Interpunctie les 2: hoofdletters

hOofdLetTErs
Interpunctie les 2
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

hOofdLetTErs
Interpunctie les 2

Slide 1 - Tekstslide

In welke van de onderstaande zinnen is er GEEN sprake van een citaat?
A
Johan Cruyff begon met zijn speech met "Gelukkig nieuwjaar!"
B
"Elke nadeel heb z'n voordeel."
C
Hij had het over "piel de gallina" toen hij kippenvel bedoelde.
D
Johan Cruyff zei dat toeval logisch is.

Slide 2 - Quizvraag

In welke zin is het citaat correct geschreven.
A
Johan Cruyff zei ooit: "vaak moet er iets gebeuren, voordat er iets gebeurt."
B
Johan Cruyff zei ooit: "Vaak moet er iets gebeuren, voordat er iets gebeurt".
C
Johan Cruyff zei ooit: "Vaak moet er iets gebeuren, voordat er iets gebeurt."
D
Johan Cruyff zei ooit ": Vaak moet er iets gebeuren, voordat er iets gebeurt."

Slide 3 - Quizvraag

In welke zin is het citaat correct geschreven.
A
"Vaak moet er iets gebeuren," zei Johan Cruyff, "voordat er iets gebeurt".
B
"Vaak moet er iets gebeuren," zei Johan Cruyff: "voordat er iets gebeurt".
C
"Vaak moet er iets gebeuren," zei Johan Cruyff, "Voordat er iets gebeurt".
D
"Vaak moet er iets gebeuren": zei Johan Cruyff, "voordat er iets gebeurt".

Slide 4 - Quizvraag

Waar staat de komma op de juiste plaats?
A
"Als wij de bal hebben kunnen hun niet scoren."
B
"Als wij de bal hebben kunnen hun, niet scoren."
C
"Als wij de bal hebben, kunnen hun niet scoren."
D
"Als, wij de bal hebben kunnen hun niet scoren."

Slide 5 - Quizvraag

Waar staat de komma op de juiste plaats?
A
Johan Cruyff, de voetballegende, is opgegroeid in Betondorp.
B
Johan Cruyff de voetballegende, is opgegroeid in Betondorp.
C
Johan Cruyff, de voetballegende is opgegroeid in Betondorp.
D
Johan Cruyff de voetballegende is opgegroeid in Betondorp.

Slide 6 - Quizvraag

Waar staat de komma op de juiste plaats?
A
"Ik maak zelden fouten want ik heb moeite me te vergissen."
B
"Ik maak zelden fouten, want ik heb moeite me te vergissen."
C
"Ik maak zelden fouten want, ik heb moeite me te vergissen."
D
"Ik maak zelden fouten, want ik heb moeite, me te vergissen."

Slide 7 - Quizvraag

Waar staat de komma op de juiste plaats?
A
"Wie de minste fouten maakt wint."
B
"Wie de minste, fouten maakt wint."
C
"Wie, de minste fouten maakt wint."
D
"Wie de minste fouten maakt, wint."

Slide 8 - Quizvraag

Opdracht vandaag: onderzoek en presentatie hoofdletters
  • Maak groepjes (of er worden groepjes voor je gemaakt).
  • Kies een onderwerp (of je krijgt een onderwerp toegewezen).
  • Onderzoek het onderwerp.
  • Maak er een ppt-presentatie van met de theorie (wanneer wel/niet, 3 voorbeelden en 1 controlevraag (heeft de klas het wel begrepen).
  • Presenteer dit aan de klas.

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdletters in het geval van:
  • het begin van een zin
  • personen en organisaties
  •  aardrijkskunde (incl. inwoners, talen, etc.)
  • gebeurtenissen en feestdagen
  • publicaties en evenementen

Slide 10 - Tekstslide

Je kunt hoofdletters oefenen ...
  • ... het boekje van Pak
  • ... met Taalblokken
  • ... op Cambiumned 

Slide 11 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd over hoofdletters, dat je nog niet wist?

Slide 12 - Woordweb