Repaso unidad 5

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Imperativo (bevestigend):
Tú-estudiar
A
estudias
B
estudio
C
estudie
D
estudia

Slide 2 - Quizvraag

Imperativo (bevestigend):
leer-vosotros

A
leod
B
leis
C
leed
D
leer

Slide 3 - Quizvraag

Ontkennend:
cerrar-usted

Slide 4 - Open vraag

Bevestigend:
poner-tú

Slide 5 - Open vraag

Ontkennend:
ir-ustedes

Slide 6 - Open vraag

Bevestigend:
poner-vosotros

Slide 7 - Open vraag

Bevestigend:
decir-tú

Slide 8 - Open vraag

Ontkennend:
mirar-tú

Slide 9 - Open vraag

Bevestigend:
quedarse-vosotros

Slide 10 - Open vraag

Ontkennend:
sentarse-ustedes

Slide 11 - Open vraag

Ontkennend:
irse-tú

Slide 12 - Open vraag

Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen hay/ser/estar

Slide 13 - Open vraag

Hay/está(n)
Staat er voor het zelfstandig naamwoord wel een bepaald lidwoord, of een bezittelijk of aanwijzend voornaamwoord? dan gebruik je estar.

"El coche está en el garaje"
"Mi hermano está en el instituto"



Slide 14 - Tekstslide

Hay-está(n)
"Mi casa......... en Dordrecht."

Slide 15 - Open vraag

Hay-está(n)
"En mi barrio.........cinco parques."

Slide 16 - Open vraag

Hay-está(n)
En Madrid.................muchos museos muy importantes.

Slide 17 - Open vraag

Kies hay of estar:
La frutería ___________ al lado del cine.

Slide 18 - Open vraag

Hay of estar:
En la calle La Paz ____ tiendas de ropa.

Slide 19 - Open vraag