Geloven in de wereld VO - Voorbereidingsles

voorbereidingsles
Geloven in de wereld
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Godsdienst+1Middelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Introductie

Een les over religies die wereldwijd verspreid zijn. De les is te gebruiken ter voorbereiding van het programma Geloven in de wereld, in Wereldmuseum Leiden.

Instructies

- Deze les kan klassikaal gedaan worden of als huiswerk.
- Leerlingen kunnen de vragen digitaal beantwoorden via een device (telefoon, tablet, laptop).
In de klas:
• Klik als docent op ‘je eigen device (verbonden met een digibord) op de rode button 'Geef les’. Je kunt nu de les geven zonder devices.
Met devices:
- De leerlingen gaan op hun device naar lessonup.com of downloaden de LessonUp app.
• Links onderin het scherm staat de code die leerlingen moeten invoeren (in witte bolletjes).
• Liever geen geluid na het beantwoorden van een interactieve vraag? Onderaan de pagina staat een vink bij geluid. Klik deze vink uit.
Als (t)huiswerk:
In deze video zie je hoe je lessen kunt delen als (t)huiswerk:
https://youtu.be/Ik3XnONnEIQ

Onderdelen in deze les

voorbereidingsles
Geloven in de wereld

Slide 1 - Tekstslide

Binnenkort gaan de leerlingen naar een museum in Leiden: Wereldmuseum Leiden. Hier gaan zij het programma 'Geloven in de wereld' doen.
Hierbij bezoeken ze de tentoonstellingen Azië, Afrika, Indonesië en de Boeddhazaal.    

Met deze voorbereidende kunnen de leerlingen actief mee doen door hen de lescode te laten invullen op hun device (mobiel, laptop, ipad, e.d.). De lescode staat links onderin het scherm nadat er op 'geef les' is geklikt.

Welke geloven 
KEN JIJ?













































Slide 2 - Woordweb

Tijdsduur: 2 minuten
Vraag: welke geloven ken je?
Doe: wacht tot de leerlingen al hun antwoorden hebben ingevuld. Vraag aan de leerling of je het antwoordkaartje mag omdraaien en bekijk de resultaten.
Voorbeeld antwoorden: hindoeïsme, boeddhisme, jodendom, christendom en islam.
Vraag door: kennen de leerlingen alle religies die er staan? Laat de leerlingen bepaalde religies of ‘minder bekende’
geloven toelichten. 



Geloof jij in iets?
A
Ja
B
Nee
C
Misschien
D
Weet ik niet

Slide 3 - Quizvraag

Tijdsduur: 2 minuten
Vraag: geloof jij in iets?
Vraag: wat hebben zij geantwoord? En waarom? Bespreek wat de leerlingen onder ‘geloof’ verstaan.
Geloven kan voor iedereen iets anders betekenen. Iedereen is vrij om een eigen geloof te kiezen. Er zijn geen goede
of foute antwoorden.
hindoeïsme
boeddhisme
islam
jodendom
christendom

Slide 4 - Tekstslide

Tijdsduur: 1 minuut
Vertel: zojuist zijn er verschillende religies genoemd. Dit programma focust op drie religies: hindoeïsme, boeddhisme en islam.
Notitie voor docent: in de volgende slides worden de religies genoemd in chronologische volgorde: van meest
oude religie (hindoeïsme) naar de nieuwste (islam). In het museum wordt er aandacht besteed aan drie van de vijf
geloven: hindoeïsme, boeddhisme en islam. Van het jodendom en christendom is namelijk weinig tot geen collectie.
Wat weet je over 
HINDOEISME













































Slide 5 - Woordweb

Tijdsduur: 4 minuten
Vraag: wat weet jij over het hindoeïsme?

hindoeïsme

Slide 6 - Tekstslide

Vertel: van het hindoeïsme wordt gezegd dat het de oudste godsdienst van de wereld is. Het is duizenden jaren oud
en ontstaan in India. Het is een geloof dat op heel veel manieren wordt beleeft en er zijn verschillende stromingen,
waardoor deze godsdienst per land, per streek of zelfs per dorp kan verschillen. Hindoes geloven in Brahman, dat is
een goddelijke kracht die in alle natuurlijke dingen aanwezig is. Omdat Brahman de kern is van alles, verdienen alle mensen, dieren, planten en andere dingen in de natuur eerbied en respect. Hindoes kennen heel veel verschillende
goden en godinnen. Al deze goden en godinnen laten een stuk van Brahman zien. Het hindoeïsme is een polytheïsme
(meergodendom).

Hindoeïsme
Wie zijn de drie belangrijkste goden in het hindoeïsme?
Vul drie antwoorden in.
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

Tijdsduur: 3 minuten
Vraag: wie zijn de drie belangrijkste goden in het hindoeïsme?
Notitie voor docent: de goden die hier staan afgebeeld, zijn: 
A. Shiva
B. Ganesha
C. Vishnu
 D. Brahma.
Vertel: de drie belangrijkste goden zijn: A. Shiva, C. Vishnu en D. Brahma. Zij vormen de hindoeïstische drie-eenheid.
Hun goddelijke krachten vullen elkaar aan. Samen vormen zij een grote goddelijke kracht. (B. Ganesha is niet één van de drie belangrijkste goden, maar wel een favoriete god voor veel mensen.)
A. Shiva staat voor de vernietigende kracht van Brahman. Shiva laat alles vergaan, zodat het vervolgens weer
opnieuw kan leven. Shiva is dan ook de god van de wedergeboorte. Hij heeft meerdere 'avatars' (gedaanteverschijningen). Zo wordt hij onder andere afgebeeld als ‘heer van de dans’ omringd door een
vlammencirkel die de ‘nooit eindigde cirkel van de tijd’ symboliseert. Zijn vrouw is de godin Parvati.
C. Vishnu is de beschermer van de heelal. Hij is de zonnegod die licht en leven geeft. Vaak wordt hij afgebeeld op
een adelaar of slapend op een reuzenslang. Zijn vrouw is Lakshmi.
D. Brahma (niet te verwarren met Brahman) laat de scheppende kracht van Brahman zien. Brahma is de god die het heelal heeft geschapen. Hij wordt afgebeeld met vier hoofden die naar de vier windrichtingen kijken. Zijn vrouw is
Saraswati.
In het museum staan beelden van deze goden. Hindoes mogen een eigen god uitkiezen als zij gaan bidden of om
offers aan te geven. Wie kan een voorbeeld van een offer geven?

Waarom offeren gelovigen aan de goden?

Slide 8 - Open vraag

Tijdsduur: 2 minuten
Vertel: in verschillende geloven wordt geofferd. Offers of ‘offerandes’ zijn een soort geschenken aan de goden,
bijvoorbeeld rijst, fruit of bloemen, maar ook geld, koekjes en cola worden geofferd.
Open vraag: waarom offeren gelovigen aan de goden?
Vertel: gelovigen vragen de goden om hen te helpen en bij te staan bij bepaalde kwesties en in moeilijke tijden. Door te offeren stemmen zij de goden gunstig en doen hen zo een wederdienst.
boeddhisme

Slide 9 - Tekstslide

Tijdsduur: 4 minuten
Vertel: uit het hindoeïsme is het boeddhisme ontstaan. Er zijn veel verschillende stromingen binnen het
boeddhisme. De drie boeddhistische hoofdstromingen zijn het Theravada (Zuidoost-Azie), het Mahayana (China,
Japan) en het Vajrayana boeddhisme (Tibet).
In het museum wordt het verhaal van Prins Siddhartha in de Boeddhazaal verteld.
Boeddhisten volgen de leer van boeddha. De Boeddha was gewoon een mens, geboren als een prins. Zijn naam was Siddhartha Gautama. Zijn leven stond in het teken van de vraag ‘waarom moeten mensen zo lijden?’. Iedereen wordt immers geboren en kan vervolgens ziek raken, of arm zijn en iedereen is er zeker van dat hij dood gaat. Hierna begint het weer van voren af aan want boeddhisten geloven in reïncarnatie. Dit lijden hield prins Siddhartha erg bezig en op een gegeven moment wilde hij een oplossing vinden voor het lijden van de mensen. Hij ging op zoek naar de zin van het bestaan. Boeddhisten geloven dat je zelf bepaalt wat er tijdens en na je leven met je gebeurt. Sommige geloven bijvoorbeeld dat je steeds opnieuw geboren wordt en dat het leven dat je leidt, bepaalt hoe je geboren wordt. Wat je doet tijdens je leven, goede en slechte dingen, heet ‘karma’. Leid je een slecht leven, dan zul je in het volgende leven slechter hebben dan je huidige leven. Verzamel je veel ‘goede karma’ en leid je een goed leven, dan word je opnieuw geboren als mens: rijker dan je in je vorige leven was. Boeddhisten geloven dat wanneer je goed leeft zoals de Boeddha deed, je het Nirvana kunt bereiken, een plek waar je niet meer opnieuw geboren wordt. Dit betekent het einde van het lijden.
nonnen en monniken

Slide 10 - Tekstslide

Tijdsduur: 2 minuten
Vertel: jonge kinderen uit arme gezinnen worden regelmatig naar een klooster gebracht. Ouders hopen dat zij daar
een goed leven zullen hebben en hopen ook dat hun kind daar leert hoe hij moet leven om als beter (rijker) mens
opnieuw geboren te worden. Boeddhistische nonnen en monniken leiden een sober leven in kloosters. Ze bestuderen heilige teksten, zingen, mediteren en helpen mee met de dagelijkse werkzaamheden in het klooster. Nonnen en monniken krijgen eten van de gemeenschap, van de mensen uit het dorp waar hun klooster staat. Met een bedelnap gaan zij ’s ochtends en ’s avonds naar het dorp en krijgen daar te eten van de mensen.

Nonnen en monniken
Wat zou jij het lastigste vinden om achter te laten?

Slide 11 - Open vraag

Tijdsduur: 2 minuten
Vertel: monniken en nonnen leven met minimale bezittingen. Als je kiest voor het kloosterleven laat je luxe en geld
achter. Alleen het hoognodige zoals kleding en een tandenborstel neem je mee.
Open vraag: wat zou jij het lastigste vinden om achter te laten?
Tip: dit kan zowel iets fysieks als iets immateriaals zijn.
Doe: bespreek de antwoorden van de leerlingen, waarom vinden zij dat?
jodendom & christendom

Slide 12 - Tekstslide

Tijdsduur: 1 minuut
Vertel: het museumprogramma gaat over het hindoeïsme, het boeddhisme en de islam maar er zijn nog twee grote
geloven in de wereld: het jodendom en christendom. Deze worden niet in het museumprogramma behandeld. De
museumcollectie heeft hier namelijk geen tot weinig collectie over. Het joden- en christendom zijn net als de islam
monotheïstische godsdiensten. Dit houdt in dat deze godsdiensten in één god geloven. Het grootste verschil tussen het jodendom en het christendom is dat het jodendom God ziet als één, ook wel ‘de eeuwige’. Het christendom deelt God daarentegen op in drie: vader, zoon en heilige geest, ook wel de heilige drie-eenheid genoemd. In de Koran wordt Jezus als één van de profeten gezien maar hij wordt niet als ‘zoon van God’ erkend zoals in de Bijbel.

Slide 13 - Tekstslide

Tijdsduur: 1 minuut
Vertel: de islam is na het jodendom en het christendom het jongste monotheïstische geloof. Deze drie godsdiensten zijn aan elkaar verwant, omdat ze de persoon Abraham (Ibrahim in de islam) als aartsvader delen. Islamitische mensen noemen zichzelf moslims. Een moslim is iemand die gelooft dat god of ‘Allah’ de enige god is en dat de profeet Mohammed de boodschappen van Allah aan de mensen heeft doorgegeven. Er leven op de wereld ruim anderhalf miljard moslims en de twee grootste islamitische stromingen zijn het soennisme en het sjisme. 
Waar wonen de meeste moslims?
Noord-Amerika
Zuid-Amerika
Midden-Oosten
Afrika
Azië
Indonesië

Slide 14 - Sleepvraag

Tijdsduur: 2 minuten
Sleepvraag: waar wonen de meeste moslims?
Doe: klik op de hotspots om te zien om welk cultuurgebied het gaat. Laat de leerlingen de juiste antwoorden naar het
bijbehorende gebied slepen. Laat de overige antwoorden staan.
Antwoord: de meeste moslims wonen in het Midden-Oosten, Afrika en in Azië. Het land waar de meeste moslims wonen is in Indonesië. 

Welke andere heilige boeken ken je?

Slide 15 - Open vraag

Tijdsduur: 2 minuten
Vertel: de Koran is het heilige boek van de islam. De verhalen in de Koran zijn door god of Allah verteld aan de profeet
Mohammed. Hij wordt daarom ‘de boodschapper’ van God genoemd.
Vraag: wie kent nog andere heilige boeken?
Voorbeeld antwoord: de Bijbel (christendom), de Thora (jodendom) en de pali-canon (Theravada-boeddhisme).

Slide 16 - Video

Tijdsduur: 2 minuten
Bekijk: de volgende video over de vijf zuilen. 
bedevaart naar Mekka

Slide 17 - Tekstslide

Tijdsduur: 1 minuut
Vertel: moslims leven volgens vijf regels: de zuilen van de islam. Een hele belangrijke zuil is de vijfde zuil: de
bedevaart naar Mekka, de hadj. Iedere moslim die het geld heeft en gezond is, moet één keer in zijn of haar leven naar Mekka. In Mekka staat de Ka’ba, een groot zwart vierkant gebouw, het heiligdom van moslims. Moslims richten
zich, overtal ter wereld, richting de Ka’ba tijdens het dagelijks gebed. Het dagelijks gebed is ook één van de islamitische zuilen of regels.

Hindoeïsme
Ken jij iemand die naar Mekka is geweest?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Tijdsduur: 2 minuten
Vraag: ken jij iemand die naar Mekka is geweest?
Doorvragen: ja? Weet je ook wat hun ervaring was daar? Wat vonden ze er van? nee? Zou jij er zelf heen willen? Waarom?
Weetje: alleen moslims mogen de Ka’ba bezoeken.



christendom
islam
hindoeïsme
boeddhisme
jodendom

Slide 19 - Tekstslide

Tijdsduur: 5 minuten
Vertel: hier zie je in verschillende kleuren hoe de vijf grote religies verspreid zijn over de hele wereld.
Doe: klik op de gekleurde hotspots om de namen bij de symbolen te bekijken.
Bespreek: er zijn ook nog een heleboel andere religies en geloven. Deze kaart laat zien waar de meeste mensen in
geloven in verschillende werelddelen, maar er zijn eigenlijk altijd wel meerdere religies in één land aanwezig. Religie
kent geen grenzen. Zo wonen de meeste boeddhisten in Azië maar zijn ze ook te vinden in bijvoorbeeld Europa en
Amerika. In Nederland zijn de meeste gelovige mensen christenen, maar er zijn ook moslims, joden, hindoes,
boeddhisten en mensen die weer iets anders geloven of helemaal niet geloven.
Bespreek: ook de overeenkomsten tussen de geloven. Dit kan gaan over tastbare en zichtbare dingen, maar ook over universele waarden. Bijvoorbeeld: plekken van aanbidding, heilige boeken of hoe je met je medemens omgaat.
Maak het werkblad

Slide 20 - Tekstslide

Tijdsduur: 30-60 minuten
Extra opdracht: laat de leerlingen digitaal of op papier een werkblad maken ter voorbereiding of ter verwerking van
het museumbezoek. In het lesplan vind je het format.
In de portfolio geven de leerlingen aan:
-welke geloof het meeste aanspreekt;
-wat deze religie of dit geloof voor de leerling inhoud;
-welke universele waarden de leerling belangrijk vindt van dit geloof;
-welke overeenkomsten dit geloof heeft met andere religies.
WE ZIEN JULLIE GRAAG IN HET MUSEUM

Slide 21 - Tekstslide

Tijdsduur: 1 minuut
Vertel: in de Aziëzaal in Wereldmuseum Leiden staat de collectie die te maken heeft met de drie gelovigen die zojuist
besproken zijn. Tijdens het museumprogramma leidt de museumdocent rond, bespreken we spullen en verschillende onderwerpen met elkaar en doe je vervolgens zelf in groepjes een klein onderzoek naar een bepaald voorwerp en geloof.