3GM Hds 3 Par 3 Adolf Hitler aan de macht (deel 1)

Het Interbellum
3.3 Adolf Hitler aan de macht (deel 1)
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het Interbellum
3.3 Adolf Hitler aan de macht (deel 1)

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  1. Terugkoppeling par 1 en 2
  2. Leerdoelen
  3. Theorie
  4. Beeldmateriaal
  5. Nakijken
  6. Leerdoelen nabespreken

Slide 2 - Tekstslide

Terugkoppeling

  • Je weet wat het Dawesplan inhield.
  • Je weet wanneer en wat de beurskrach was.
  • Je weet wat fascisme is en kan enkele voorbeelden noemen. 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je weet de punten van het nationaalsocialisme.
  • Je weet de betekenis van de begrippen antisemitisme, rassenleer, gelijkschakeling en indoctrinatie.
  • Je weet in welk jaar Hitler aan de macht komt in Duitsland. 

Slide 4 - Tekstslide


Bij welk begrip past deze foto goed?
klik om in te zoemen
A
Hyperinflatie
B
Staatsgreep
C
Demilitarisatie
D
Dolkstootlegende

Slide 5 - Quizvraag

De politieke partij van Hitler heet:
A
PVDA
B
SDAP
C
NSDAP
D
BRD

Slide 6 - Quizvraag

Waarom ontstond er een wereldcrisis in 1929?
(2 antwoorden zijn goed)
A
Duitsland kon de herstelbetalingen niet meer doen.
B
In Amerika was er een consumptiemaatschappij ontstaan.
C
Na de beurskrach gingen vele banken failliet.
D
Te veel mensen hadden meer geld geleend dan ze konden terugbetalen.

Slide 7 - Quizvraag

Er was hoge werkeloosheid in de Republiek van Weimar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Theorie

  • Door de economische crisis ging het in Duitsland steeds slechter. 
  • De regering (welke regering..?) stond machteloos! 
  • Daardoor raakten steeds meer mensen geïnteresseerd in de ideeën van de leider van de NSDAP..

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Hitler sprak vol passie over het nationaalsocialisme: een stroming die uitgaat van een sterk leiderschap, nationalisme, militarisme en racisme. Hij benadrukte de volgende punten:

  1. Democratie is verkeerd. Er moet een sterke leider komen.
  2. Geweld gebruiken is toegestaan. 
  3. Duitland is geweldig! Nationalisme.
  4. Duitsland moet weer een sterk leger krijgen. 
  5. Haat tegen joden, = antisemitisme


Slide 11 - Tekstslide

  • Het antisemitisme (jodenhaat) was onderdeel van de rassenleer van de nazi's. Volgens deze leer kun je mensen beoordelen op hun afkomst. Mensen die uit de tijd van de Germanen (Noord- en West-Europa) waren ubermenschen. Door de nazi's Arisch genoemd. Oost-Europeanen en Russen waren niet-arisch. Dit waren untermenschen

  • Rassenleer: idee dat je mensen kunt indelen in rassen, waarbij het ene ras beter is dan het andere. 

Slide 12 - Tekstslide

Het Arische ras
Klik hier
Volgens de Nazi's waren er zes verschillende Arische rassen. Deze poster werd gebruikt op scholen om die verschillen duidelijk te maken. 
Klik hier
De wetenschappers van de nazi's probeerden hun theorie over het Arische ras te bewijzen. Door te meten probeerden ze verschillen tussen joden en Ariërs te vinden. 

Er is in 1938-1939 zelfs een expeditie geweest naar Tibet om de oerariër te kunnen vinden en op te graven.

Wat de nazi's beweren is niet waar. Er is geen wetenschappelijk verschil te vinden tussen 'rassen'. Iedereen die nu leeft is hetzelfde ras mens. We zien er niet allemaal hetzelfde uit maar ons ras blijft hetzelfde. 
Klik hier
Dit is het Arische Noordras. Volgens de Nazi's het beste arische ras dat er is. Blond haar en blauwe ogen. 
Meer weten?
Wil je hier meer over weten klik dan hier. 

Slide 13 - Tekstslide

Propaganda
Propaganda: Film 
Klik voor uitleg
Klik hier
Klik hier als je de Nederlandse versie wilt bekijken.
Klik hier
Dit is: Joseph Goebbels.
Hij was minister van propaganda van de NSDAP.
In hoofdstuk 1 hebben we het al kort over propaganda gehad. Hier een paar voorbeelden van propaganda in de film industrie.
Klik voor uitleg
Klik hier
Dit is een romantische film: Eine Grosse Liebe.
Een liefdesverhaal tussen een gevechtspiloot en een zangeres. 

Slide 14 - Tekstslide

Propaganda: Posters
Klik hier
Deze poster wilt jongeren stimuleren om zich aan te melden bij de Hitlerjugend. 

Wat valt er op?
- Het jongetje heeft blond haar en blauwe ogen. Waar verwijst dat naar?
- De tekst boven aan de poster betekent: ' De jeugd dient de Führer'. 
- De tekst onder aan de poster betekent: ' Alle tienjarige in de hitlerjugend!'. 
Klik hier
Tekst onder aan de poster: Lang leven Duitsland.

Hitler wordt op deze poster als een krachtig leider afgebeeld. Dat komt door de volgende beeld elementen:
  1. Hitler staat centraal in de afbeelding
  2. Hij houd in zijn linkerarm een vlaggenstok met de vlag van nazi's in de lucht,
  3. De adelaar boven het hoofd van Hitler staat symbool voor leiderschap.
  4. Het lijkt bijna alsof de adelaar naar de hemel vliegt, dit komt door het licht. Alsof het god's wil is dat Hitler aan de macht is.
Klik hier
Op deze poster staat:

De Duitse student strijdt voor Führer en volk in de studentenvereniging van de NSDAP.

Ook hier heeft de jongen weer kenmerken van het Arische ras. 

De boodschap is hier dus ook: Sluit je aan bij de organisatie van de NSDAP. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

  • In 1933 wordt Hitler tijdens de verkiezingen gekozen tot rijkskanselier (minister-president). Maar heeft hij in deze functie de volledige macht? 


Slide 17 - Tekstslide

  • Brand in de Rijksdag. Hitler vraagt alle macht om de situatie / de dreiging op te lossen.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

  • De nazi's begonnen een politiek van gelijkschakeling. Het hoofd van een school, jeugdvereniging, sportclub, museum of een andere plaats moest een nazi zijn. Zo gaat iedereen hetzelfde denken, dit is indoctrinatie

Slide 20 - Tekstslide

Beeldmateriaal

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Nakijken
Nakijken opdrachten 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 8. 

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen nabespreken

  • Je weet de punten van het nationaalsocialisme.

  • Je weet de betekenis van de begrippen antisemitisme, rassenleer, gelijkschakeling en indoctrinatie.

  • Je weet in welk jaar Hitler aan de macht komt in Duitsland. 

Slide 24 - Tekstslide

TIJDLIJN < 1933

Slide 25 - Tekstslide

Sovjet-Unie
Italie
Duitsland
Nationaalsocialisme
Communisme
Fascisme

Slide 26 - Sleepvraag

Wat hoort er bij het nationaalsocialisme
Hoort niet bij nationaalsocialisme is iets anders
Antidemocratisch
NSDAP
inflatie
Totalitair
Socialisten
Iedereen is gelijk

Slide 27 - Sleepvraag

Nationaalsocialisme
Rassenleer
Antisemitisme
Duitsland is het beste land dat er bestaat.
Joden zijn de reden dat wij het slecht hebben.
Arische mensen zijn superieur. 
We hebben een sterke leider nodig.
Een Rus is een untermensch
Jodenhaat
Geweld gebruiken is oke.
Geen gevaarlijke mensen
Wel gevaarlijke mensen

Slide 28 - Sleepvraag

Wat is 'antisemitisme'?
A
Sterk gevoel van nationalisme
B
Haat tegen elk vorm van geloof
C
Haat tegen joden
D
Beweging die streeft naar eigen land voor Joden

Slide 29 - Quizvraag

Wat is rassenleer?
A
Verdeling van mensheid in zwakke en sterke rassen
B
Het uitroeien van Joden in Europa
C
De officiële lessen in nazi-scholen
D
streven naar meer land voor het Duitse ras

Slide 30 - Quizvraag

De rassenleer is een belangrijk kenmerk van het nationaal-socialisme.

Welke groep mensen hoort in de rassenleer NIET bij het 'minderwaardige ras'?
A
Zigeuners
B
Joden
C
de gekleurde bevolking in niet-westerse landen
D
Polen

Slide 31 - Quizvraag