Plannen in je agenda

Agendagebruik
Hoe plan ik mijn huiswerk?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudievaardighedenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Agendagebruik
Hoe plan ik mijn huiswerk?

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet hoe je het huiswerk in je agenda plant.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Afkortingen
H = hoofdstuk
Par / = paragraaf
M= maken
L= leren
Lz= lezen
T= toets
Rek = rekenen
NL = Nederlands
BU = burgerschap
LOB = loopbaanoriëntatie
OG = ondernemend gedrag
NB = Nieuwsbegrip
H = hoofdstuk
Par = paragraaf
M = maken
L = leren
Lz = lezen
T = toets
Rek = rekenen
NL = Nederlands
Nb = Nieuwsbegrip
Bu = burgerschap
LOB = loopbaanoriëntatie
Og = ondernemend gedrag

Wi = wiskunde
En = Engels
Afkortingen
Markeren kan ook

Slide 5 - Tekstslide


Schrijf het huiswerk voor deze week in je Plenda en maak een foto van je Plenda.

Slide 6 - Open vraag

Plannen
Waarom is plannen belangrijk?
Wat doe jij aan plannen?

Slide 7 - Tekstslide

Een kijkje in de Plenda agenda
Volgende slide voor filmpje.

Slide 8 - Tekstslide

Andere agenda? Geen probleem!

Slide 9 - Tekstslide

Welke tip heb jij voor een ander om beter te leren plannen?

Slide 10 - Open vraag

Concentratie
Hoeveel dingen kunnen je hersenen op hetzelfde moment doen?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Hoeveel bananen heb je geteld?
A
10
B
11
C
12
D
13

Slide 13 - Quizvraag

Heb je nog iets anders gezien?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Hoeveel kan jouw brein aan?
  • Je hersenen kunnen maar 1 ding tegelijkertijd.
  • Door afleiding minder goede concentratie.
  • Waar was ik gebleven? Wat was ik aan het doen? 
  • Langer bezig met school.
  • Dus..... 
  • Leg de mobiel weg.
  • Rustige studeerplek.

Slide 16 - Tekstslide

Wat verbetert de concentratie?

Slide 17 - Open vraag

Huiswerk maken en leren
  • Indien thuis dan eerst ontspannen na thuiskomen.
  • Controleer wat je moet doen in je agenda.
  • Wat is het belangrijkst? >> moet eerst gedaan worden
  • Wat heeft minder haast?
  • Leerwerk en huiswerk afwisselen.
  • Klaar? Afvinken in je agenda.

Slide 18 - Tekstslide

HERHALING!

Slide 19 - Tekstslide