en interpunctie + toets artikel schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Les 1 - doelen
Je leert:
Hoe je teksten kunt herschrijven om ze beter leesbaar te maken.
Welke veelgemaakte fouten er bij spelling worden gemaakt en hoe je deze fouten moet verbeteren.
Welke woorden aan elkaar geschreven moeten worden.
Hoe je een tekst kunt controleren op taalverzorging. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat vind jij moeilijk bij taalverzorging?

Slide 4 - Woordweb

Begrijpelijk zinnen
Het is gewoon zo dat trampoline springen een ideaal alternatief is voor sporten op een harde ondergrond zoals rennen, springen en aerobics, want bij deze sporten heeft de wervelkolom best wel wat te verduren, terwijl bij trampoline springen die impact met 90% is verminderd.

Slide 5 - Tekstslide

Zinnen begrijpelijk maken
  • Maak de zin niet te lang! Lange zinnen bevatten te veel informatie en de kans op grammatica fouten is groter.
  • Vermijd opvulwoorden. Deze woorden voegen niets toe. Veel voorkomende opvulwoorden zijn: eigenlijk, gewoon en misschien. 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kunnen we deze zin dan begrijpelijker maken? Het is gewoon zo dat trampoline springen een ideaal alternatief is voor sporten op een harde ondergrond zoals rennen, springen en aerobics, want bij deze sporten heeft de wervelkolom best wel wat te verduren, terwijl bij trampoline springen die impact met 90% is verminderd.

Slide 7 - Open vraag

Bijvoorbeeld
Trampoline springen is een ideaal alternatief voor sporten op een harde ondergrond; zoals rennen, springen en aerobics. Bij trampoline springen is de impact op de wervelkolom 90% minder dan bij de sporten op een harde ondergrond. 

Slide 8 - Tekstslide

Is deze zin goed geschreven?

ik heb gisteren een hamster gekocht
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Begin- en eindpunt van zinnen
Een zin begint met een hoofdletter en een zin eindigt met een punt, vraagteken of uitroepteken.

Uitzonderingen:
  • 24 uur geleden had ik nog een relatie. (getal)
  • 's Nachts is het rustig op straat.  (apostrof)

Slide 10 - Tekstslide

Komma's en voegwoorden
Als je komma's gebruikt, wordt de tekst leesbaarder. Je zet komma's op de volgende plekken:
  • Tussen twee persoonsvormen. 
  • Tussen twee bijvoeglijke naamwoorden
  • Voor een voegwoord
  • Tussen de delen van een opsomming
  • Bij een leespauze

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeelden komma's
Mijn oma, die al vier honden heeft, gaat vandaag nog een hond adopteren. De nieuwe hond is een kleine, lieve puppy. Ze wilde eigenlijk geen honden meer, maar ze was verliefd geworden op deze hond. Ze heeft gisteren al dingen voor hem gekocht: een riem, een etensbakje en een speeltje. 

Slide 12 - Tekstslide

Hoofdletters
Namen:
  • Voor- en achternaam - Ellen van Dam
  • Voorletters - E.H. van Dam
  • Tussenvoegsel bij een achternaam als er geen naam of voorletters staan - mevrouw Van Dam

Slide 13 - Tekstslide

Hoofdletters
Aardrijkskundige namen en afleidingen daarvan:
  • Werelddelen en landen - Azië, Aziatisch, Engeland
  • Provincies en streken - Limburg, Friezen
  • Plaatsen en wijken - Parijs, Parijzenaren
  • Straten en gebouwen - Euromast, Steenstraat
  • Zeeën, rivieren, kanalen - Middellandse Zee, IJssel
  • Bergen, woestijnen, natuurgebieden - Sahara, Mount Everest

Slide 14 - Tekstslide

LET OP!
Windrichtingen zijn met een kleine letter, aardrijskundigen namen niet. 

Zo krijg je dus:
De wind waait vanuit het westen.
Ik kom uit West-Friesland. 

Slide 15 - Tekstslide

Hoofdletters
Organisaties - Amnesty International, Q-dance
Evenementen - Zwarte Cross, Zomercarnaval
Merken en producten - Samsung Galaxy, Instagram
Feestdagen - Pasen, Suikerfeest
Historische gebeurtenissen - Tweede Wereldoorlog



Slide 16 - Tekstslide

LET OP!!
Kerst, maar kerstdiner en kerstster.
Sinterklaas, maar sinterklaasavond
Feestdagen zijn met een hoofdletter, afleidingen van feestdagen niet.

Woorden die tijd aanduiden zijn met een kleine letter. 
vrijdag, december, zomervakantie

Slide 17 - Tekstslide

Goed
Fout
Januari
meneer Van den Heuvel
oost-Nederland
Dickensfestijn
Kerstvakantie
W.m. Steenhuizen
Prins Willem- Alexanderstraat

Slide 18 - Sleepvraag

Samenstellingen
Een woord dat uit twee of meer woorden bestaat, heet een samenstelling. Kastdeur, driegangenmenu, kerstdiner.

Hoe weet je of het woord aan elkaar moet of niet? Daar zijn heel veel regels voor. 

De basisregel is: schrijf de samenstelling aan elkaar. 

Slide 19 - Tekstslide

Samenstellingen
Koppelteken
  • Bij een klinkerbotsing (functieeisen, functie-eisen)
  • Bij een cijfer of symbool ($-teken, 24-karaats)
  • Bij een afkorting (uv-straling, tv-programma)
  • Bij een aardrijkskundige naam (Rotterdam-Zuid, Utrecht-Centrum)

Slide 20 - Tekstslide

Samenstellingen
Tussen N.
Als het eerste deel van de samenstelling een meervoud heeft op - en, dan komt er in de samenstelling een 'n' te staan.

Krant + artikel > krant: kranten > krantenartikel
Zieke + vervoer > ziek: zieken > ziekenvervoer

Slide 21 - Tekstslide

Samenstellingen
Heeft het eerste deel van de samenstelling zowel een meervoud of - en als op -s. Dan krijg je de 'n' niet.

Ziekte + beeld > ziekte: ziekten, ziektes > ziektebeeld
Gedachte + stroom> gedachte: gedachten, gedachtes > gedachtestroom

Slide 22 - Tekstslide

Samenstellingen
Je krijgt de tussen-n ook niet als:
  • Het eerste deel van de samenstelling geen meervoud heeft (snottebel, rijstevlaai)
  • Het eerste deel van de samenstelling verwijst naar iets waar maar 1 van is (zonnebril, maneschijn)

Slide 23 - Tekstslide

Samenstellingen
Soms krijg je een tussen-s
  • Als je deze in de uitspraak hoort (meningsverschil, koeriersdienst, tevredenheidsonderzoek)

Kun je het niet goed horen? Bijvoorbeeld bij beroep + sector. Vervang het tweede deel van de samenstelling door ene ander woord. Beroep + geheim wordt beroepsgeheim. Dus het is dan ook beroepssector. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Taalverzorging controleren
Controleer na het schrijven van een tekst of:
  • De zinnen begrijpelijk zijn
  • Leestekens correct zijn gebruikt
  • De zinnen grammaticaal correct zijn
  • De werkwoordspelling en algemene spelling correct zijn

Grammatica kun je controleren door de tekst hardop te lezen.

Slide 26 - Tekstslide

Maken
Module schrijven

Slide 27 - Tekstslide