2022-11-01 Herhalen (2) begrippen, decimalen, vereenvoudigen

Vereenvoudig het VERSCHIL van driekwart en een kwart
A
42
B
21
C
83
D
64
1 / 8
volgende
Slide 1: Quizvraag
RekenenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 8 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Vereenvoudig het VERSCHIL van driekwart en een kwart
A
42
B
21
C
83
D
64

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vereenvoudig de breuk 16/24

(gebruik de schuine streep als breukstreep)

Slide 2 - Open vraag

2/3
De SOM van 8,4 en 0,03 is

Slide 3 - Open vraag

8,43
Zes op de 30 leerlingen dragen een bril. Vereenvoudig de verhouding en schrijf als een breuk.
A
306
B
153
C
61
D
51

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het PRODUCT van 0,4 en 6,0 is
A
6,4
B
24
C
2,4
D
0,24

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het VERSCHIL van twee breuken is 0,1 (of 1/10)
Welke berekening hoort daarbij?
A
202101
B
51+51
C
0,60,5
D
52101

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Boer Jan heeft een haan. De haan loopt soms ook op het land van boer Piet. Nu hebben ze ruzie want de haan legde gisteren precies op de grens van hun land een ei.
Van wie is dat ei?
Antwoord op de volgende slide.

Slide 7 - Tekstslide

Een haan legt geen ei dus van niemand.
Van wie is het ei dat de haan precies op de grens legt?
Boer Jan
Boer Piet
Van niemand
Ei koken en in twee gelijke stukken verdelen.

Slide 8 - Poll

Een haan legt geen ei ;-)