6.1 en 6.2 Vergroten en verkleinen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Planning wiskunde

Herhaling vorige les

Start hoofdstuk 6

Iedereen is stil. 

Vraag? Vinger opsteken

Herhaling: Vergroten en verkleinen

Lengte: gaat in stappen van 10

22,5cm = .....mm

4000m = .....km

Vergroten en verkleinen

Oppervlakte: gaat in stappen van 100 

8,2 ha = .....m2

250 dm2 = .....m2

lengte en breedte

Van een rechthoek is de lengte 

altijd de langste zijde

Oefenen

Blz. 56 opdracht 1, 2 en 3

Doelen

• De kunt de vergrotingsfactor berekenen bij vergroten
• Je kunt met de vergrotingsfactor de maten van een beeld berekenen

Foto

blz. 57 som 1

origineel = oorspronkelijke maten

beeld = vergroting hiervan

vergrotingsfactor = hoeveel keer vergroot

originele lengte = 4 

vergroot tot 5,6

5,6 : 4= 1,4 

originele breedte = 2,5

vergroot tot 3,5

3,5 : 2,5 = 1,4 

1,4 = de vergrotingsfactor

vergrotingsfactor = lengte beeld: lengte origineel 

voorbeeld blz. 58

Som 2 en verder

Planning wiskunde

Herhaling vorige les

Verder met hoofdstuk 6

Iedereen is stil. 

Vraag? Vinger opsteken

Hoe zat het ook alweer?

Wat is de lengte van deze rechthoek?

Vergroten van een origineel

origineel = oorspronkelijke maten

beeld = vergroting hiervan

vergrotingsfactor = hoeveel keer vergroot

originele lengte = 4 

vergroot tot 5,6

5,6 : 4= 1,4 

originele breedte = 2,5

vergroot tot 3,5

3,5 : 2,5 = vergrotingsfactor 1,4 

Dus:

vergrotingsfactor = lengte beeld: lengte origineel 

Oefenen

Start blz. 59 som 3

Planning wiskunde

Herhaling vorige les

Start hoofdstuk 6

Iedereen is stil. 

Vraag? Vinger opsteken

vergrotingsfactor = lengte beeld: lengte origineel 

Oefenen

blz. 59 som 4? en verder

Planning wiskunde

Herhaling vorige les

Verder met hoofdstuk 6

Iedereen is stil. 

Vraag? Vinger opsteken

Vergrotingsfactor

Wat is een vergrotingsfactor?

Hoe bereken je die van een rechthoek?

En van een driehoek?

En van ieder ander figuur? (afdruk van een wolvenpoot bijv.)

Leerdoel

Je kunt met de vergrotingsfactor de maten van een beeld berekenen

blz. 61

27 cm lang

16 cm breed

vergrotingsfactor 3,1

lengte: 83,7 cm

breedte: 49,6 cm

oefenen

Aan het werk

blz. 62 som 11

Planning wiskunde

Herhaling 6.1

Start 6.2

Iedereen is stil. 

Vraag? Vinger opsteken.

Herhaling 6.1

Wat is een vergrotingsfactor?

Hoe bereken je die van een rechthoek?

En van een driehoek?

En van ieder ander figuur? (afdruk van een wolvenpoot bijv.)

Planning wiskunde

Herhaling 6.2

Werken aan opdrachten 6.2

Iedereen is stil. 

Vraag? Vinger opsteken.

Herhaling 6.2

Doel 6.2

Je kunt de oppervlakte van een origineel berekenen 

Je kunt de oppervlakte van een vergroting (beeld) berekenen.

Oppervlakte

Hoe bereken je de oppervlakte van een rechthoek?

Blz. 69

Bereken de oppervlakte van ABCD en die van PQRS 

Oppervlakte vergroten

Oefenen

Blz. 70 som 28 en verder