Architectuur van de Romeinse tempel

Architectuur van de Romeinse tempel

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je de verschillende soorten kapitelen van klassieke zuilen beschrijven. Aan het einde van de les kun je de maateenheid 'module' uitleggen en hoe deze gebruikt wordt in klassieke architectuur. Aan het einde van de les kun je het verschil tussen de verschillende bouworde stijlen zoals Dorisch, Ionisch en Korinthisch herkennen.

Wat weet je al over de architectuur van de Romeinse tempel?

De vijf klassieke zuilenordes

Toscaans, Dorisch, Ionisch, Korinthisch, en Composiet.

Het gebruik van de 'module'

Maateenheid in klassieke architectuur om de proporties van een gebouw of element vast te stellen.

Specifieke kenmerken van de kapitelen

Verschillende stijlen van kapitelen afhankelijk van de zuilenorde.

Invloed op latere periodes

Moderne Ionische kapiteel en de invloed van klassieke architectuur op latere perioden.

Definitielijst

Kapiteel: Het bovenste deel van een zuil dat in verschillende stijlen kan worden uitgevoerd afhankelijk van de zuilenorde. Module: Een maateenheid gebruikt in de klassieke architectuur om de proporties van een gebouw of element vast te stellen. Toscaans: Een vereenvoudigde zuilenorde zonder versieringen, verwant aan de Dorische orde. Dorisch: Een van de oudste en meest sobere zuilenordes, herkenbaar aan de eenvoudige kapitelen. Ionisch: Een zuilenorde met volutes (krulvormen) in de kapitelen, elegant en minder streng dan Dorisch. Korinthisch: Een rijk versierde zuilenorde met acanthusbladeren in het kapiteel. Composiet: Een combinatie van de Ionische en Korinthische orde, met zowel volutes als acanthusbladeren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.