02 Doelgroep les

COMMUNICATIE
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 25 min

Introductie

Na deze les heb je geleerd hoe producenten met een marketingmix in kunnen spelen op de behoeften van hun doelgroep. Je weet wat schaarste is, en je kunt uitleggen welke middelen nodig zijn om in primaire als secundaire behoeften te kunnen voorzien.

Onderdelen in deze les

COMMUNICATIE

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Aan het eind van deze lessenserie

  • weet je wat commerciële communicatie is,
  • kies je voor jouw doelgroep op het juiste moment de juiste boodschap en de juiste contactpunten (tegen het juiste budget en in de juiste hoeveelheid).

Slide 2 - Tekstslide

Na vandaag
Raak je vertrouwd met het begrip doelgroep binnen commerciële communicatie.

Slide 3 - Tekstslide

Contactpunten:
ieder middel waarmee je contact kan hebben met je doelgroep 

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf eens in eigen woorden op wat met paid - owned - earned bedoeld wordt

- gebruik je zelf
- voorbeelden

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Schrijf eens in eigen woorden op wat met paid - owned - earned bedoeld wordt

- gebruik je zelf
- voorbeelden

Slide 7 - Tekstslide

Doelgroep
Producenten spelen met een marketingmix in op de behoeften van hun doelgroep

Slide 8 - Tekstslide

Doelgroep
Producenten spelen met een marketingmix in op de behoeften van hun doelgroep


Jullie worden producent -->
'uitbater' van het studentenrestaurant

Slide 9 - Tekstslide

Er zijn twee soorten behoeften:
  • primaire behoeften (de noodzakelijke behoeften)
  • secundaire behoeften (luxe)

Slide 10 - Tekstslide

Welke is een primaire behoefte?
A
brood
B
smartphone
C
auto
D
vakantie

Slide 11 - Quizvraag

Noem een secundaire behoefte.

Slide 12 - Open vraag

Een groep mensen met dezelfde behoefte kan een potentiële doelgroep zijn

Slide 13 - Tekstslide

Middelen die nodig zijn om behoeften te vervullen:
  • Tijd
  • Geld
  • Bezittingen

Doordat deze middelen beperkt zijn, moet je als consument keuzes maken. Je moet prioriteiten stellen (bepalen wat je belangrijk vindt).

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Wat is een doelgroep?

Slide 16 - Open vraag

Naast een overeenkomst in behoefte, kan een doelgroep nog veel meer overeenkomsten hebben
Een doelgroep beschrijf je aan de hand van segmentatiecriteria

Slide 17 - Tekstslide

De doelgroep jongeren
Relatief veel koopkracht: 
Jongeren hebben nog weinig te maken met vaste lasten en hun ouders betalen veel van de basisbehoeften. Het geld dat ze hebben kunnen ze besteden aan luxe goederen.

Invloed op bestedingen thuis: 
Jongeren zorgen ervoor dat ouders bepaalde goederen en dienten gaan aanschaffen. Door jongeren te beïnvloeden kunnen ze dus ook de ouders bereiken.

Vorming van koopgewoonten: 
Als jongeren gewend zijn om bepaalde producten te kopen blijven ze dat waarschijnlijk hun hele leven doen. Jongeren zijn de consumenten van de toekomst.

Slide 18 - Tekstslide

Waarom zijn jongeren een belangrijke doelgroep?

Slide 19 - Open vraag

CHECK

Slide 20 - Tekstslide

Sieraden zijn een voorbeeld van
A
Primaire behoefte
B
Secundaire behoefte

Slide 21 - Quizvraag

Zeeman richt zich op mensen met een laag bestedingsniveau. Om welk segmentatiecriteria gaat het?
A
Geografisch
B
Psychografisch
C
Demografisch
D
Sociaal- Economisch

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Noem kenmerken waarmee
je een doelgroep
kan beschrijven.

Slide 24 - Woordweb

IJkpersoon

Slide 25 - Tekstslide

Echte mensen hebben een dagelijkse routine.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Nu jullie...
A day in the life van
<keuze uit doelgroepkenmerken>

IJKPERSOON

Maar niet iemand 'zoals jij' 

Slide 29 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 30 - Tekstslide

Einde van de les
Vragen? 

Slide 31 - Tekstslide

extra uitleg

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Zowel mannen als vrouwen zijn geïnteresseerd in sieraden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Sieraden zijn altijd goedkoop
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Sieraden verkoop je alleen in de randstad
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Sieraden zijn voor mensen die van zich interesseren in mode
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quizvraag