Vakkennis basisjaar 4.2 herhaling kleuren knippen 2021

Vakkennis periode 4
Basisjaar 4.2
2021

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
theorie kapperMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vakkennis periode 4
Basisjaar 4.2
2021

Slide 1 - Tekstslide

Materialen voor kleuren

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

opent
shampoo
verf
sluit
conditioner
nabehandeling
pH waarden

Slide 5 - Tekstslide

Knippen

Je knipt het haar voordat je gaat kleuren, omdat:


  • Je handen tijdens het knippen anders in aanraking komen met het kleur product, wat huidirritatie kan opleveren.
  • Je zo de haarpunten minder snel beschadigt.
  • Je bezuinigt op het kleur product.
  • Het kleuren minder tijd kost als je korte(re) haren behandelt.
  • Je de techniek kan aanpassen aan de pas geknipte coupe.
  • Je zo eventuele poreuze punten direct verwijdert.

Slide 6 - Tekstslide

Wassen

Je wast het haar voordat je gaat kleuren met een tijdelijk kleurproduct. Met een blijvend kleurproduct was je het haar alleen als het sterk vervuild is, anders wordt het resultaat vlekkerig. Was het haar met een milde shampoo en met een vlakke hand. Zo maak je de huid niet onnodige gevoelig.

Slide 7 - Tekstslide

Uitspoelen, wassen, nabehandelen 
Wassen en knippen 
Kleurproduct opbrengen en laten inwerken
Benodigdheden klaar leggen
Kleurproduct klaarmaken

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Kleuren

Slide 10 - Woordweb

  • De eigen kleur voldoet niet meer aan de wens
  • Modekleuren
  • De eerste grijze haren worden zichtbaar
  • Het haar is geheel of gedeeltelijk grijs

Redenen voor kleuren 

Slide 11 - Tekstslide

Kleurveranderingsmethode 
Blijvende kleuring
: Werkt in de vezel laag 
Tijdelijke kleuring: Vormt een laagje om het haar 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Gehele kleuring
Folies
Uitgroei
Balayage
Totaal kleuring
Deel kleuring 

Slide 15 - Sleepvraag

Voorbehandeling van kleuren 
Ontkleuren 
  • (pigment verwijderen)
Voorpigmenteren 
  • (pigment toevoegen)
Beschermende voorbehandeling 
  • (poreuze delen opvullen, gelijkmatige opname van de kleur)

Slide 16 - Tekstslide

Kleurtoon
geeft het kleurgebied aan dus geel, rood, blauw, groen, paars en oranje.
Kleurhoogte/helderheid
Geeft de graad aan van de helderheid van een kleur. --> hoe licht of donker --> 1 tot 10

Slide 17 - Tekstslide

Kleurenleer
Primair: Hoofdkleuren --> rood, blauw en geel
Secundair: menging van de primaire kleuren --> groen, paars en oranje
Complementair: liggen tegenover elkaar en hebben een opheffende werking op elkaar --> geel en paars, rood en groen, blauw en oranje.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Kleurkarakter 
Neutrale kleurkarakters​
Zijn geen extra kleurkarakters toegevoegd 

Warme kleurkarakters ​
Vallen binnen het kleurgebied rood, oranje en geel  goud, koper en geel​
Lijken lichter dan natuur​

Koude kleurkarakters​
Vallen binnen het kleurgebied violet, blauw en groen  as, mat en cendré (blauw)​

Slide 21 - Tekstslide

Primair
Secundair
rood
blauw
groen
violet
geel
oranje

Slide 22 - Sleepvraag

Er zijn drie soorten tijdelijke kleurproducten:
1. kleurversteviging
Het verstevigt het haar en legt een kleurlaagje om de schubben laag heen.
2. kleurspoeling
Een kleurspoeling breng je op gewassen handdoekdroog haar aan. Je brengt het rechtstreeks op uit de tube of flacon. 
3. semi-permanente kleuring
Een combinatie tussen spoeling en verf. werkt dus ook in de vezellaag

Slide 23 - Tekstslide

Er zijn vier verschillende soorten blijvende kleurproducten:
1 oxidatiekleuring
Verf
2 extra verhelderende kleuring
Verf op kleurhoogte 11, 12, 13
3 ontkleuring
Blondering
4 henna
Natuurlijk product

Slide 24 - Tekstslide

Opbreng volgorde 
Warmte heeft invloed op het opbrengen van kleuren. Warmte versnelt het proces. De kleur ontwikkeld hierdoor dus sneller.
Op het plaatje zie je dat het aan de aanzet het warmste is(rood). In de punten is het koud (blauw)

Slide 25 - Tekstslide

Je geeft het haar een nabehandeling om het oxidatieproces te stoppen en het haar weer in conditie te brengen. De nabehandeling zorgt er namelijk voor dat de haarschubben zich sluiten.
  • conditioner
  • masker 
  • lotion

Slide 26 - Tekstslide

knippen

Slide 27 - Woordweb

Welke kniplijnen zie je op de afbeeldingen?

Slide 28 - Tekstslide

Vormen van een coupe

Slide 29 - Tekstslide

Effilatie technieken

Door punt-effilatie vallen de haarpunten rustiger en lopen de haarpartijen vloeiend in elkaar over.
Door lengte-effilatie valt het haar soepeler. Zwaar haar wordt dus lichter en soepeler.
Door diepte-effilatie creëer je volume bij de hoofdhuid. Zwaar haar wordt hierdoor lichter en soepeler.

Slide 30 - Tekstslide

Doel effilatie:
  • Richting geven aan het haar​
  • Haarpartijen vloeiend in elkaar over laten lopen​
  • Botte kniplijnen te verzachten​
  • Dik haar of dicht ingepland haar meer volume geven​
  • Speels effect te geven 

Slide 31 - Tekstslide

Je knipt een vierkante vorm bij de heer.
Als je aan het knippen ben, beeld je verticale en horizontale lijnen in.
bij de zijkanten knip je gelijke of afnemende lengte. Is afhankelijk van de vorm hoofd.
in de nekparty knip je afnemende lengte

Slide 32 - Tekstslide

Achterkant
Zijkant

Slide 33 - Tekstslide

Als wij gaan kleuren, gaan wij eerst knippen om huidirritatie te voorkomen bij ons zelf
A
Goed
B
Fout

Slide 34 - Quizvraag

Wij welke kleuring gaan we eerst wassen?
A
Blijvende
B
Henna
C
Tijdelijke

Slide 35 - Quizvraag

Een blijvende kleuring werkt tot in de .... van het haar
A
merg
B
Schubbenlaag
C
Vezellaag

Slide 36 - Quizvraag

Welke van de onderstaande voorbeelden is een complementaire kleur?
A
Rood + violet
B
Oranje + blauw
C
Geel + blauw

Slide 37 - Quizvraag

De lengte in de nek neemt toe. Welke kniptechniek is dit?
A
Afnemende
B
Toenemende
C
Gelijke
D
Een lengte lijn

Slide 38 - Quizvraag

Welke kleuren vallen onder de koude kleuren?

Slide 39 - Open vraag

welke vorm van effilatie pas ik toe als ik een soepele overloop in de punten wil?
A
diepte effilatie
B
lengte effilatie
C
punt effilatie

Slide 40 - Quizvraag