A-blauw: vaste voorzetsels, disk technologie (wk 17, les 1)

22 mei 2023

Welkom A-blauw!
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

22 mei 2023

Welkom A-blauw!

Slide 1 - Tekstslide

Telefoons in de tas, alsjeblieft.

Slide 2 - Tekstslide

Wat leer ik deze les?

  •                  Je leert nieuwe werkwoorden met vaste voorzetsels & nieuwe woorden over het thema technologie.


Slide 3 - Tekstslide

Wat heb je dit weekend gedaan?





Ik heb dit weekend gevoetbald.


Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • Grammatica: vaste voorzetsels
  • DISK: technologie
  • Begrijpend lezen




Slide 5 - Tekstslide

Afspraken in de les 


  • Telefoon in de tas.
  • Niet eten.
  • Vraag? Steek je vinger op. Niet roepen!





Slide 6 - Tekstslide




Werkwoorden met vast voorzetsel

Slide 7 - Tekstslide

Probeer te onthouden

Slide 8 - Tekstslide

Gek zijn op 
Genieten van
Geven aan
Gewend zijn aan
Houden van
Interesse hebben in
Kijken naar
Klagen over
Komen uit
Krijgen van
Last hebben van
(to be crazy about)
(to enjoy)
(to give to)
(to be used to)
(to love)
(to be interested in)
(to watch to)
(to complain about)
(to come out)
(to get from)
(to suffer from)
timer
2:00

Slide 9 - Tekstslide

Welke woorden met een vast voorzetsel weet je nog?

Slide 10 - Open vraag

werkwoorden met vaste voorzetsels

Slide 11 - Woordweb

Pak een wisbordje

Slide 12 - Tekstslide

Ik bedank hem .... het kaartje
A
naar
B
met
C
voor
D
van

Slide 13 - Quizvraag

Ik wacht .... de bus, omdat ik met de bus naar huis ga.
A
op
B
voor
C
bij
D
met

Slide 14 - Quizvraag

Zij geniet ... het sporten.
A
voor
B
op
C
aan
D
van

Slide 15 - Quizvraag

Zij moet wennen ... haar nieuwe baan.
A
op
B
met
C
aan
D
voor

Slide 16 - Quizvraag

Ik spaar ... een nieuwe auto.
A
voor
B
op
C
met
D
van

Slide 17 - Quizvraag

De leerlingen zijn benieuwd ...... het resultaat van de toets.
A
voor
B
naar
C
van
D
in

Slide 18 - Quizvraag

Heb je een vraag .... het huiswerk?

Slide 19 - Open vraag

Ik heb zin ... de vakantie.

Slide 20 - Open vraag

Zij kan goed omgaan ..... anderen?

Slide 21 - Open vraag

Hij houdt ..... zijn vrouw en kinderen.

Slide 22 - Open vraag

Van A tot Zin
Blz 164 t/m 165 (les 5.7) 


Daarna bespreken.

Slide 23 - Tekstslide

Maak een zin met het voorzetsel van de spinner. 

Slide 24 - Tekstslide

Nieuwe woorden

Slide 25 - Tekstslide

het gevaar =
небезпека


iets dat gevaarlijk is 

Radioactieve straling is een gevaar voor de mensheid.


Slide 26 - Tekstslide

 Pak een laptop: thema 8 'technologie'


Slide 27 - Tekstslide

Luisteropdracht
Op de volgende pagina staat een tekst. Luister goed naar de tekst (klik op het geluid). Welke woorden moet je nog invullen? Kijk goed naar jouw kleur!
Tip: schrijf eerst alle antwoorden op een papier.

Slide 28 - Tekstslide

De tekst
Vakantie
Wij gingen op vakantie. We besloten 1..........................in Spanje. We gingen op tijd naar 2...................................zodat we ons vliegtuig niet zouden missen. Toen we aankwamen in Spanje gingen we eerst naar ons huisje. We hoopten dat het mooi weer zou worden, maar 3.................................... Niemand vond dat leuk, 4................................................... Toch gingen we op pad. We besloten om eerst naar een 5.................................... dorpje te gaan. Daar zijn we gaan 6......................... Na het wandelen was mijn moeder erg moe. Ik zei nog tegen haar: “7....................................” Maar daar hield zij zich niet aan. Omdat mijn moeder moe was, zijn we terug gegaan naar het huisje. Daar hadden we heerlijk gegeten, in de tuin, want de zon was gaan schijnen. Dat was echt 8 .......................
De tekst

Slide 29 - Tekstslide

Pak je telefoon!

Slide 30 - Tekstslide

Schrijf alle woorden hier op!

Slide 31 - Open vraag

De tekst
Vakantie
Wij gingen op vakantie. We besloten 1...........................in Spanje. We gingen op tijd naar 2.....................................zodat we ons vliegtuig niet zouden missen. Toen we aankwamen in Spanje gingen we eerst naar ons huisje. We hoopten dat het mooi weer zou worden, maar 3..................................... Niemand vond dat leuk, 4................................................... Toch gingen we op pad. We besloten om eerst naar een 5.................................... dorpje te gaan. Daar zijn we gaan 6......................... Na het wandelen was mijn moeder erg moe. Ik zei nog tegen haar: “7....................................” Maar daar hield zij zich niet aan. Omdat mijn moeder moe was, zijn we terug gegaan naar het huisje. Daar hadden we heerlijk gegeten, in de tuin, want de zon was gaan schijnen. Dat was echt 8.......................
De tekst

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht
1. een huisje te........
2. het vl..........
3. het r................. pijpenstelen
4. dat was b..............

Slide 33 - Open vraag

Opdracht
5. toe............
6. wa...............
7. doe het....................
8. ge.................


Slide 34 - Open vraag

De tekst
Vakantie
Wij gingen op vakantie. We besloten 1...........................in Spanje. We gingen op tijd naar 2.....................................zodat we ons vliegtuig niet zouden missen. Toen we aankwamen in Spanje gingen we eerst naar ons huisje. We hoopten dat het mooi weer zou worden, maar 3..................................... Niemand vond dat leuk, 4................................................... Toch gingen we op pad. We besloten om eerst naar een 5.................................... dorpje te gaan. Daar zijn we gaan 6......................... Na het wandelen was mijn moeder erg moe. Ik zei nog tegen haar: “7....................................” Maar daar hield zij zich niet aan. Omdat mijn moeder moe was, zijn we terug gegaan naar het huisje. Daar hadden we heerlijk gegeten, in de tuin, want de zon was gaan schijnen. Dat was echt 8.......................
De tekst

Slide 35 - Tekstslide

Opdracht
1
A
een hotel te huren
B
een huisje te huren

Slide 36 - Quizvraag

Opdracht
2
A
het kriegveld
B
het vliegveld

Slide 37 - Quizvraag

Opdracht
3
A
het regende pijpenstelen
B
het tekende pijpenstelen

Slide 38 - Quizvraag

Opdracht
4
A
dat was balen
B
dat was dwalen

Slide 39 - Quizvraag

Opdracht
5
A
toeristisch
B
humoristisch

Slide 40 - Quizvraag

Opdracht
6
A
kantelen
B
wandelen

Slide 41 - Quizvraag

Opdracht
7
A
doe het rustig aan
B
doe het kussen aan

Slide 42 - Quizvraag

Opdracht 8
A
verdienen
B
genieten

Slide 43 - Quizvraag

Begrijpend lezen
Deze vragen zijn voor IEDEREEN hetzelfde!

Slide 44 - Tekstslide

Wat ben ik?
Je doet me open en ook weer dicht
Soms ben ik een sprookje, soms een gedicht
Soms ben ik zwaar en soms heel licht
Je kunt me lenen, maar ook kopen
Je pakt me zacht uit de kast
Je kijkt naar de plaatjes
Je leest al mijn blaadjes
En dan zet je me vlug terug
Nu weet je hoe ik ben afgelopen
Soms verdrietig en soms blij
Vaak vind je me mooi en dan hou je van mij
Weet je nu wat ik ben?

Slide 45 - Tekstslide

Waarover gaat het gedicht?
A
over boeken
B
over een sprookje
C
over een bilbiotheek

Slide 46 - Quizvraag

Kijk naar het gedicht.
Wie praat hier?
A
een boek
B
een man
C
een kind

Slide 47 - Quizvraag

Rijmen
Bij rijmen zie je twee woorden die je niet hetzelfde schrijft. Maar als je ze uitspreekt, klinken (horen) ze wel bijna hetzelfde.

Bijvoorbeeld:
koek - broek

zak - tak

bal - knal


Wat is rijmen?

Slide 48 - Tekstslide

Het gedicht heeft woorden die rijmen. Dicht rijmt op licht.
Welk woord rijmt op kopen?

Slide 49 - Open vraag

Welk woord rijmt op blij?

Slide 50 - Open vraag

Bedenk zelf nog 5 woorden met een rijmwoord.

Slide 51 - Open vraag