1. Herhalen gram. 3


Welkom a3t!


Grammatica 3-herhaling
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Welkom a3t!


Grammatica 3-herhaling

Slide 1 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Wat is er blijven hangen van grammatica 1 t/m 3?

  3. Afsluiting en vooruitblik

Slide 3 - Tekstslide

Onderzoeksopdracht
  • Jullie hebben opdracht 9 gemaakt voor in het tto-portfolio.
  • Heeft iedereen deze ook netjes in zijn/haar tto-portfolio gestopt?

Slide 4 - Tekstslide

Waarom is woordjes stampen niet hetzelfde als een taal leren?

Slide 5 - Woordweb


Wat is taalkundig ontleden?
A
Je kijkt naar de soort woorden
B
Je kijkt naar de functie van woorden

Slide 6 - Quizvraag

Grammatica 3

Doel: Je leert hoe je verschillende zinsdelen herkent in een zin.

Slide 7 - Tekstslide

Welke zinsdelen heb je geleerd op de basisschool, in klas 1 en 2?

Slide 8 - Woordweb


Wat is redekundig ontleden?
A
Je kijkt naar de soort woorden
B
Je kijkt naar de functie van woorden

Slide 9 - Quizvraag


Wat hoort bij redekundig ontleden?
A
zelfstandig naamwoord
B
onderwerp
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 10 - Quizvraag

Alle zinsdelen op een rijtje
  • Persoonsvorm (pv)
  • Onderwerp (ond)
  • Werkwoordelijk gezegde (wwg)
  • Naamwoordelijk gezegde (nwg: nd & wd)
  • Lijdend voorwerp (lv)
  • Meewerkend voorwerp (mv)
  • Bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 11 - Tekstslide


Wat is de juiste volgorde van ontleden?
A
pv gez ond andere zinsdelen
B
ond pv gez andere zinsdelen
C
gez pv andere zinsdelen ond
D
gez pv ond andere zinsdelen

Slide 12 - Quizvraag

Verdeel de zin in zinsdelen.

Welke zin is goed?
A
De / meisjes / liepen / gisteren/ over straat.
B
De meisjes / liepen / gisteren /over straat.
C
De meisjes / liepen / gisteren / over / straat.
D
De meisjes liepen / gisteren over straat.

Slide 13 - Quizvraag

Verdeel de zin in zinsdelen.

Welke zin is goed?
A
Onze kat / is helaas / deze zomer / overleden / aan ouderdom.
B
Onze kat / is / helaas / deze zomer / overleden aan ouderdom.
C
Onze kat / is / helaas / deze zomer / overleden / aan ouderdom.
D
Onze kat is / helaas / deze zomer / overleden / aan ouderdom.

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?

Achmed wil graag een zoen geven aan Amira.
A
3
B
5
C
4
D
6

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?

De fiets van mijn broer stond in de schuur van mijn ouders.
A
2
B
4
C
3
D
5

Slide 16 - Quizvraag


Hoeveel zinsdelen heeft de basiszin van 'versturen'?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quizvraag


Hoeveel zinsdelen heeft de basiszin van 'paardrijden'?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quizvraag

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: morgen
  • Huiswerk: LEREN grammatica 3!
  • Meenemen: LAPTOP, leesboek, schrift, pen en boek
  • Programma: grammatica 3: zinsdeelstukken herhalen

Slide 19 - Tekstslide