Freud

Sigmund Freud (1856-1939)
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Sigmund Freud (1856-1939)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke invloed deze Freud heeft gehad op de hedendaagse psychiatrie.
  • Je kunt uitleggen wat 
1. de persoonlijkheidstheorie inhoudt.
2. het oedipoescomplex inhoudt.
3. zijn visie is op religie.

Slide 2 - Tekstslide

Rondtrekkende leraren in de rethorica werden                          genoemd.


Het ging bij hen om                          en niet zoals bij                            om de                           .


Plato geloofde in vaste                                            die tot uitdrukking komen in                        .


De fysieke wereld is                               , ideeën zijn perfect.

De                            heeft  de wereld geschapen naar het beeld van de Ideeën.

                           is de bedenker van de deugdethiek. 

Voor hem zijn                                     de basis van ons denken.


Bij hem is God
sofisten
relativisme
Socrates 
waarheid
ethische waarden
Ideeën
imperfect 
demiurg
Aristoteles
waarnemingen
de onbewogen beweger

Slide 3 - Sleepvraag

Sigismond Schlomo Freud
Geboren op 6 mei 1856 in Tsjechië.
arm, Joods gezin van 7 kinderen. 
Op zijn 4e verhuisde hij naar Wenen.
Oogappel van zijn  ouders.
Studeerde cum laude af van de middelbare school.

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstudie:                                   Neurologie en Psychologie



Naamsverandering in Sigmund (17 jaar) 
1873 gaat hij medische wetenschappen studeren in Wenen.
Hoofdstudie: Neurologie en Psychologie.
1880 opent hij zijn eerste psychiatrische praktijk.

Liefhebber van cocaïne.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Persoonlijkheidstheorie

Slide 7 - Tekstslide

Id
Impulsen 
seksuele energie/ driften thanatos (woede)

 "the devil sitting on your shoulder"

Slide 8 - Tekstslide

Superego
Tegenstander van de Id
Normen en waarden
Ideale zelfbeeld

"The angel sitting on your shoulder"

Slide 9 - Tekstslide

Ego
Weerstand- en verdringingsmechanismen
compromissen sluiten
 realiteit 


"The real you"

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Klik op de schaakstukken en lees de stelling. 
Is de stelling juist? Sleep het schaakstuk dan naar het juiste coördinaat. De schaakstukken vormen dan een woord.

Slide 12 - Tekstslide

F
H
B
S
A
A
D
T
N
M
P
K
L
V
W
E
K
I
H
E
T
S
T
S
G
K
Ongeremde driften behoren niet bij het super ego (D,8)
Plato staat bekend om zijn dualisme van materie en immaterie. (A,5)
De taak van de ID is om driften vrij spel te geven.(C,4)
Sofisten staan bekend om hun hang naar de waarheid. (A,8)
Plato was beinvloed door sofisten. (G,1)
Aristoteles dronk de gifbeker. (F,7)
Freud was van joodse kom af. (H,4)
Aristoteles had een hekel aan democratie. (G,3)
Freud was verslaafd aan het eten van spekjes. (B,2)
Aristoteles was de grondlegger van de deugdethiek. (D,5)
Freud heefd zijn achernaam veranderd. (E,4)
Plato was de bedenker van het socratisch debat. (G,6)

Slide 13 - Sleepvraag


Welk woord is de oplossing?

Slide 14 - Open vraag

Doel van het onbewuste:
  • Verdrongen herinneringen,  emoties en verlangens opslaan.

  • D.m.v de droom                                  (en de vrije associatie tijdens een therapeutische sessie)                           kan deze onbewuste inhoud geduid worden.                                            
  

Slide 15 - Tekstslide

De theorie van het onbewuste.
Het persoonlijk bewustzijn verzamelt alleen persoonlijke beelden, gedachten en belevenissen 

Het onbewuste bestaat uit  het 'gewone onbewuste’ en een  onbewust deel dat ‘verdrongen’ wordt.  

Slide 16 - Tekstslide

Neuroses
  •  worden veroorzaakt door:
        het weigeren om deze         
       processen toe te laten. 

  • De onderdrukte seksualiteit en woede is de belangrijkste kracht die zorgt voor geestesziekten.

Slide 17 - Tekstslide

Wat gebeurt er met een herinnering die onderdrukt is?
A
het verdwijnt
B
het blijft bewust, maar de persoon probeert er niet aan te denken
C
het blijft in het onderbewuste
D
het achtervolgt je in je dromen

Slide 18 - Quizvraag

Oedipus / Electracomplex

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

      Maak met de paardensprong uit het schaakspel een   
      woord van acht letters. 
Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
u
E
i
s
p
N
l
m

Slide 21 - Sleepvraag

Godsdienst als dwangneurose
  • Godsdienstige rituelen vertonen overeenkomst met de dwanghandelingen van zijn neurotische patiënten.

Slide 22 - Tekstslide

Godsdienst als dwangneurose

  • Godsdienst is in de grond een verwrongen vorm van dwangneurose. 

Slide 23 - Tekstslide

God als  projectie van de mens.
  • Godsdienst ontstaat door innerlijke psychologische druk.               

  • Freud ziet een evolutie van de mensheid vanaf zijn onrijpe godsdienstige kinderjaren tot aan zijn rijpe atheïstische staat.

Slide 24 - Tekstslide

Volgens Freud heeft de mens een god naar zijn beeld gemaakt.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

    Maak met de paardensprong uit het schaakspel een woord  
    van acht letters. 
Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
T
T
A
S
A
H
O
N

Slide 26 - Sleepvraag

Zijn de leerdoelen behaald?
  • Je kunt uitleggen welke invloed deze Freud heeft gehad op de hedendaagse psychiatrie.
  • Je kunt uitleggen wat 
1. de persoonlijkheidstheorie inhoudt.
2. het oedipoescomplex inhoudt.
3. zijn visie is op religie.

Slide 27 - Tekstslide