6.3 en 6.4 Weer, klimaat en klimaatzones

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

               6.3 Weer en klimaat

Leerdoelen:

1. Je weet het verschil tussen weer en klimaat.

2. Je kunt een klimaatgrafiek lezen.

6.3 Weer en klimaat

Wat is het weer vandaag in Nederland?

6.3 Weer en klimaat

• Weer kan per dag en plaats verschillen.
  
  
• Temperatuur: hoe warm of koud het is.
  
  
• Regen, sneeuw, mist, hagel noem je neerslag.

6.3 Weer en klimaat

Weer en klimaat

• gemiddelde temperatuur en neerslag noem je klimaat. (per 30 jaar)
  
  
• In een klimaatgrafiek kun je de gemiddelde aflezen.
  
  
• neerslag = in milimeter
• temperatuur = in graden celcius 

Geef hier de opmerking dat ze eerste moeten lezen dan de vragen beantwoorden. 

Aan de slag

Basis:   blz. 58 + 59    opdracht 1 t/m 3

Kader:  blz. 64 + 65    opdracht 1 t/m 3 

Leerdoelen:

1. Je weet het verschil tussen weer en klimaat.

2. Je kunt een klimaatgrafiek lezen.

6.3 Weer en klimaat

               6.3 Weer en klimaat

Leerdoelen:

1. Je weet het verschil tussen weer en klimaat.

2. Je kunt een klimaatgrafiek lezen.

6.3 Weer en klimaat

6.3 Weer en klimaat

Ligging op aarde en temperatuur

• De evenaar is een denkbeeldige horizontale lijn.
• een gebied rondom de evenaar heeft een lage breedte.
  
  
• de zon staat daar hoog, en daarom is het er altijd warm.

6.3 Weer en klimaat

Ligging op aarde en temperatuur

• hoe verder van de evenaar, hoe schuiner de zonnestralen, dus kouder.
  
  
• De noord en zuidpool liggen op hoge breedte.
• de breedteligging geeft de afstand tot de evenaar weer.

6.3 Weer en klimaat

hoogteligging en temperatuur

• Boven op een berg is kouder dan in het dal.
• Zonnestralen verwarmen eerst het aardoppervlak.
• De grond straalt de warmte uit. 

6.3 Weer en klimaat

hoogteligging en temperatuur

• Hoe verder naar boven hoe kouder.
• Iedere 1000 meter daalt   de temperatuur met 6 graden.
•  Op sommige toppen ligt altijd sneeuw: eeuwige sneeuw.

6.3 Weer en klimaat

hoogteligging en temperatuur

6. eeuwige sneeuw

5. kale rotsen

4. alpenweide

3. naaldbomen

2. loofbomen

1. akkers/fruitbomen

6.3 Weer en klimaat

seizoenen op aarde

• In de zomer staat de zon hoger en is het dus warmer.
• We kennen 4 seizoenen.   zomer/herfst/winter/lente.
• in Zuid-Afrika is dit dus precies andersom. Dit komt door hoe het zonlicht op aarde valt.

Deze dia's kun je gebruiken om extra uitleg te geven maar laat ze vooral het filmpje zien. tekst lezen en opdrachten maken

6.3 Weer en klimaat

seizoenen op aarde

• De denkbeeldige lijn van de Noordpool naar de zuidpool is de aardas.
• De aardas staat schuin. Daardoor is het zonlicht niet overal gelijk.
• De aarde draait om de zon.

Deze dia's kun je gebruiken om extra uitleg te geven maar laat ze vooral het filmpje zien. tekst lezen en opdrachten maken

6.3 Weer en klimaat

seizoenen op aarde

• In de zomer staat het Noordelijk halfrond naar de zon toe.
• in de winter staat het zuidelijk halfrond naar de zon toe.
• Rond de evenaar zijn de verschillen heel klein, dus altijd warm.

Deze dia's kun je gebruiken om extra uitleg te geven maar laat ze vooral het filmpje zien. tekst lezen en opdrachten maken

Aan de slag 

Basis: blz. 60   opdracht  5, 7, 10

Kader: blz. 66 opdracht 5, 7, 9, 12

6.4 Klimaatgebieden en plantenzones

leerdoelen deze les

- Ik kan uitleggen wat een klimaatgebied is en welke er op lage breedte liggen;

- Ik weet welke klimaatgebieden er op hoge breedte liggen;

- Ik weet elke klimaatgebieden er op gematigde breedte liggen;

- Ik weet dat er verschillende plantenzones zijn vanaf de evenaar en kan deze plantenzones benoemen. 

De 5 klimaten

- Tropisch klimaat

- Woestijn klimaat.

- Zeeklimaat.

- Landklimaat.

- Koud klimaat.

Welke klimaatgebieden/ zones zie je hier?

Tropisch klimaat

In sommige delen van het regenwoud wonen nog indianen. 

-Het weer is het hele jaar door hetzelfde.
-Nooit kouder dan 18 graden.
-Flinke regenbuien. 

Woestijn klimaat

De zandbergen zijn enorm hoog en er wonen heel weinig mensen omdat het droog is.

Hoge temperaturen en koude nachten. 

Weinig tot geen regen, nauwelijks plantengroei. 

Zeeklimaat / gematigd klimaat

• Duidelijke seizoenen
• hele jaar veel neerslag
• Vochtig
• koele zomers. zachte winters

Landklimaat

• Warme zomer.
• Koude winter.
• Minder neerslag dan in zeeklimaat. 
  

Koud klimaat

Het vriest hier het grootste deel van het jaar.

Toendra en ijs

Aan het werk  BB

vanaf blz. 58 + 59 opdracht 1, 2, 3, 5, 7 en 10

vanaf blz 65 opdracht 1, 2, 3, 7, 9 en 12

Aan het werk KGT

vanaf blz. 64  opdracht 1, 2, 3, 5, 7, 9, 12

vanaf blz. 72 opdracht 1, 2, 3, 7, 9, 11 en 12