4.1 & 4.3 - puberteit en de man

Thema 4:
Voortplanting

Basisstof 1: De puberteit
Basisstof 3: De man

vmbo kgt

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Thema 4:
Voortplanting

Basisstof 1: De puberteit
Basisstof 3: De man

vmbo kgt

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Planning thema 4
  • introductie thema en regels
  • Uitleg basisstof 1 en 3
  • Werktijd
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Planning thema 4
Week 1: Basisstof 1 en 3 ( de puberteit en de man)
Week 2: basisstof 2 (de vrouw)
Week 3: basisstof 4 en 5 (seks enzo en veilig vrijen)
week 4: basisstof 6 en 8 (bevruchting en bevalling)

Voor de toets hoef je basisstof 5 (veilig vrijen) NIET te leren, behalve de mavo leerlingen. 

Slide 3 - Tekstslide

Gedragsregels
  1. RESPECT.
  2. We lachen niemand uit.
  3. Elke vraag mag gesteld worden, zonder dat iemand daar op reageert.
  4. We kwetsen elkaar niet met opmerkingen. 

Slide 4 - Tekstslide

Puberteit

Slide 5 - Woordweb

Basisstof 1: De puberteit

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen basisstof 1:
Aan het einde van de les:

  • kun je primaire en secundaire geslachtskenmerken noemen.
  • kun je de lichamelijke en geestelijke veranderingen in de puberteit beschrijven.

Slide 7 - Tekstslide

Geslachtskenmerken
Als een kindje geboren wordt kun je aan het geslacht / sekse zien of de baby een jongen of een meisje is. 
Dit noem je geslachtskenmerken.


Slide 8 - Tekstslide

Geslacht
Jongens hebben een balzak en de penis. 
Meisje hebben de vulva (schaamlippen, clitoris en opening van de vagina). 

Een persoon met onduidelijke of beide geslachtskenmerken noem je intersekse.

Slide 9 - Tekstslide

Intersekse (plastic model)

Slide 10 - Tekstslide

Hoe heet de buitenkant van het vrouwelijke geslacht?

Slide 11 - Open vraag

Leuk feitje!
Wist je dat elke baby begint met een soort van vrouwelijke geslachtskenmerken? 
Als er een Y-chromosoom aanwezig is dan vergroeid het geslacht tot penis en de balzak.

Slide 12 - Tekstslide

Primaire en secundaire geslachtskenmerken.


Primaire geslachtskenmerken, hier wordt je mee geboren zoals de penis of vulva.
Secundaire geslachtskenmerken ontstaan in de puberteit.

Slide 13 - Tekstslide

Secundaire geslachtskenmerken.

Slide 14 - Woordweb

Wie komen er eerder in de puberteit?
A
Jongens
B
Meisjes
C
Tegelijk

Slide 15 - Quizvraag

Veranderingen
In de puberteit verandert je lichaam, dit noem je lichamelijke veranderingen
Maar ook je gevoelens, gedachten, sociale leven en zelfstandigheid veranderen, dit noem je geestelijke veranderingen.

Slide 16 - Tekstslide

Verliefdheid is een voorbeeld van
A
Lichamelijke verandering
B
Geestelijke verandering

Slide 17 - Quizvraag

Vragen over de puberteit? (anoniem)

Slide 18 - Open vraag

Basisstof 3: De man

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen basisstof 3:
Aan het einde van de les:

  • kun je de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken
  • kun je de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.

Slide 20 - Tekstslide

Geslacht
De man herken je aan de penis en de balzak. 

Elke penis is uniek met zijn eigen vorm en lengte. 

Slide 21 - Tekstslide

De gemiddelde penislengte (stijf) in Nederland is
A
6 tot 9 cm
B
10 tot 13 cm
C
13 tot 16 cm
D
16 cm of groter

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Leuk feitje!
Bijna elke man liegt over de lengte van hun penis. 

Een penis kan slap heel klein zijn en stijf heel groot. 

Slide 24 - Tekstslide

Vragen over de penis? (anoniem).

Slide 25 - Open vraag

De ballen
Teelballen produceren (maken) zaadcellen /spermacellen.
Bijballen slaan de zaadcellen op. Balzak is een huidplooi waarin de teelballen en bijballen liggen.

Slide 26 - Tekstslide

Waarom liggen de ballen in een huidplooi buiten de buikholte?

Slide 27 - Open vraag

Prostaat en penis
De zaadleider brengt de zaadcellen naar de prostaat.
De prostaat en zaadblaasjes voegen vocht toe aan de zaadcellen. De zaadblaasjes voegen ook voedingsstoffen toe.

Slide 28 - Tekstslide

Prostaat en penis
Nadat het vocht is toegevoegd noem je het sperma. Via de urinebuis verlaat het sperma de penis. 

Via de urinebuis wordt ook de urine (plas) vervoerd. 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Zwellichamen
De top van de penis, de eikel, is gevoelig. De eikel is bedekt met de voorhuid
De zwellichamen zorgen voor een stijve penis (erectie). De zwellichamen vullen zich dan met bloed.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Wat heeft een jongen die besneden heeft niet meer?
A
Zwellichamen
B
Bijballen
C
Voorhuid
D
Eikel

Slide 33 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor
geslachtsgemeenschap?

Slide 34 - Open vraag

Zaadcellen
Tijdens een zaadlozing komt er sperma uit de penis, dit sperma bevat zaadcellen.

Slide 35 - Tekstslide

Zaadcellen
In de kop van de zaadcel ligt de celkern met het erfelijke materiaal van de man. 

Met de zweepstaart beweegt de spermacel.

Slide 36 - Tekstslide

Bevruchting
Een zaadcel kan een eicel bevruchten. Er kan maar 1 zaadcel samen smelten met de eicel. 

De eicel is de grootste cel die een mens (vrouw) heeft!!

Slide 37 - Tekstslide

Vragen over deze basisstoffen? (anoniem)

Slide 38 - Open vraag

Werktijd
  • Maken de opdrachten van 4.1 en 4.3
  • Samenvatten 4.1 en 4.3
  • Vragen stellen
  • Poster maken 

Slide 39 - Tekstslide