Unit 5 lesson 3

Unit 5: Animal life
Lesson 3: My pet friend
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Unit 5: Animal life
Lesson 3: My pet friend

Slide 1 - Tekstslide

This lesson
  • ​Ik kan korte beschrijvende teksten begrijpen​
  • Ik kan zoekend lezen​
  • Ik kan vertalingen in een woordenboek opzoeken
_________________________________________
  • Text 1: skimming & scanning​
  • Make exercise 23 ​
  • Word strategy
  • Make exercises 25, 26, 27, 30, 31, 32  

Slide 2 - Tekstslide

What is this text about?
  • Ik kan de woorden uit unit 3 en 4 gebruiken bij lezen en schrijven.​
  • Ik kan vragen beantwoorden over een tekst.
timer
0:30

Slide 3 - Tekstslide

timer
1:00
What is scanning?

Slide 4 - Woordweb

TB, Text 1 page 76
WB, Exercise 24 page 78
  1. Lees de leestip
  2. Lees vraag 1 t/m 3 van opdracht 24
  3. Bedenk waar je naar gaat zoeken om de vragen te beantwoorden
  4. Zoek naar de informatie en beantwoord de vragen
timer
1:30

Slide 5 - Tekstslide

Were there any words in the text that you didn't understand? Which ones?
timer
0:30

Slide 6 - Open vraag

What do you do when you don't know a word?
A
underline the word
B
skip the word
C
lookup the word in the dictionary
D
try to understand the word from the context

Slide 7 - Quizvraag

Woordstrategieën

  1. Hoe past het in de zin (in context)?
  2. Andere taal? 
  3. Is een onderdeel van het woord bekend? Hak het woord in stukjes.
Woordenboek tips

  1. De woorden staan in alfabetische volgorde.
  2. Zoek het basiswoord. ('slow' i.p.v. 'slowly',
  3. Kies de juiste betekenis: wat past bij de tekst/zin?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Welke van deze klopt niet?
A
Context gebruik je om woorden te begrijpen zonder woordenboek/translate
B
Je leest het stuk tekst voor en na het moeilijke woord
C
Woorden vergelijken met woorden uit andere talen helpt
D
Je hebt niks aan andere talen bij het lezen van Engels

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
consult of construct
A
consult
B
construct

Slide 11 - Quizvraag

Zoek op in een woordenboek E-N:

sensible
A
verstandig
B
gevoelig
C
gevoeligheid
D
zinnig

Slide 12 - Quizvraag

Zoek op in een woordenboek E-N:

inexpensive
A
uitgaven
B
duur
C
goedkoop

Slide 13 - Quizvraag

Homework Unit 5 lesson 3
 Write words lesson 3 in notebook

      Make exercise 25, 26, 27, 28, 30, 31 & 32

Slide 14 - Tekstslide