Spaans periode 1 les 3

Les 3
- Je kan SER vervoegen
- Je kan zeggen wat  jouw afkomst in Spaans is

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Les 3
- Je kan SER vervoegen
- Je kan zeggen wat  jouw afkomst in Spaans is

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk

MP WB p.8-9 opdrachten 1 t/m 4

Slide 2 - Tekstslide

MP WB pag 9 tarea 5
Luister en corrigeer de telefoonnummers.

Slide 3 - Tekstslide

Ser 
ik
yo
soy
jij
eres
hij / zij / u
él / ella / usted
es
wij
nosotros
somos
jullie
vosotros
sois
zij / u (mv)
ellos / ustedes
son

Slide 4 - Tekstslide

Ser / ser de
persoonlijk voornaamwoord (ik, jij, etc) alleen bij nadruk
Yo soy Alba, ella es Lidia. (ík ben Alba, zij is Lidia)

In Latijns-Amerika gebruikt men ustedes i.p.v.  vosotros
Ook gebruikt men vaker usted dan 

Let op:
bij nosotras, vosotras, ellas = groep met alleen vrouwen
Vanaf 1 man wordt de hele groep mannelijk

Slide 5 - Tekstslide

Ser / ser de
ser         = zijn
ser de   = komen uit

Soy Alba, soy de Valladolid.
Ella es Lidia, es de Madrid.

Slide 6 - Tekstslide

MP TB p. 12
¿De dónde eres?
5 Feria gastrónomica
a In Madrid wordt een beurs gehouden over eten en drinken in Spanje en Latijns-Amerika. Aan welke gerechten denk je bij deze landen? Verbind de foto's met de kaart.

Slide 7 - Tekstslide

MP TB pag 12 tarea 5b + c 
Luister naar de vier fragmenten.
b. schrijf op waar iedereen vandaan komt
c. vul het schema aan


meerdere keren luisteren is prima (minimaal 2-3x is normaal)
d. Welke vragen horen bij welke  begrippen? Vul in
1
2
3
4

Slide 8 - Tekstslide

MP TB p. 13
6 ¿Quién es quién?
a. Lees de zinnen. Welke zijn waar? En welke niet?
b. Corrigeer de onjuiste zinnen van oefening a
c. In tweetallen. Schrijf met de volgende zinsdelen een zin over een persoon, een bedrijf of een product. 

Slide 9 - Tekstslide

Herhaling week 2

Maak de volgende opdrachten in deze LessonUp om te controleren of je de stof van vorige week beheerst


Slide 10 - Tekstslide

página
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 11 - Quizvraag

tarde
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 12 - Quizvraag

día
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 13 - Quizvraag

país
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 14 - Quizvraag

ciudad
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 15 - Quizvraag

Koppel lidwoord aan zelfstandig naamw.
el
la
los
las
palabras
imagen
tenis
nombres

Slide 16 - Sleepvraag

Vertaal :
usted

Slide 17 - Open vraag

Vertaal :
el apellido

Slide 18 - Open vraag

Vertaal :
la ciudad

Slide 19 - Open vraag

Vertaal :
Buenas noches

Slide 20 - Open vraag

Vertaal :
Waar kom je vandaan?

Slide 21 - Open vraag

Vertaal :
el nombre

Slide 22 - Open vraag

Juan komt uit Madrid.
Juan ... Madrid

Slide 23 - Open vraag

Ik ben student.
Yo ... estudiante.

Slide 24 - Open vraag

Josefina is piloot.
Josefina ... piloto

Slide 25 - Open vraag

Bent u Hernán González?
¿ ... usted Hernán González?

Slide 26 - Open vraag

Wij komen uit Rotterdam.
Nosotros ... Rotterdam

Slide 27 - Open vraag

Waar komen jullie vandaan?
¿De dónde ... ?

Slide 28 - Open vraag

Jouw moeder is leraar.
Tu madre ... profesora

Slide 29 - Open vraag

Jullie ouders komen uit Peru.
Vuestros padres ... Perú.

Slide 30 - Open vraag

Opdrachten les 3
Maken:
MP H1
WB 6 t/m 10 (pag 10, 11)




Leren:
woordenlijst MP TB p. 163-164
vanaf 8 t/m 12

Slide 31 - Tekstslide