In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
CONSTRUCTIES
Slide 1 - Tekstslide
Wat is techniek?
Bij techniek gaat het om het technische proces
ontwerpen, maken en gebruiken!
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we leren?
Wat zijn constructies
Stevigheid is het belangrijkst voor een constructie
En we gaan zelf een constructie ontwerpen en bouwen
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Wat zijn constructies?
"Iets wat in elkaar is gezet uit minimaal twee onderdelen".
"Het bouwen van iets uit onderdelen".
Slide 5 - Tekstslide
Verbindingstechniek
De verbindingstechniek houdt in welk materiaal er is gebruikt om twee onderdelen aan elkaar vast te maken.
Denk hierbij aan:
lijm, tape, cement, moeren, bouten etc
Slide 6 - Tekstslide
constructies zijn overal;
Gebouwen
Gebruiksvoorwerpen
Skelet
Slide 7 - Tekstslide
constructie fiets
Slide 8 - Tekstslide
constructie gebouw
Slide 9 - Tekstslide
ons skelet als constructie
Slide 10 - Tekstslide
Stevigheid
De constructie van bijvoorbeeld een gebouw zorgt ervoor dat het gebouw niet in elkaar stort.
De constructie moet dus stevig zijn.
Er zijn drie aspecten die zorgen voor de stevigheid
Slide 11 - Tekstslide
Materiaal
Staal is bijvoorbeeld heel sterk materiaal, maar soms is dit te duur of te zwaar.
Slide 12 - Tekstslide
Vorm
De stevigste vorm in constructies is de driehoek.
De driehoek is vormvast, wat ervoor zorgt dat
heel stevig is.
Slide 13 - Tekstslide
Een driehoek is sterker doordat de druk beter verdeeld wordt.
Een driehoek heeft als het ware drie hoeken waarbij de kracht goed verdeeld wordt.
De lijnen van de driehoek kunnen geen kant op. Bij een vierkant zit dit anders. Een vierkant heeft vier hoeken waardoor de kanten om kunnen klappen en de
constructie inklapt.
Slide 14 - Tekstslide
Vorm
Een andere vorm die voor veel stevigheid zorgt is de boogconstructie.
Zo wordt de druk van bovenaf verdeeld over alle steunpunten. Dit zorgt voor een stevige constructie.
Slide 15 - Tekstslide
Doel: Aan het einde van de les kan ik een brug bouwen van papier.
Ik weet hoe een stevige brug eruit ziet.
Ik weet wat een stevige vorm is om te bouwen.
Ik kan een ontwerp maken voor een brug.
Ik kan het ontwerp dat ik gemaakt heb volgen.
Slide 16 - Tekstslide
Kijk opdracht
We gaan naar een aantal bruggen kijken.
Wat heb je al geleerd?
WAT zorgt ervoor dat deze bruggen stevig zijn?
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Vakwerkbrug
Sterk door driehoeken.
Slide 23 - Tekstslide
De vakwerkbrug
De driehoeken zorgen ervoor dat de brug niet doorbuigt
Slide 24 - Tekstslide
Vakwerkbrug
Spoorwegbrug Schiedam Kethel
De driehoeken geven extra stevigheid aan de brug.
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
OPDRACHT
Je gaat een BRUG ontwerpen samen met één of twee anderen.
Hij moet aan de volgende eisen voldoen:
Maak een schets GROOT en DUIDELIJK
Gebruik de vorm die een constructie het stevigst maakt