Je krijgt nu de tijd om zoveel mogelijk vergelijkingen te maken met je groepje.
Hoe?
Loop door het schoolgebouw. Er zijn lessen bezig dus RUSTIG!
Maak foto's van objecten en vergelijk deze met elkaar. Minimaal 10 verschillende vergelijkingen. Wanneer je 1 woord, bijv. small, gebruikt hebt, mag je deze NIET nog eens gebruiken.
Terug in het lokaal: zet de foto's in 1 Word bestand, schrijf de zinnen eronder en 1 persoon per groep levert het in via It's Learning. Groepsnaam + namen leden!
Het groepje met de meeste foto's en correcte zinnen verdient 150xp