Procedures en recht

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Procedures en rechtMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lessonup account 
1. www.lessonup.com / download de app
2. Registeren als leerling
3. Klassencode B98A: urpnn 
4. Gebruik office 365 schoolaccount 123456@edu.rocmn.nl
5. Voer de pincode in! Vraag aan de docent
5. Je zit in de les!

Slide 2 - Tekstslide

Procedures en recht 
Hoofdstuk 3: Surseance van betaling en faillissement

Slide 3 - Tekstslide

WAT IS SURSEANCE VAN BETALING?
Een surseance van betaling houdt in dat de onderneming de betaling van opeisbare schulden mag opschorten, met het doel een faillissement te voorkomen. De onderneming moet hiertoe door de Rechtbank gemachtigd worden, nadat zij de surseance zelf heeft aangevraagd.

De Rechtbank benoemt één of meer bewindvoerders die samen met de ondernemer het vermogen van de onderneming beheren. Het doel van de surseance is de onderneming gelegenheid te bieden om over een tijdelijke financiële malaise heen te komen en naar een oplossing te zoeken in de vorm van het aanbieden van een akkoord.
Komt er geen akkoord tot stand, dan gaat surseance doorgaans over in faillissement.
 



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

1e stadium: voorlopige surseance van betaling
  • Een onderneming vraagt via een advocaat surseance aan bij de rechtbank.
  • De schuldenaar overlegt hierbij een overzicht van baten en lasten en een overzicht van crediteuren (schuldeisers) met hun openstaande vorderingen.
  • De rechtbank stelt een bewindvoerder aan.
  • De rechtbank benoemt een rechter-commissaris benoemd, die toezicht houdt op de bewindvoerder.
  • De rechtbank voert een gesprek met de schuldenaar, de bewindvoerder en de schuldeisers. Daarna beslist hij of hij een definitieve surseance verleent.

Slide 7 - Tekstslide

2e stadium: definitieve surseance van betaling
  • Als een bepaald gedeelte van de schuldeisers akkoord is;
  • Als er geen vermoeden bestaat dat de schuldenaar zal proberen de schuldeisers te benadelen tijdens de surseance;
  • Als er uitzicht is dat de schuldenaar in de toekomst zijn schulden zal betalen.

  • Mogelijkheid 1: de rechtbank verleent definitieve surseance van betaling. De rechtbank bepaalt de tijdsduur, die maximaal anderhalf jaar mag bedragen.
  • Mogelijkheid 2: de rechtbank verleent geen definitieve surseance van betaling en verklaart de schuldenaar failliet. Dit komt het meeste voor omdat de onderneming te lang heeft gewacht met het aanvragen van surseance en het bedrijf niet meer te redden is

Slide 8 - Tekstslide

Hoe surseance van betaling eindigt
  1. Als alle schulden zijn voldaan.
  2. Bij homologatie van een akkoord.
  3. Na het verstrijken van de termijn waarvoor surseance is verleend.
  4. Als het bedrijf failliet wordt verklaard.

Slide 9 - Tekstslide

Noem 2 activiteiten voor een bedrijf om de omzet te vergroten.

Slide 10 - Open vraag

Noem 3 mogelijkheden voor een bedrijf om kosten te beperken.

Slide 11 - Open vraag

Waarom wachten bedrijven te lang met het aanvragen van surseance van betaling?

Slide 12 - Open vraag

Hoelang duurt surseance in het algemeen?
A
6 maanden
B
1 jaar
C
1 jaar 6 maanden
D
2 jaar

Slide 13 - Quizvraag

Op welke van de volgende schuldeisers kan surseance van betaling betrekking hebben?
A
Belastingdienst
B
Een crediteur
C
Een bank

Slide 14 - Quizvraag

Werkboek
Opdracht 1 t/m 10

timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Faillissement

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Faillissement
Als er geen akkoordverklaring met de schuldeisers tot stand komt leidt dit tot het faillissement voor de schuldenaar.
Faillissement = een algemeen beslag op het totale vermogen van een schuldenaar ten gunste van al zijn schuldeisers.
Het doel = alle bezittingen van de schuldenaar te verkopen en de opbrengst te verdelen onder de schuldeisers. Meestal ontvangen zij maar een klein deel van hun vordering of zelfs niets.
Een faillissement kan bij de rechtbank worden aangevraagd door:
1. De schuldenaar zelf
2. Een of meer schuldeisers
3. Het Openbaar Ministerie

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 
Een faillissement verloopt grofweg in drie fasen:
1. Conservatoire fase 2. Verificatiefase 3. Executoriale fase
1. Werk in groepjes van 3.
2. Ga op zoek naar deze 3 fases.
3. Noteer alle belangrijke punten voor je zelf
4. Leg aan je groepsgenoot uit wat het fase inhoud.
5. Docent kies willekeurig studenten uit en vraagt om uitleg over een fase
6. Leerlingen mogen gebruik maken van internet, boek en artikelen.
7. Noem de bronnen op in je uitleg. Maak gebruik van minimaal 2 bronnen


Slide 19 - Tekstslide

Fase 1 in het faillissement: conservatoire fase
  • De schuldenaar mag geen (rechts)handelingen meer verrichten en de zaak gaat op slot;
  • De rechter benoemt een curator, die het beheer voert over de boedel;
  • Er wordt een rechter-commissaris aangesteld die toezicht houdt op de curator;
  • De schuldeisers dienen hun vordering in bij de curator. Hij controleert aan de hand van de boekhouding of andere stukken of deze kloppen. Daarna maakt hij een lijst van alle schuldeisers en hun vorderingen;
  • Als er onvoldoende geld is om de schuldeisers iets te betalen, dan wordt het faillissement opgeheven wegens gebrek aan baten. Dit is dan meteen het einde van het faillissement.

Slide 20 - Tekstslide

Fase 2 in het faillissement: verificatiefase
  • Als het overzicht met vorderingen is gemaakt en er voldoende baten zijn, volgt de verificatiefase.
  • Er vindt een verificatievergadering plaats met de schuldeisers.
  • Tijdens deze vergadering wordt definitief vastgesteld welke vorderingen terecht zijn.
  • De failliet kan een akkoord aanbieden aan de concurrente schuldeisers, bijvoorbeeld dat iedereen een bepaald percentage van zijn vordering krijgt en dat de rest wordt kwijtgescholden.
  • Als de rechtbank een (eventueel opgelegd of dwangakkoord) bekrachtigt, heet dat homologatie van het akkoord.
  • Hierdoor is de failliet van zijn schulden af en kan hij een doorstart maken.
  • Is er geen akkoord, dan gaat de executoriale fase in.

Slide 21 - Tekstslide

Fase 3 in het faillissement: executoriale fase
  • Dit is de fase waarin de failliete boedel wordt verkocht. De opbrengst daarvan wordt verdeeld onder de schuldeisers aan de hand van een door de curator gemaakte uitdelingslijst. Hierop staat wat elke schuldeiser krijgt.
  • De rangorde van schuldeisers bij een faillissement is als volgt:
  • Separatisten: schuldeisers met recht van hypotheek of pandrecht. Zij staan eigenlijk buiten het faillissement; zij kunnen gewoon hun (onder)pand verkopen en uit de opbrengst hun vordering halen. Als de opbrengst niet genoeg is, dan wordt de rest een concurrente vordering.
  • Boedelschulden, zoals salaris van de curator en andere kosten die met het faillissement te maken hebben.
  • Preferente schulden, zoals schulden aan de Belastingdienst en achterstallige lonen en salarissen van werknemers.
  • Concurrente schulden, dit zijn de schulden aan de gewone schuldeisers.
  • Achtergestelde schulden, zoals achtergestelde leningen.

Slide 22 - Tekstslide

Hoe faillissement eindigt
Het faillissement kan op verschillende manieren eindigen:
  • De rechter vernietigt het faillissement als bijvoorbeeld de schuldenaar zijn schulden weer betaalt.
  • Het faillissement wordt opgeheven bij gebrek aan baten (als er onvoldoende baten zijn).
  • Het faillissement eindigt bij homologatie van een akkoord door de rechtbank.
  • Het faillissement eindigt door afwikkeling en vereffening (= dat het beschikbare bedrag wordt verdeeld).

Behalve na een akkoord, is de failliet na het beëindigen van het faillissement niet schuldenvrij. Hij blijft aansprakelijk voor de niet betaalde schulden

Slide 23 - Tekstslide

Taken van een Curator
De positie van de curator lijkt veel op die van ouders of voogd. De curator is de wettelijk vertegenwoordiger van de betrokkene. De curator neemt beslissingen over geld en goederen (financiële zaken). En over de verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding van de betrokkene (persoonlijke verzorging).
Voor praktisch elke handeling en beslissing moet de curator toestemming geven.

Slide 24 - Tekstslide

Taken van een bewindvoerder
  • Aanvragen van bewind en meegaan naar de zitting
  • In kaart brengen van vermogen, inkomsten, uitgaven, bezittingen en schulden
  • Inkomensreparatie, aanvragen van toeslagen en regelen van bankzaken
  • Uitvoeren van betalingen volgens een opgesteld budgetplan
  • Aanvragen van bijzondere bijstand
  • Aanvragen van kwijtschelding van belastingen
  • Doen van belastingaangifte box 1
  • Treffen van betalingsregelingen met schuldeisers (indien mogelijk)
  • Sparen (indien mogelijk)
  • Aanbieden van een telefonisch spreekuur
  • Jaarlijks afleggen van rekening en verantwoording aan de kantonrechter
  • Ontruimingen van woningen en verkoop van onroerend goed
  • Toeleiding naar de schuldhulpverlening (indien mogelijk)
  • Verhuizingen

Slide 25 - Tekstslide

VERSCHIL TUSSEN FAILLISSEMENT EN SURSEANCE VAN BETALING
Surseance:
  • Aanvraag door schuldenaar zelf via advocaat
  • Geen beslag op vermogen
  • Benoeming bewindvoerder
  • Schuldenaar is samen met bewindvoerder beschikkingsbevoegd
  • Schuldenaar krijgt extra tijd om schulden te betalen
Faillissement:
  • Aanvraag door crediteuren of schuldenaar zelf
  • Beslag op vermogen
  • Benoeming curator
  • Schuldenaar is niet meer beschikkingsbevoegd
  • Verkoop boedel ten bate van de schuldeisers

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Wet schuldsanering natuurlijke personen
Wsnp = Wet schuldsanering natuurlijke personen
Voor wie:
  • Natuurlijke personen
  • Eigenaren van een eenmanszaak, maatschap of vennootschap onder firma
Doel:
  • via een Wsnap-traject iemand na enkele jaren weer schuldenvrij krijgen.
Handelswijze:
  • Onder begeleiding van een bewindvoerder moet de schuldenaar enkele jaren (drie tot vijf jaar) leven met een minimuminkomen en moet hij zich zoveel mogelijk inspannen om geld te vergaren voor zijn schuldeisers.
  • Als de schuldenaar zich aan de verplichtingen houdt, dan verklaart de rechter hem aan het einde van de periode schuldenvrij.

Slide 28 - Tekstslide