les 3 Nettokracht

Hoofdstuk 3 Krachten
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3 Krachten

Slide 1 - Tekstslide

herhalen Leerdoelen


Paragraaf 2: Krachten meten

3.2.6 Je kunt beschrijven dat g niet op alle hemellichamen gelijk is. 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

Paragraaf 2: Krachten meten



3.3.1 Je kunt in geval van evenwicht beschrijven aan welke voorwaarden de krachten moeten voldoen.
3.3.2 Je kunt in geval van evenwicht de bijbehorende krachten benoemen.
3.3.3 Je kunt de nettokracht berekenen van krachten die werken op één voorwerp.

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken 


Nakijken opdracht 15 en 16

Slide 4 - Tekstslide

evenwicht
Op de tas werken 2 krachten namelijk zwaartekracht en veerkracht.

De zwaartekracht werkt omlaag en de veerkracht omhoog.

Slide 5 - Tekstslide

evenwicht
De krachten zijn beide even groot.

De krachten houden elkaar dus in evenwicht. 

De tas hangt dan ook stil.

Slide 6 - Tekstslide

uitrekken en indrukken


Bij deze krat zijn de spankracht en de zwaartekracht in evenwicht.


Slide 7 - Tekstslide

Normaalkracht
Er is nog een andere kracht die vaak evenwicht maakt met de zwaartekracht. 

Het tafelblad wordt door de schaal een heel klein beetje ingedrukt.
 Daardoor ontstaat een kracht die recht omhoog werkt: de normaalkracht (Fn). 
De normaalkracht maakt evenwicht met de zwaartekracht, zodat de schaal niet naar beneden valt.

Slide 8 - Tekstslide

Nettokracht
Om een evenwicht te krijgen moet er aan 3 voorwaardes voldaan worden:

• de krachten zijn even groot;

• de krachten liggen op dezelfde lijn (in elkaars verlengde);

• de krachten hebben een tegengestelde richting.

Slide 9 - Tekstslide

Nettokracht
Als krachten evenwicht maken, lijkt het alsof er geen kracht op het voorwerp werkt. 

Je zegt in dat geval dat de nettokracht op het voorwerp 0 N is.

 De nettokracht is de optelsom van alle krachten samen. 
De nettokracht wordt ook wel ‘resulterende kracht’ of ‘resultante’ genoemd.

Slide 10 - Tekstslide

Nettokracht
Om de nettokracht op een voorwerp te vinden, pas je twee regels toe:
• krachten in dezelfde richting tel je bij elkaar op;
• krachten in tegengestelde richting trek je van elkaar af.

Slide 11 - Tekstslide

oefenen
Je ziet twee krachten die op een doos werken.
F1 is 15 N en F2 is 25 N.
Bereken de nettokracht op de doos.

gegevens
F1 = 15 N, naar links
F2 = 25 N, naar rechts

gevraagd
nettokracht = ?


Slide 12 - Tekstslide

oefenen
Joey doet een wedstrijdje armpjedrukken tegen zijn vader. Om het eerlijker te maken helpt zijn zus ook mee. Vader duwt met een kracht van 189 N naar rechts. Joey duwt met een kracht van 123 N naar links, zijn zus met 68 N.
Bereken welke partij aan de winnende hand is.
gegevens
Fvader = 189 N
FJoey = 123 N
Fzus = 68 N

gevraagd
Fres = ?


Slide 13 - Tekstslide

huiswerk


Opdracht 1t/m 12 (BLZ 151-155)






Slide 14 - Tekstslide

Mike hangt tijdens een natuurkundepracticum een blokje van 50 g aan een veer. Na 2 minuten hangt het blokje stil.

Voordat het blokje stil hing was de veerkracht 0,5 N

Slide 15 - Open vraag

Om evenwicht met elkaar te maken, moeten de normaalkracht en de zwaartekracht in dezelfde richting werken.

Slide 16 - Open vraag

Als de krachten op een voorwerp evenwicht maken, is de nettokracht op het voorwerp 0 N.

Slide 17 - Open vraag