§1.4 & 1.5 Globalisering: one culture? & Sociale globalisering

§1.4 Globalisering: One Culture?

H1 Globalisering
1.4 route B
1.5 route C
Domein Wereld
Havo 5
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§1.4 Globalisering: One Culture?

H1 Globalisering
1.4 route B
1.5 route C
Domein Wereld
Havo 5

Slide 1 - Tekstslide

Belangrijke aandachtspunten
Een paar opdrachten uit 1.3 doornemen
start 1.4 & 1.5
werk óók aan de herhaling van 4.1 én 4.2 

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de (ruimtelijke) geografische gevolgen van de snelle economische globalisering? Noem minimaal 3 gevolgen!

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

De aanduiding van Azië is in bron 13 wel erg algemeen. Welke geografische werkwijze moet je gebruiken om een preciezer beeld van de bijdrage van Azië aan de wereldhandel te geven?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

In Europa is het aandeel van de export binnen de eigen regio veel groter dan in andere gebieden. Leg uit hoe dat komt. Je uitleg bestaat uit een oorzaak-gevolgrelatie.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

De regio Rio de Janeiro - São Paulo profiteert volgens bron 14 veel van de globalisering. Noem twee verschillende gebiedskenmerken om dit te verklaren.

Slide 10 - Open vraag

Lesdoel
  • Je begrijpt dat culturele globalisering leidt tot eenwording/homogenisering en diversiteit/heterogenisering.

Slide 11 - Tekstslide

Cultuurelementen zijn op te delen in materiële en immateriële kenmerken. Leg van beide uit wat er mee bedoeld wordt.

Slide 12 - Open vraag

Wie heeft weleens meegedaan aan een Tik-Tok challenge?
A
Ja
B
Nee
C
Ik overweeg het
D
Ik ben als voorbeeld een filmpje gestart

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Welke elementen zijn vatbaarder voor globalisering?
A
materiële kenmerken
B
immateriële kenmerken

Slide 15 - Quizvraag

Culturele globalisering
Door globalisering is er steeds meer contact tussen culturen. Dit wordt mede geholpen door:  1) internationaal toerisme, 2) handel en 3) migratie helpen hierbij. Ook 4) informatietechnologie is hierin van belang.

Culturele globalisering leidt aan de ene kant tot homogenisering, dus het steeds meer gelijk worden van culturen. Maar het leidt ook tot heterogenisering, waarin mensen ook vasthouden aan hun eigen cultuurelementen en er een mengcultuur ontstaat. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Globalisering: Arabische Lente
Wat hebben Moderne Media betekent voor volksopstanden zoals de Arabische Lente?

Veelal worden deze protesten via online diensten georganiseerd, buiten invloed van de autoriteiten.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Leg in eigen woorden uit hoe informatietechnologie heeft bijdragen aan de protesten in Soedan.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Bekijk de kaart op de vorige slide. Welke conclusie kan je trekken als het gaat om de richting van informatiestromen?

Slide 22 - Open vraag

Leg uit hoe de ontwikkeling van de informatietechnologie bijdraagt aan culturele globalisering.

Slide 23 - Open vraag

Diffusie van cultuurelementen
(een proces, waarbij een cultuurelement wordt overgebracht in een andere cultuur. De andere cultuur neemt dit als het ware in zich op)

Op 3 schaalniveaus:
  • mondiaal - noord <-> zuid
  • internationaal - tussen landen
  • nationaal - binnen landen, vanuit de stad over de rest van het land

Slide 24 - Tekstslide

Diffusie van cultuur
Diffusie is een proces, waarbij een cultuurelement wordt overgebracht in een andere cultuur. De andere cultuur neemt dit als het ware in zich op. Een voorbeeld is dat in de Verenigde Staten veel muziek beïnvloedt door andere culturen, zoals die van latino's en Afro-Amerikanen.

Slide 25 - Tekstslide

Globalisering beïnvloedt culturele eenheid, maar ook diversiteit:
Homogenisering: door verwestersing gaan culturen op elkaar lijken
Heterogenisering: door wereldwijde migratie ontstaat vooral in grote steden een mix van westerse en niet-westerse cultuurelementen



Slide 26 - Tekstslide

Sleep de omschrijving naar het juiste begrip. 1 begrip gebruik je niet, een andere twee keer.
Homoge-
nisering
Amerika-
nisering
diffusie
Hetero-
genisering
Lingua Franca (voertaal)
Regionale
Identiteit

Slide 27 - Sleepvraag

Welke uitspraak is onjuist?

Ondanks de globalisering zullen culturen niet snel verdwijnen, omdat ...
A
culturen niet beïnvloed worden door de globalisering
B
de echte cultuurelementen diep in de samenleving zijn geworteld
C
slechts een klein deel van de bevolking de westerse cultuur overneemt
D
de bevolking cultuurelementen van een andere cultuur overneemt, maar deze aan de eigen cultuur aanpast.

Slide 28 - Quizvraag

Kortom
  • Je begrijpt dat culturele globalisering leidt tot eenwording/homogenisering en diversiteit/heterogenisering.
  • Je begrijpt de invloed/rol van informatietechnologie op globalisering
  • Je weet het verband tussen informatieuitwisseling en het triadisch netwerk

Slide 29 - Tekstslide

1.5 Sociale Globalisering

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoelen bij 
Sociale Globalisering

  • Je weet hoe globalisering de internationale migratie stimuleert.
  • Je begrijpt het verband tussen globalisering en het ontstaan van transnationale netwerken.

Slide 31 - Tekstslide

Hoeveel procent van de wereldbevolking woont NIET in het land waar hij of zij geboren is? Dit is ca.
A
0,3%
B
3%
C
13%
D
30%

Slide 32 - Quizvraag

De grootste economische migratiestroom in de wereld verloopt van...
A
Noord naar Noord
B
Noord naar Zuid
C
Zuid naar Noord
D
Zuid naar Zuid

Slide 33 - Quizvraag

Wat is geen pushfactor?
A
Gebrek aan werk
B
Een natuurramp
C
Goed betaald werk
D
oorlog

Slide 34 - Quizvraag

Waarheen vluchtten sinds 2012 de meeste Syriërs?
A
Naar Europa
B
Naar Amerika
C
Naar Turkije
D
Ze blijven in de regio

Slide 35 - Quizvraag

Sinds 1990 neemt het aantal internationale migranten...
A
af
B
toe

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Tekstslide

Welke van deze 4 manieren gelden voor de migratie van Afrika naar Europa?
A
Verschil in welvaart
B
Verschil in leeftijdsopbouw
C
Verbetering transport- en communicatie tech.
D
Ontschotting tussen landen

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Tekstslide

Zie bron 27: welke oorzaak van internationale migratie zie je in de bron?
A
Culturele reden
B
Economische reden
C
Fysisch-geografische reden
D
Demografische reden

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide

Westerse allochtonen
Surinamers
Marokkanen en Turken
Antilianen
Inwoners van de EU kunnen zich vrij vestigen
Als arbeidsmigrant of volgmigrant naar NL gekomen
Tot 1975 kolonie van NL
Behoren bij Koninkrijk der Nederlanden

Slide 42 - Sleepvraag

Belangrijke aandachtspunten
start 1.4 & 1.5
werk óók aan de herhaling van 4.1 én 4.2 (domein wereld)

Slide 43 - Tekstslide