Klachtgesprek

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Gesprekken Klachtgesprek:
  • Filmpje met vragen
  • Hoe handel je een klacht af: tips
  • Opdracht in tweetallen



Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les:
- heb je een klachtgesprek voorbereid
- kun je een klachtgesprek voeren

Slide 3 - Tekstslide

Rabia krijgt een klacht van een klant.
Hierover krijg je vragen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Wat is het probleem van de klant die belt?
Noteer de klacht zo nauwkeurig mogelijk.

Slide 6 - Open vraag

Hoe laat Rabia merken dat ze begrip heeft voor de klacht?
A
Ze biedt haar excuses aan en wil meer te weten komen over de klacht.
B
Ze zegt er niet veel aan te kunnen doen, omdat een ander bedrijf de kleden heeft bezorgd.
C
Ze belooft dat er zo snel mogelijk twee nieuwe kleden worden bezorgd.

Slide 7 - Quizvraag

De klant wil de manager spreken. Hoe reageert Rabia hierop?
A
Ze verbindt de klant door met de manager.
B
Ze probeert zelf een oplossing te vinden voor de klacht.
C
Ze zegt dat de manager niet aanwezig is.

Slide 8 - Quizvraag

Rabia zegt: "Dat betekent dat LogicQuick verantwoordelijk is voor de bezorging".

Wat bedoelt ze hiermee?
A
Dat de klant zelf contact op moet nemen met het bezorgbedrijf.
B
Dat de schuld ligt bij het bezorgbedrijf.
C
Dat Rabia niet veel kan doen, want ze hebben geen contact met het bezorgbedrijf.

Slide 9 - Quizvraag

Stel dat jij de klant was, zou je dan tevreden zijn met deze oplossing?
JA
NEE

Slide 10 - Poll

Wat valt je op aan de manier
waarop Rabia het gesprek voert?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Hoe handel je een klacht af:
  1. Luister naar de klacht.
  2. Reageer pas als de ander helemaal klaar is.
  3. Vraag door bij onduidelijkheden.
  4. Toon begrip, neem de klager en de klacht serieus.
  5. Vraag de klager of hij een voorstel voor een oplossing heeft.
  6. Stel een oplossing voor. 
  7. Vraag aan het eind aan de klager of hij tevreden is met de oplossing.

Slide 13 - Tekstslide

OPDRACHT 

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Werkblad


Slide 15 - Tekstslide

BEOORDELING
 Luistert de medewerker naar de klacht en reageert hij pas nadat de klant zijn verhaal heeft gedaan?
 Toont de medewerker begrip voor de klacht?
 Vraagt de medewerker of de klant een voorstel voor een oplossing heeft?
 Doet de medewerker een voorstel voor een oplossing?
 Vraagt de medewerker of de klant tevreden is met de oplossing?

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste dat jij hebt geleerd over het voeren van een klachtgesprek?

Slide 17 - Open vraag

Ik ben klaar voor het examen Gesprekken voeren
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag