Examenstrategie 9: Functiewoorden

Examenstrategie 9:
Functiewoorden
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Examenstrategie 9:
Functiewoorden

Slide 1 - Tekstslide

Functiewoorden
Woorden zoals:
- besides                       - but
- even though             - yet
- however                      - because
- therefore                    - nevertheless
- whereas                      - although
- furthermore              - despite

Slide 2 - Tekstslide

Waarom belangrijk?
- Zijn belangrijk bij minstens 50% van de invulvragen (gap-fill).
- Zijn belangrijk voor minstens 50% van de andere meerkeuze
   vragen. 

Waarom? -> Ze geven verbanden in de tekst aan: oorzaak, 
gevolg, voorwaarde, opsomming, volgorde, conclusie, 
tegenstelling, vergelijking, voorbeelden. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoog scoren op examen?
- Ken de functiewoorden (betekenis).
- Weet wat voor doel/functie ze hebben. 
- Kijk naar het verband tussen twee alinea's, hoe linken ze aan
   elkaar, wat doet de ene anders dan de andere?
- Kleur/highlight/onderstreep ze altijd! 
- Ga bij vragen over verbanden/gap-fill altijd eerst opzoek naar 
   dit soort woorden!

Slide 4 - Tekstslide

Uitbreiding / Opsomming
- actually, also, and, as well as, besides, both ... and ..., even, 
   first/second/third, furthermore, in addition,  indeed, in fact, 
   moreover, neither ... nor ..., not only ... but also ..., 
   one ... another ..., or, too, what's more 


Slide 5 - Tekstslide

Reden / Oorzaak
- after all, as, as a result of, because, for, since 

Slide 6 - Tekstslide

Tegenstelling
- actually, admittedly, although, besides, but, by contrast, 
   certainly, conversely, despite, either ... or ..., even so, however, 
   in fact, in spite of, instead, nevertheless, now, of course, 
   on the one hand ... on the other ... paradoxically, rather, still, 
   sure, then again, to be fair, true, whereas, while, yet

Slide 7 - Tekstslide

Voorwaarde
- if, provided (that), unless

Slide 8 - Tekstslide

Tijd / Volgorde
- before, earlier, eventually, initially, in the past, later, now, 
   once, present, today, until, meanwhile

+ jaartallen / seizoenen / dagen / (rang)telwoorden

Slide 9 - Tekstslide

Gevolg / Conclusie
- after all, as a result, consequently, hence, in short, so, 
   that's why, therefore, thus

Slide 10 - Tekstslide

Vergelijking
- as if, equally, likewise, similarly

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeelden
- for example, for instance, like, such as

Slide 12 - Tekstslide