MO 31. Mai 2021

Was machen wir heute?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Was machen wir heute?

Slide 1 - Tekstslide

komende periode
formatieve toetsen op de donderdag
a) Wörterlisten Kapitel 5 + sterke werkwoorden
b) Wörterlisten Kapitel 6 + naamvallen
c) toets naar keuze

Slide 2 - Tekstslide

Kontrolliere deine Hausaufgaben

1. Onderstreep je fouten.
2. Leg aan je partner uit waarom dit fout is en wat het juiste antwoord is. Herhaal hierbij de regel!

Klaar? Ga verder met deze presentatie.
timer
8:00

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf alle vervoegingen van "werden" auf (ik word, jij wordt...)

Slide 4 - Woordweb

Ich sehe _______ Baum (m)
A
ein
B
eine
C
einen
D
Keine

Slide 5 - Quizvraag

het sterke werkwoord verlassen ziet er bij du als volgt uit:
A
verlassst
B
verlasst
C
verlast
D
verlässt

Slide 6 - Quizvraag

Jij mag
A
Du musst
B
Du sollst
C
Du darfst
D
Du kannst

Slide 7 - Quizvraag

het sterke werkwoord geben ziet er bij er als volgt uit:
A
gibt
B
giebt
C
gebt
D
gebet

Slide 8 - Quizvraag

Ich kaufe _______ Tisch (m)
A
Der
B
Die
C
Das
D
Den

Slide 9 - Quizvraag

Jullie mogen
A
Ihr könnt
B
Ihr dürft
C
Ihr müsst
D
Sie dürfen

Slide 10 - Quizvraag

Een sterk werkwoord krijgt een klinkerwisseling bij
A
ich, du
B
du, er, sie, es
C
ich, ihr
D
er, sie, es, ihr

Slide 11 - Quizvraag

................(onze) Klassenlehrer (m) heißt Meier.
A
Ihr
B
Ihre
C
Unser
D
Euere

Slide 12 - Quizvraag

............ (jullie) Weinachtsbaum (m) ist sehr schön.
A
unser
B
euere
C
unsere
D
euer

Slide 13 - Quizvraag

ik heb geweten

Slide 14 - Open vraag

Welk werkwoord is geen sterk werkwoord?
A
können
B
beweisen
C
essen
D
geben

Slide 15 - Quizvraag

Wij moeten (noodzaak)
A
wir müssen
B
wir sollen
C
ihr müsst
D
wir wollen

Slide 16 - Quizvraag

het sterke werkwoord lesen ziet er bij du als volgt uit:
A
lest
B
liest
C
list
D
lesst

Slide 17 - Quizvraag

Waaraan herken je een sterk werkwoord?
A
Verandering van klank in TT
B
Verandering van klank VT
C
Stam
D
Je kunt het horen

Slide 18 - Quizvraag

wat is een sterk werkwoord? (2 correcte antwoorden)
A
laufen
B
wohnen
C
sehen
D
spielen

Slide 19 - Quizvraag

Kloktijden
8:40
A
Es ist zwanzig vor acht
B
Es ist zwanzig nach acht
C
Es ist zwanzig vor neun
D
Es ist acht Uhr vierzig

Slide 20 - Quizvraag

het sterke werkwoord tragen ziet er bij ihr als volgt uit:
A
tragt
B
trägt
C
tragen
D
traget

Slide 21 - Quizvraag

Kloktijden
6:30
A
Es ist halb sechs
B
Es ist halb sieben
C
Es ist sechs Uhr dreißig
D
Es ist fünf Uhr dreißig

Slide 22 - Quizvraag

haar broer

Slide 23 - Open vraag

Socrative
Mache auf socrative.com Room Tiemersma4 en Tiemersma5
--> woordenlijst Kapitel 5
--> sterke werkwoorden

Slide 24 - Tekstslide