Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en je leesboek
Wat gaan we doen vandaag?
Lezen Broergeheim (10 min) p.55
herhaling §1 t/m 4
uitleg §5
Zelf oefenen
timer
10:00
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Hallo 1vhtb
Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en je leesboek
Wat gaan we doen vandaag?
Lezen Broergeheim (10 min) p.55
herhaling §1 t/m 4
uitleg §5
Zelf oefenen
timer
10:00
Slide 1 - Tekstslide
Hallo 1va
Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en je leesboek
Wat gaan we doen vandaag?
Lezen Broergeheim 1x 20 of 2x 10 min p.53
Wat weet je nog?
herhaling §1 t/m 4
uitleg §5
Zelf oefenen
timer
20:00
Slide 2 - Tekstslide
1Vc - Week 23 les 3
Lezen 10 min
Herhaling § 1 t/m §4
Uitleg § 5 Inleiding en slot
Zelf oefenen § 5
timer
10:00
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je nog? (met zijn tweeën op post-it)
timer
3:00
Neushoorns krijgen chip om ze te kunnen volgen
In Kenia is een groep neushoorns gechipt. De dieren krijgen een GPS-tracker zodat parkwachters de dieren kunnen volgen. Via de chip kunnen ze zien waar de dieren lopen en hoe het gaat met hun gezondheid.
In Kenia is een groep neushoorns gechipt. De dieren krijgen een GPS-tracker zodat parkwachters de dieren kunnen volgen. Via de chip kunnen ze zien waar de dieren lopen en hoe het gaat met hun gezondheid.
1. Chips in neushoorns. 2. Er is meer dan de Randstad
1
2
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoel
Je weet wat de lees- en woordstrategieën zijn en kan deze toepassen.
Je kan het onderwerp en de hoofdgedachte vinden in een tekst.
Je weet wat een alinea is en kan de kernzinnen vinden.
Je weet wat tekstdoelen zijn en je kan het tekstdoel van een tekst benoemen.
Slide 6 - Tekstslide
Leerdoel
Je kan bepalen welke alinea's de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst vormen.
Slide 7 - Tekstslide
Terugblik
§ 1 t/m § 4 Meer dan lezen
Leesstrategieën
Onderwerp en hoofdgedachte
Tekstdoelen en tekstsoorten
Alinea's en kernzinnen
Slide 8 - Tekstslide
Leesstrategieën
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Woordraadstrategie
Een woordraadstrategie is een handige manier om achter de betekenis van een woord te komen:
synoniem
omschrijving
voorbeeld
tegenstelling
bekend woorddeel
definitie -bekijk de illustratie
Slide 11 - Tekstslide
Paragraaf 2
Onderwerp en hoofdgedachte
Slide 12 - Tekstslide
Oriënterend lezen
Doel
=
Het onderwerp en het tekstdoel van de tekst bepalen
Slide 13 - Tekstslide
Het onderwerp bepalen
Na het (oriënterend) lezen kun je het onderwerp van de tekst bepalen.
Het onderwerp is kort geformuleerd en is geen vraag of zin die begint met een vraagwoord.
Slide 14 - Tekstslide
Fout geformuleerd
Het onderwerp is
Hoe ontstaat een bijensteek?
Waarom haal je lage cijfers?
Goed geformuleerd
Het onderwerp is
Het ontstaan van een bijensteek
Redenen voor lage cijfers
Slide 15 - Tekstslide
De hoofdgedachte
- één zin
- de belangrijkste informatie uit de tekst
- begin de zin met het onderwerp van de tekst
- GEEN vraag
- GEEN voorbeelden of toelichting
- begint NIET met een vraagwoord of het woordje "dat"
Slide 16 - Tekstslide
Paragraaf 3
Tekstdoelen en tekstsoorten
Slide 17 - Tekstslide
Tekstdoelen
Amuseren;
Informeren;
instrueren;
overtuigen;
activeren.
Slide 18 - Tekstslide
Paragraaf 4
Alinea's en kernzinnen
Slide 19 - Tekstslide
alinea
Alinea: een stuk tekst dat bij elkaar hoort
Een alinea begint op een nieuwe regel
Soms is er een witregel tussen alinea's
Elke alinea gaat over een deel van het onderwerp
De belangrijkste informatie staat vaak in de eerste zin van de alinea
Slide 20 - Tekstslide
Kernzin
- Belangrijkste zin van een alinea.
- Kernzin is meestal de eerste of laatste zin van een alinea.
- In de zinnen voor of na de kernzin staat vaak een uitleg of voorbeeld uit iets van de kernzin.
Slide 21 - Tekstslide
Inleiding en slot
NN7 - Meer dan lezen §5
Slide 22 - Tekstslide
De meeste teksten bestaan uit een inleiding, een middenstuk en een slot.
Slide 23 - Tekstslide
De inleiding, het eerste deel van een tekst, bestaat uit één of enkele alinea’s. Een inleiding heeft twee functies:
Slide 24 - Tekstslide
De inleiding, het eerste deel van een tekst, bestaat uit één of enkele alinea’s. Een inleiding heeft twee functies:
de lezer nieuwsgierig maken naar de rest van de tekst; vaak gebeurt dat met een voorbeeld of een bijzondere vorm daarvan: een anekdote, een meestal grappig (waargebeurd) verhaaltje;
duidelijk maken wat het onderwerp van de tekst is; er worden bijvoorbeeld één of meer vragen gesteld, die verderop in de tekst beantwoord worden.
Slide 25 - Tekstslide
Het laatste deel van een tekst is het slot. Ook dit kan uit één of meer alinea’s bestaan. In een slot vind je meestal een conclusie (de hoofdgedachte), vaak herkenbaar aan signaalwoorden als dus en daaromof een korte samenvatting, vaak herkenbaar aan signaalwoorden als kortomen al met al.
Slide 26 - Tekstslide
Daarnaast vind je soms:
een aanbeveling (een advies);
een aansluiting bij de inleiding, zodat het verhaal mooi ‘rond’ is;
een toekomstverwachting.
Slide 27 - Tekstslide
Niet alle teksten hebben een ‘echt’ slot. Het duidelijkste voorbeeld van een tekst zonder afronding is een nieuwsbericht. Hierin staat het belangrijkste altijd in het begin van de tekst. Het deel daarna geeft extra informatie.
Slide 28 - Tekstslide
Cursus 1 §5
Wat: Maak de opdracht 1 t/m 3 Meer dan lezen §5 op blz. 36
Hoe: Vraag 1 samen, 2 en 3 Individueel, maar je mag op fluisterniveau overleggen met degene die naast je zit.
Hulp:Theorie uit je boek.
Uitkomst:Geoefend met leesbegrip en inleiding en slot.
Tijd: 25 min.
Klaar?
Kijk alvast naar opdracht 4. Daarna Lezen of ander huiswerk doen