lJ 3 periode 3 week 9 psychiatrie

Psychiatrie
LJ 3, periode 3 week 9
Quiz

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Psychiatrie
LJ 3, periode 3 week 9
Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijkheidsstoornissen worden opgedeeld in vier clusters, te weten A, B, C en D.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Worden opgedeeld in 3 clusters
Een overmatig gevoel van eigenwaarde, een zucht naar bewondering en aandacht,
manipulerend gedrag past bij
A
afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
B
narcistische persoonlijkheidsstoornis
C
gegeneraliseerde-angststoornis
D
schizofrenie

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Draaglast
is
A
Hoe je jouw leven: werk, school en privé in balans hebt
B
Wat je in je leven aan leuke ervaringen krijgt
C
Het totaal aan taken en verplichtingen dat iemand op zijn schouders heeft
D
Alles wat je op een gezonde manier kunt hebben

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iemand die manisch is heeft (een)
A
angststoornis
B
schizofrenie
C
stemmingsstoornis
D
persoonlijkheids- stoornis

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

psychoanalytisch model
fenomenologie
Medisch model
sociale leertheorie
Aan menselijk gedrag liggen twee
motieven ten grondslag: agressie en de
behoefte aan seksualiteit
Probeert gebeurtenissen te begrijpen
zoals die door het individu worden
geïnterpreteerd.
De oorzaken van een psychiatrische
stoornis zijn lichamelijk.
Al het gedrag is aangeleerd.

Slide 6 - Sleepvraag

In het psychoanalytische model liggen aan menselijk gedrag twee motieven ten grondslag: agressie en de
behoefte aan seksualiteit. In de fenomenologie wordt de nadruk gelegd op het begrijpen van gebeurtenissen
zoals die door het individu worden geïnterpreteerd. Volgens het medische model zijn oorzaken van een
psychiatrische stoornis lichamelijk van aard. De sociale leertheorie gaat ervan uit dat al het gedrag is aangeleerd.
Depressie is een
A
Angststoornis
B
Persoonlijkheids-stoornis
C
Stemmingsstoornis
D
Eetstoornis

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er juist over de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)?
(meerdere antw. mogelijk)
A
Zorgvragers die een gevaar voor zichzelf of een ander vormen, mogen gedwongen opgenomen worden zonder dat er een psychische stoornis ten grondslag ligt aan hun gedrag.
B
Dwanghandelingen, middelen en maatregelen mogen in de thuissituatie worden toegepast
C
Zorgvragers kunnen uit zichzelf instemmen met een zorgmachtiging door een zelfbindingscontract.
D
Een crisismaatregel van maximaal drie weken mag door de rechter worden opgelegd.

Slide 8 - Quizvraag

- Een crisismaatregel mag maximaal drie dagen door de burgemeester worden opgelegd om een onmiddellijk
gevaar af te wenden.
- Zorgvragers die een gevaar vormen voor zichzelf of een ander, kunnen niet gedwongen opgenomen worden
zonder dat er een psychische stoornis ten grondslag ligt aan hun gedrag.
Volgens de systeemtheorie is het ontstaan van psychiatrische stoornissen niet los te zien van de omgeving
waarin de zorgvrager leeft en moet deze omgeving altijd bij de behandeling betrokken worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

. Volgens de systeemtheorie is het ontstaan van psychiatrische stoornissen niet los te zien van de omgeving
waarin de zorgvrager leeft en moet deze omgeving altijd bij de behandeling betrokken worden. De omgeving van
de zorgvrager reageert op een bepaalde manier op een zorgvrager, waardoor een stoornis zich heeft kunnen
ontwikkelen, maar vooral ook in stand wordt gehouden. Een gezinsstructuur kan zich bijvoorbeeld kenmerken
door een hoge mate van Expressed Emotion (EE). Een hoge mate van Expresses Emotion betekent dat
gezinsleden zich vaak te kritisch en verwijtend opstellen ten opzichte van de zorgvrager. Het kan ook zijn dat ze
overbezorgd zijn in combinatie met het uiten van onduidelijke of hoge verwachtingen tegenover de zorgvrager.
Een ingrijpende gebeurtenis in een gezin kan de gezinsstructuur ernstig destabiliseren. Het is voorstelbaar dat jij
ook van mening bent dat het goed is om de sociale omgeving van de zorgvrager te betrekken bij de behandeling
en dat jij ook vindt dat bepaalde patronen in gezinnen mede zorgen voor het ontstaan of in stand houden van
psychiatrische problematiek.
PAAZ staat voor
A
Patient Algemeen Acute Zaken
B
Praat Algemeen Acceptabel Zakelijk
C
Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis
D
Psychiatrische Aandoening Algemeen Ziekenhuis

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 3 gedragingen van psychiatrische zorgvragers waarbij verpleegkundige alert moet zijn en rekening moet houden met psychosociale problematiek.

Welk gedrag is hoort hier niet bij?
A
Sterke emotionele ontregeling.
B
Logisch gedrag op emotioneel functioneren vertonen.
C
Niet logisch gedrag op sociaal functioneren vertonen
D
Het verlies van de werkelijkheidszin

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ander woord voor bipolaire stoornis is
A
depressie
B
manie
C
manisch depressieve stoornis
D
obsessief convulsieve stoornis

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iemand die hypochondrisch is heeft last van
A
achterdocht
B
angst om een ernstige ziekte te hebben
C
angst om in sociale situaties te komen
D
stemmingswisselingen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 1 van de 3 kerntaken van de verpleegkundige in de begeleiding m.b.t. psychosociale problemen
A
Niet corrigeren van gedrag en luisteren naar de zorgvrager
B
Zorgvragers met psychosociale problemen met groepstherapie behandelen
C
Herkennen en bespreekbaar maken van voorkomende problemen
D
Herkennen en bewust niet bespreekbaar maken van voorkomende problemen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke stoornis kan de zorgvrager in een sociaal isolement terecht komen?
A
Angststoornis
B
Schizofrenie
C
Depressie
D
A, B en C zijn juist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ze gedragen zich volkomen hulpeloos en hebben alle eigen verantwoordelijkheden van zich afgeschoven.

Over welke zorgvrager gaat het hier:
A
De zwijgzame zorgvrager
B
De verwarde zorgvrager
C
De regressieve zorgvrager
D
De destructieve zorgvrager

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zorgvragers die alles als negatief ervaren, voortdurend kritiek uiten, hun gezondheid ondermijnen.

Over welke zorgvrager gaat het hier:
A
De zwijgzame zorgvrager
B
De verwarde zorgvrager
C
De regressieve zorgvrager
D
De destructieve zorgvrager

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Benoem alles wat je doet in eenvoudige, korte zinnen. Probeer wel op een volwassen manier te spreken.

Over welke zorgvrager gaat het hier:
A
De zwijgzame zorgvrager
B
De verwarde zorgvrager
C
De regressieve zorgvrager
D
De destructieve zorgvrager

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de DSM-5?
A
Een classificatiesysteem waarin psychiatrische stoornissen en de daarbij passende medicatie beschreven staan.
B
Een classificatiesysteem waarin psychiatrische stoornissen en de daaraan gekoppelde verschijnselen beschreven staan.
C
Een classificatiesysteem waarin psychiatrische stoornissen en de daarbij passende behandelingen beschreven staan.
D
Een classificatiesysteem waarin zowel psychiatrische als somatische stoornissen en de daaraan gekoppelde verschijnselen beschreven staan.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

kenmerken van de Basis-GGZ zijn:
- doorverwijzing door de huisarts
- kortdurende, geprotocolleerde behandelingen
- inzet van onder andere psychologen, verpleegkundig specialisten en psychotherapeuten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

De huisarts kan zorgvragers met het vermoeden van een psychiatrische diagnose verwijzen naar de Basis-GGZ.
Hier bieden psychologen, verpleegkundig specialisten, psychotherapeuten en anderen kortdurende,
geprotocolleerde behandeling aan zorgvragers met depressies, enkelvoudige verslavingen, ADHD of een
persoonlijkheidsstoornis. Alleen wanneer er sprake is van een ernstige psychiatrische aandoening of crisis, kan
de arts zorgvragers doorverwijzen naar de Specialistische GGZ. Dit betreft zorgvragers met problemen op
meerdere levensgebieden en vaak een combinatie van psychotische, stemmings-, verslavings- en/of
persoonlijkheidsproblematiek.
Ambulante zorg, klinische zorg & langdurig klinische zorg zijn voorbeelden die vallen onder de basis-GGZ
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

De Specialistische GGZ bestaat uit ambulante zorg, klinische zorg en langdurig klinische zorg.
Wat is een andere term voor 'outreachende zorg'?
A
Bemoeizorg
B
Modelzorg
C
Ambulante zorg
D
Klinische zorg

Slide 22 - Quizvraag

In de ambulante en klinische zorg is het werken vanuit een multidisciplinair team heel normaal geworden.
Verschillende disciplines leveren gezamenlijk de zorg. Iedere zorgverlener zet zijn eigen kennis en vaardigheden
in en deelt deze met zijn collega’s. Kenmerkend aan de verpleegkundige rol is de medisch-psychiatrische kennis
en kunde die een psychiatrisch verpleegkundige kan inzetten, en in een ambulante setting ook de ondersteuning
thuis. Er wordt outreachende zorg (‘bemoeizorg’) geboden op de plaats waar de zorgvrager zich bevindt. Dat kan
bijvoorbeeld thuis, op straat of in de wijk zijn. 
Een crisismaatregel wordt afgegeven door...
A
De rechter
B
Burgermeester

Slide 23 - Quizvraag

Een crisismaatregel wordt afgegeven door de burgemeester. Een crisismaatregel kan maximaal drie dagen
duren. Bij een vastgestelde psychische stoornis en als er sprake is van (dreigend) gevaar of ernstig nadeel kan
een gedwongen opname via een zorgmachtiging) verlopen.
FACT-team
IHT-team
HIC-afdeling
POH-GGZ
langer durende ambulante behandeling
kortdurende intensieve psychiatrische
thuiszorg
herstelondersteunende omgeving en
behandeling voor zorgvragers in een crisis
kortdurende ondersteuning bij psychische
klachten

Slide 24 - Sleepvraag

FACT staat voor Flexible Assertive Community Treatment. FACT is een effectieve manier om mensen met
ernstige psychiatrische aandoeningen buiten de muren van een GGZ-instelling te behandelen. Een
multidisciplinair hulpverlenersteam werkt intensief met de zorgvrager en andere belangrijke personen uit zijn
omgeving samen.
Een IHT-team (Intensive Home Treatment) levert gedurende een periode van maximaal drie weken intensieve
psychiatrische thuiszorg wanneer er een (dreigende) crisis aanwezig is.
Een HIC-afdeling (High and Intensive Care) biedt een veilige, prettige en herstelondersteunende omgeving en
behandeling om zorgvragers in crisis zo snel mogelijk weer terug naar huis te kunnen laten gaan. Vaak betreft het
een gedwongen opname.
De POH-GGZ biedt kortdurende ondersteuning aan zorgvragers met psychische klachten. Bij deze zorgvragers is
geen DSM-diagnose gesteld. Het doel van de ondersteuning is verergering van klachten te voorkomen en
zorgvragers te ondersteunen bij zelfmanagement.
Er wordt van een ................... gesproken als er een duidelijk aanwijsbare lichamelijke oorzaak is
A
organisch-psychiatrisch ziektebeeld
B
münchhausen-‘by-proxy’-syndroom
C
somatische-symptoomstoornis
D
conversiestoornis

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als verpleegkundige is het in de GGZ ondeskundig als je hulp vraagt aan een collega als je moeite hebt met het gedrag van een zorgvrager.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje
Filmpje 'Nick heeft een angststoornis'
  • Wat doet een angststoornis met je als persoon?
  • Welke klachten kun je ervaren?
  • Zouden de klachten die Nick ervaart ook bij anders psychische ziektebeelden kunnen voorkomen?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat viel je op in het filmpje 'Nick heeft een angststoornis'
Hoe zou je Nick kunnen ondersteunen?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Iemand die zijn handen helemaal stuk heeft gewassen van het vele poetsen, heeft mogelijk een...
A
Bipolaire stoornis
B
Sociale-angststoornis
C
Specifieke fobie.
D
Obsessief compulsieve stoornis.

Slide 30 - Quizvraag

Angst om in een openbare gelegenheid diarree te krijgen, is een specifieke fobie.
Een man wordt plotseling overvallen door hartkloppingen, stokkende adem en is bang dat hij doodgaat. (…)
Mogelijk heeft hij last van een paniekstoornis.
Het meisje zit altijd achter in de klas, heeft geen vriendinnen. Op het moment dat haar iets gevraagd wordt,
kleurt ze helemaal rood en komt niet uit haar woorden. Voor haar sociale-angststoornis heeft ze gesprekken
bij een GZ-psycholoog.
Op weg naar huis denkt hij dat iedereen naar hem kijkt. (…) Deze gedachten kloppen niet echt, maar komen
door zijn depressie.
Ze heeft diverse opnames gehad vanwege ernstige stemmingsklachten. Met medicijnen kon ze de hele
wereld weer aan. (…) Al snel bleek dat er sprake was van een bipolaire stoornis.
Iemand die zijn handen helemaal stuk heeft gewassen van het vele poetsen, heeft mogelijk een obsessiefcompulsieve stoornis.
Ben je tevreden over wat je wist?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gedrag psychiatrische zorgvrager

Als VPK dien je alert te zijn op gedrag van de psychiatrische zorgvrager en rekening te houden met psychosociale problematiek. 

Hierbij let je op de volgende punten:
  •  Niet-logisch gedrag op sociaal functioneren vertonen.
  • Sterke emotionele ontregeling: heftig emotioneel gedrag, waardoor dagelijks functioneren   onmogelijk is.
  • Het verlies van de werkelijkheidszin: zorgvragers hebben onvoldoende contact met de werkelijkheid en kunnen in reactie hierop gaan hallucineren of achterdochtig worden.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kerntaken VPK bij de psychiatrische zorgvrager
  • Herkennen en bespreekbaar maken van voorkomende problemen.
  • Signaleren van psychosociale problemen van de psychiatrische zorgvrager en deze in het team bespreken.
  • Corrigeren van gedrag en actief luisteren naar de psychiatrische zorgvrager.


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies