Aanvulling op thema 7, les 6a en 6b

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

Gisteren hebben jullie les 6a en 6b gemaakt. Dat is goed gemaakt behalve bij de opgaven waarin je zinnen moet maken met de nieuwe woorden. Lees dus deze aanvullende les goed door!

Let op:

In de volgende slides wordt een aantal woorden uitgelegd die in de woordenschatlessen 6a en 6b voorkwamen. 

Na de uitleg volgt een quizvraag over hoe je het woord kunt toepassen in een zin.

Beleving

De beleving geeft aan hoe je iets voelt of meemaakt. Oftewel hoe je iets beleeft. 

Voorbeeld:

In mijn beleving is de vakantie voorbijgevlogen.

Herinneringen oproepen

Wanneer je bewust weer denkt aan iets wat je hebt meegemaakt, roep je herinneringen op.

Sleep de zinnen naar het juiste vakje.

Deze zin klopt!

Deze zin klopt niet!

Die beelden roepen bij mij herinneringen op aan mijn vakantie in Frankrijk.

Ik herinner oproepen aan mijn vakantie in Frankrijk.

Ik oproepen herinneringen van die mooie vakantie.

Vastberaden

Iemand is vastberaden wanneer hij zeker weet wat hij wilt. 

Welke zin klopt?

1. Ik vastberaden dat ik de toets ga halen.
2. Ik ben vastberaden om de marathon te lopen.
3. Ik vastberaad dat ik naar die school ga.
4. Ik beraad vast minder te snoepen.

Tegendraads

Iemand is tegendraads wanneer hij iets anders wilt dan wat de meesten willen. 

Welke zin klopt?

1. Ik ben tegendraads dat ik niet luister.
2. Ik doe dit met tegendraads.
3. Ik tegendraads bij mijn ouders.
4. Zij is tegendraads, omdat ze niet luistert.

Ga nu naar Snappet!

 Kijk goed naar opgaven 7 en 8 van les 6b. Verbeter de rode bolletjes en pas de nieuw geleerde woorden op een juiste manier toe. Gebruik de zinnen in deze les ter inspiratie; neem ze niet over!

JE KAN HET!!