13.1 Je invloed op aarde

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 13

Duurzaam leven

13.1  Je invloed op aarde

Les 1

Planning

* Huiswerk

* Leerdoelen 

* Theorie

* Zelfstandig werken

* Afsluiting

NU

Lezen: Paragraaf 13.1

Uitleg 13.1

Maken 13.1 : 1 t/m 7

Hoe beïnvloed jouw gedrag de aarde?

Op welke manieren heb jij eigenlijk
invloed op de aarde?

Invloed op de aarde

Bij bijna alles wat je doet heb je invloed op de aarde:

- Gebruik van energie 

- Gebruik van voedsel en water

- Gebruik van grondstoffen

- Produceren van afval

Ecologische voetafdruk

Iedereen neemt een bepaalde hoeveelheid ruimte op aarde in. Dat noem je de ecologische voetafdruk

De ruimte die je inneemt, wordt
bepaald door je levensstijl.
Alles wat je doet en consumeert, kost namelijk ruimte.

Test jouw eigen ecologische voetafdruk

Kopieër en open de volgende link:

Je score vul je in de volgende slide in, dus

 laat de pagina even open staan

Hoeveel aardbollen zijn er nodig bij jouw gebruik?

Opdracht

Bedenk  in drie minuten welke twee dingen jij kan doen om je ecologische voetafdruk te verminderen

Welke twee dingen kan jij doen om je ecologische voetafdruk te verminderen?

Gebruik van producten

1. Moet eerst worden gemaakt (grondstoffen, energie)
2. Daarna wordt het verpakt (grondstoffen, energie)
3. Dan wordt het vervoert (energie/brandstoffen > uitlaatgassen)
4. Gebruik (opladen/stroom > kost energie)
5. Afval

Waar blijft het afval van 7,7 miljard mensen?

Afvalverbranding

• Belangrijke grondstoffen gaan verloren
• Het stoot veel broeikasgassen uit

Opdracht

Bedenk  in twee minuten hoe je het afvalprobleem zou kunnen verminderen?

Wat heb je bedacht om het afvalprobleem iets te verminderen?

Afvalprobleem oplossen

• Minder afval produceren (dus minder spullen kopen)
• Minder verpakkingen
• Slimmer ontwerpen: Alles moet gemaakt worden van materiaal wat makkelijk gerecycled kan worden. 
• Grondstoffen zijn niet oneindig, we moeten hergebruiken
• Etc.

Zelfstandig werken

Opdracht 1 t/m 7

13.1  Je invloed op aarde

Les 2

Huiswerk

Leren: Paragraaf 13.1

Maken 13.1 : opdracht

en 1 t/m 7 

Planning

* Huiswerk

* Leerdoelen 

* Theorie

* Zelfstandig werken

* Afsluiting

Leerdoelen

* je leert hoe je uitputting van de aarde kunt voorkomen.

* je kent het verschil tussen een gesloten en een open kringloop.

* je kunt de voedselkringloop tekenen en uitleggen. 

Invloed op de aarde

Bij bijna alles wat je doet heb je invloed op de aarde:

- Gebruik van energie 

- Gebruik van voedsel en water

- Gebruik van grondstoffen

- Produceren van afval

wat is de grootste belasting voor het milieu?

Maar 1 aarde

Wanneer mensen meer van de aarde gebruiken dan de aarde kan leveren, raakt de aarde uitgeput. 

Dan ontstaan er tekorten!

Als er in een kringloop op één of andere manier energie verloren gaat, wat heeft dat dan voor gevolgen voor de kringloop zelf?

Wat voor invloed hebben wij als mens op de kringlopen?

Hoe voorkom je uitputting?

Door wat je gebruikt weer aan te vullen. 

Wanneer je naar de natuur kijkt dan gebeurt dat vanzelf!

Producenten (makers)

Zijn altijd planten

Zetten energie-arme stoffen (o.a. CO2)
om in energie-rijke stoffen (glucose)

Dat doen ze met zonlicht door
een proces genaamd fotosynthese

Consumenten (gebruikers)

Zijn altijd dieren

Consumenten eten de producenten

Zetten energie-rijke stoffen (glucose)
om in andere energie-rijke stoffen (eiwit)
en energie-arme stoffen (o.a. CO2) 

Reducenten (afbrekers)

Zijn bacteriën en schimmels

Reducenten verteren dode producenten
en consumenten

Zetten energie-rijke stoffen (glucose)
om in en energie-arme stoffen (o.a. CO2) 

gesloten kringloop

Alle stoffen die zijn verbruikt worden ook weer aangevuld. 

Een gesloten kringloop kan oneindig doorgaan. 

Voorbeeld: 

Spaarrekening - je haalt er geld af - je vult hetzelfde bedrag weer aan enz....

Compost - gesloten kringloop

Koppel het juiste organisme aan de juiste schakel (T1)

Producent

Consument

Consument

Reducent

Huiswerk. Teken op een papier (of online) een eigen kringloop van het leven.
Zorg dat je voorbeelden (plaatjes) van de volgende schakels in je kringloop hebt: Producent, consument (planteneter), consument (vleeseter), reducent.

Vergeet niet om ook de pijlen te tekenen.

Leerdoelen

Je weet op welke manieren mensen invloed hebben op de aarde.

Je kent jouw eigen ecologische voetafdruk.
Je leert dat het gebruik van producten invloed heeft op je omgeving.
Je leert dat mensen voedsel, energie en grondstoffen van de aarde gebruiken en afval achterlaten.