6.4 Iedereen betaald mee.

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is Denivellering?
A
Het inkomensverschil word groter
B
Het vermogensverschil word groter
C
Het vermogensverschil word kleiner
D
Het inkomensverschil word kleiner

Slide 2 - Quizvraag

Bij een proportioneel belastingstelsel is er sprake van denivellering
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Is de Nederlandse hypotheekrenteaftrek nivellerend of denivellerend?
A
nivellerend
B
denivellerend
C
beiden
D
geen van beiden

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Draagkrachtbeginsel
A
De mensen met lage inkomens betalen meer belasting.
B
Mensen met hoge inkomens betalen meer belasting
C
Mensen met een hoog belastbaar inkomen betalen ook in % meer belasting
D
Mensen met een laag belastbaar inkomen betalen in % meer belasting.

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het profijtbeginsel
A
Dat de belasting wordt afgestemd op de hoogte van je inkomen
B
Dat het inkomen voor een deel naar de armen gaat
C
Dat je betaald als je ergens gebruik van maakt
D
Dat je belasting moet betalen over een slecht (ongezond) product

Slide 9 - Quizvraag

Het profijtbeginsel wordt toegepast bij
A
Loonbelasting
B
Wegenbelasting
C
Sociale zekerheid
D
Vermogensbelasting

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Het progressief belastingstelsel valt onder het...
A
Profijtbeginsel
B
Draagkrachtbeginsel
C
Solidariteitsbeginsel

Slide 12 - Quizvraag

Mensen met meer inkomen moeten in verhouding meer inkomstenbelasting betalen. Hier past de overheid het.... toe
A
draagkrachtbeginsel
B
profijtbeginsel

Slide 13 - Quizvraag

De motorrijtuigenbelasting valt onder het....
A
Profijtbeginsel
B
Draagkrachtbeginsel
C
Solidariteitsbeginsel

Slide 14 - Quizvraag

Bij het kopen van een ID-kaart wordt uitgegaan van het .......
A
draagkrachtbeginsel
B
profijtbeginsel

Slide 15 - Quizvraag

Welk idee hoort bij 'sterkste schouders dragen de zwaarste lasten'?
A
profijtbeginsel
B
draagkrachtbeginsel

Slide 16 - Quizvraag