In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Instructie
Je krijgt hierna oefenvragen die je kunnen helpen bij het voorbereiden op het proefwerk.
Nadat de oefentoets is gemaakt, sluit de docent de toets en kunnen jullie zelf je antwoorden checken.
Schrijf je foute antwoorden op en gebruik dit om nog eens extra naar te kijken bij het leren.
Succes!
Slide 1 - Tekstslide
Waarom bouwden juist de Oost-Duitsers de muur tussen West- en Oost-Berlijn?
A
Ze wilden de stroom van West-Duitsers die Oost-Duitsland binnen wilden stoppen.
B
De Muur diende als verdediging in de Tweede Wereldoorlog toen Oost- en West-Duitsland met elkaar in oorlog waren.
C
De bewoners van statige herenhuizen in Oost-Berlijn lieten de muur bouwen om zich af te scheiden van de arbeiderswijken in West-Berlijn.
D
Ze wilden de stroom van Oost-Duitsers die vluchtten naar het vrije Westen stoppen
Slide 2 - Quizvraag
Welk proces zie je op het kaartje het duidelijkst?
A
suburbanisatie
B
urbanisatie
C
re-urbanisatie
D
cityvorming
Slide 3 - Quizvraag
Zet 1, 2 en 3 onder elkaar en vul het juiste antwoord in. Vooral de oude woonwijken in (1). -Duitsland hadden een opknapbeurt nodig. Als je nu door die wijken loopt, is de (2) vernieuwing uit die periode goed te zien. De woningen zelf zijn meestal opgeknapt. Een ander woord daarvoor is (3). Ook de woonomgeving is aangepakt, zoals de straten en de parken.
Slide 4 - Open vraag
Welk begrip past niet bij de foto?
A
stedelijke vernieuwing
B
gentrificatie
C
binnenstad
D
oude woonwijk
Slide 5 - Quizvraag
lichte industrie
zware industrie
computer fabrikant
hoogovens
oliebedrijven
staalfabrieken
de Volkswagenfabriek
Slide 6 - Sleepvraag
Welke ontwikkelingen kun je met deze figuur laten zien?
A
De productie van al deze producten is gestegen in 2012 ten opzichte van 1995.
B
De export is in 2012 voor al deze producten belangrijker geworden ten opzichte van 1995.
C
Er worden in Duitsland in 2012 meer chemische en farmaceutische producten verkocht dan elektronische producten.
D
Er zijn in 2012 meer Duitse auto’s verkocht dan in 1995.
Slide 7 - Quizvraag
Bekijk het kaartje. Je ziet vaker dat bedrijven die hetzelfde produceren bij elkaar gaan zitten. Ze kunnen dan van elkaar profiteren. Dit noem je..
Slide 8 - Open vraag
Het aandeel van ouderen in de Duitse bevolking neemt toe. Dit noem je...
A
ontgroening
B
levensverwachting
C
vergrijzing
Slide 9 - Quizvraag
Er zijn in Duitsland drie gebieden met vertrekoverschotten. Je ziet ze op het kaartje. Wat is in alle drie de gebieden de belangrijkste reden om weg te gaan?
A
Hoge gemiddelde leeftijd
B
Hoge werkloosheid
C
Slechte kwaliteit infrastructuur
D
Gebrek aan voorzieningen
Slide 10 - Quizvraag
Door toe- of afname van de bevolking ontstaan meer verschillen tussen vertrek- en vestigingsgebieden. Er ontstaat bijvoorbeeld een verschil in welvaart. Verschillen in welvaart tussen het ene gebied en het andere noem je...
Slide 11 - Open vraag
In welk gebied groeit de bevolking niet?
A
het zuiden
B
het westen
C
rond Berlijn
D
het oosten
Slide 12 - Quizvraag
Vul het juiste woord in. Duitsland is op veel gebieden ‘groot’ in Europa. Duitsland heeft na Rusland de grootste bevolking in Europa. Het land heeft wel de eerste plaats in handen als je kijkt naar de economie: ........ is het hoogst van Europa
Slide 13 - Open vraag
West-Duitsland
Oost-Duitsland
Lage(re) inkomens
communisme
meer export
bij de EU na 2000
aantal inwoners neemt af
hoge(re) inkomens
kapitalistisch
aantal inwoners neemt toe
Slide 14 - Sleepvraag
In welk Europees land zullen volgens deze kaartjes de grootste problemen kunnen ontstaan, als je kijkt naar de demografische ontwikkeling?
A
Zweden, want dat land heeft een hoge vergrijzing terwijl het aantal inwoners toeneemt
B
Portugal, want dat land heeft een redelijk hoge vergrijzing terwijl het aantal inwoners afneemt
C
Duitsland, want dat land heeft een hoge vergrijzing terwijl het aantal inwoners afneemt
D
Polen, want dat land heeft een lage vergrijzing terwijl het aantal inwoners afneemt
Slide 15 - Quizvraag
SLeep de onderdelen naar de juiste plek in het model.
Geboorteplanning
Veel kindersterfte
Duitsland in 2025
Nigeria in 2020
Slide 16 - Sleepvraag
Het tegenovergestelde van suburbanisatie is...
A
re-urbanisatie
B
urbanisatie
C
allebei zijn goed
D
geen van beide
Slide 17 - Quizvraag
Bij gentrificatie worden oude woonwijken opgeknapt. Wie doen dit?
A
Gemeentes
B
Arme oorspronkelijke bewoners
C
Rijkere nieuwe bewoners
D
Rijke investeerders uit het buitenland
Slide 18 - Quizvraag
Welke bebouwing vindt je het minste in de historische binnenstad?
A
Winkels
B
Hoogbouw
C
Woonhuizen
D
Supermarkten
Slide 19 - Quizvraag
Wat betekent re-urbanisatie?
Slide 20 - Open vraag
Bedenk twee redenen waarom veel Oekraïners graag bij de EU willen horen.
Onderbouw ten minste één van je redenen.
Slide 21 - Open vraag
Stel dat Oekraïne wordt toegelaten tot de EU.
Welke twee demografische gevolgen zou dat kunnen hebben in Oekraïne? Licht je antwoord toe door middel van het begrip selectieve migratie.
Slide 22 - Open vraag
Noteer twee redenen waarom de Europese Unie is opgericht.
Slide 23 - Open vraag
Noteer twee voordelen van de EU voor jou als je naar Spanje op vakantie gaat.
Slide 24 - Open vraag
EU en handel
Welk bedrijf zou het best vanuit Nederland naar een Oost-Europees land verplaatst kunnen worden?
A
advocatenkantoor
B
producent van isolerende raamkozijnen
C
een kledingmerk voor goedkope kleding
D
olieraffinaderij uit de Rotterdamse haven
Slide 25 - Quizvraag
Leg uit dat de toetreding van vier landen in Oost-Europa tot de EU (mede) bijgedragen heeft aan de groei van de economie .