VTH: thoraxdrainage

Thoraxdrain
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Thoraxdrain

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
  • Wat is een thoraxdrain
  • Indicaties plaatsing 
  • Locaties thoraxdrain 
  • Onderdelen thoraxdrainagesysteem 
  • Complicaties thoraxdrain 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een thoraxdrain?
  • Een drain in de pleuraholte of het   mediastinum (centrale drain)
  • Doel: lucht en/of vocht* afvoeren   naar buiten, waardoor de   pleuraholte kan herstellen

* Afhankelijk van de oorzaak: lucht, 
   vocht, bloed of pus

Slide 3 - Tekstslide

  • Normaal: negatieve druk in de pleuraholte (nodig voor een goede ontplooiing van de longen). 
  • Bij beschadiging van een of beide longvliezen valt die druk weg en komt lucht en/of vocht binnen, waardoor de long ‘inklapt’ en ademhalen steeds moeilijker wordt.  
  • Tussen de pleurabladen bevindt zich pleuravocht. Door ziekte kan meer vocht worden aangemaakt dan wordt afgevoerd. De zorgvrager wordt toenemend benauwd. Er kan permanent gedraineerd worden als er vaak gepuncteerd moet worden.
Indicaties thoraxdrainage
  • Pneumothorax
  • Operaties of trauma in borstgebied
  • Infecties of groeiende longtumoren die een opening in de   pleuraholte veroorzaken 

Slide 4 - Tekstslide

Afhankelijk van de oorzaak kunnen er meerdere thoraxdrains geplaatst worden. Bij cardiothoracale operaties hebben zorgvragers gemiddeld twee of drie thoraxdrains.
Bij beschadiging van een van de longvliezen ontstaat er een opening in de pleuraholte, waardoor de negatieve druk in de pleuraholte wegvalt. De long kan dan inklappen ( pneumothorax). Door het afzuigen van lucht kan een drain ervoor zorgen dat de negatieve druk wordt hersteld en dat de long zich weer kan ontplooien. Daarnaast kan een ophoping van vocht ontstaan in de pleuraholte ( pleuravocht), waardoor de uitwisseling van zuurstof en koolzuur wordt bemoeilijkt en de longen zich niet optimaal kunnen vullen met lucht. Met een drain kan het vocht uit de pleuraholte worden afgezogen.
 

1 thoraxdrainage voor het afzuigen van lucht:
  • spontane pneumothorax
  • traumatische pneumothorax(trauma) 
  • spanningspneumothorax (er kan wel lucht in, maar niet uit)

2 thoraxdrainage voor het afzuigen van vocht:
  • pleuravocht (overvulling) 
  • hemothorax/hematothorax(na ok) 
  • thoraxempyeem (infectie)






Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pneumothorax (klaplong) 

Slide 6 - Tekstslide

  • Spontane klaplong: oorzaak niet altijd duidelijk (zwakke plek in de de longblaasjes door ontsteking, longziekte). 
  • Klaplong door verwonding.
  • Spanningsklaplong: de lucht die ingeademd wordt kan niet meer uit de borstholte komen.  

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Thoraxdrain in pleuraholte
Plaats van de drain: 
  • Zo laag mogelijk: bij   afzuigen van vocht
  • Zo hoog mogelijk: bij   afzuigen van lucht

Slide 8 - Tekstslide

Vocht zakt omlaag, lucht gaat zo hoog mogelijk zitten. 
Locaties thoraxdrainage

Slide 9 - Tekstslide

Bij Vilans wordt dit als volgt benoemd:
Tussen de pleurabladen: pleuradrain
In het midden van de thoraxholte: centrale drain. Deze ligt in het midden van de thoraxholte, achter het sternum en voert bloed en wondvocht af na een hartoperatie

Thoraxdrainagesysteem
Bestaat uit: 
  • Drain
  • Afloopslang
  • Opvangsysteem

Drainagesysteem: 
  • Zuigkolom
  • Waterslot
  • Opvangreservoir 

Slide 10 - Tekstslide

  • Drain: stevige plastic drain met meerdere kleine openingen aan het uiteinde die in de pleuraholte wordt gebracht
  • Afloopslang: dit vormt de verbinding tussen de thoraxdrain en het opvangsysteem
  • Opvangsysteem: dit kan een fles, zak of een pot zijn 
In de meeste gevallen is het drainagesysteem disposable en bestaat uit drie kamers:  
  • Zuigkolom
  • Waterslot: zorgt ervoor dat er wel lucht uit, maar geen lucht vanuit de buitenwereld in de patiënt kan komen
  • Opvangreservoir: vocht vanuit de thorax opvangen

  • Actieve drainage: het systeem wordt aangesloten op een vacuümbron, waardoor er actief aan de drain wordt gezogen.

  • Passieve drainage (in de praktijk ook wel ‘waterslot’ genoemd): hierbij wordt gebruikgemaakt van de zwaartekracht. De zwaartekracht zorgt ervoor dat de lucht en het vocht zich kunnen verplaatsen. De thoraxdrain is dus niet aangesloten op een actief zuigende vacuümbron.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

maxmaal 1500 mL vocht per 24 uur mag aflopen om te voorkomen dat de zorgvrager in shock raakt. Regelmatig de hoeveelheid, kleur en soort vocht die afloopt observeren en te noteren 

 Let op dat het opvangsysteem lager hangt dan de zorgvrager, in verband met de zwaartekracht en de kans op het teruglopen van vocht uit het systeem in de richting van de zorgvrager. Plaats het opvangsysteem aan de andere kant van de zorgvrager dan de kant waar de drain is ingebracht.

Controleer iedere 24 uur de insteekopening op luchtlekkage en ontstekingsreacties. Bij luchtlekkage kan er steriele vaseline worden gesmeerd om het lek te verminderen. De insteekopening moet worden gedesinfecteerd met 70% alcohol en daarna afgedekt worden met een steriel splitgaas.








Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observeer en meet de frequentie, de diepte en het patroon van de ademhaling, de saturatie en de kleur van de zorgvrager volgens afspraak tijdens je dienst.
 
Zorg ervoor dat er niet te veel vloeistof in de slang blijft staan. Dit beïnvloedt de zuigkracht van de drain. Dit geldt ook voor de vorming van stolsels.
 
Wees bedacht op de vorming van decubitus van de huid onder de drainslang. Fixeer de drain via een ‘tunnel-systeem’.
 
Let op de symmetrie van de bewegingen van de beide thoraxhelften. Beide thoraxhelften moeten gelijktijdig met de ademhaling meebewegen. Wanneer een thoraxhelft niet meebeweegt, kan er sprake zijn van een pneumothorax.
 
Wanneer een zorgvrager op transport gaat naar bijvoorbeeld een andere afdeling of voor een onderzoek, moet de drain van actief op passief zuigen (waterslot) gezet worden.
 


t

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Complicaties
  • Pijn
  • Infectie
  • Recidief pneumothorax/spanningspneumothorax
  • Deconnectie van de drain

Slide 15 - Tekstslide

Pijn: als gevolg van de tip van de drain die tegen de pariëtale pleura zit. 
Recidief pneumothorax/spanningspneumothorax: door beweging is het mogelijk dat de drain of het afvoersysteem afgeknikt wordt