Mens en activiteit week 2

Mens en activiteit week 2
les 2
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Mens en activiteit week 2
les 2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de week kan je: 

Kan vertellen wat gedistilleerde dranken zijn. 
-Kan een mocktail maken. 
-De ingrediënten omrekenen naar de hoeveelheid gasten.  

Slide 2 - Tekstslide

Welke 3 gangen bestaan er?
denk aan een restaurant

Slide 3 - Open vraag

Wat zijn voedingsmiddelen?
A
Zeepsop
B
Medicijnen
C
Zuurkool
D
Kaarsen

Slide 4 - Quizvraag

Waar denk je aan bij Gluten (Coeliaki)?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Wanneer heeft iemand het Syndroom van Down?
A
Als je meer rode bloedcellen hebt
B
Als iemand een extra chromosoom heeft
C
Als iemand een chromosoom minder heegt
D
Als je meer witte bloedcellen hebt

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Gedistilleerde dranken zijn dranken met een alcoholpercentage van minimaal 15%. Enkele voorbeelden van gedistilleerde dranken zijn gin, cognac, jenever en whisky.
Je kunt ze puur drinken, maar ook worden ze vaak gemixt met andere drankjes tot een cocktails. Een cocktails is een drankje (met alcohol) met minimaal drie ingrediënten. Veel gebruikte ingrediënten voor cocktails zijn likeuren, frisdranken, siropen en vruchtensappen. Cocktails zijn vaak zoete drankjes met mooie kleuren en spannende namen. Ook worden de drankjes uitbundig versierd.

Er zijn natuurlijk nog meer alcoholvrije dranken, zoals mineraalwater, vruchtensap, frisdrank en vruchtendrank.
Vruchtensap is een drankje dat bestaat uit het sap van één vrucht, terwijl een vruchtendrank een mix is van het sap van verschillende soorten fruit.
Limonades bestaan voor een groot gedeelte uit water, suiker en smaakstoffen. In de meeste limonades zit koolzuurgas (‘prik’).
Mineraalwater is water vanuit een bron en bevat mineralen. Mineralen zijn vaak zouten die in de lagen van de aarde voorkomen. Wanneer het water uit een bron komt, bevat dit water mineralen.  Van nature kan er koolzuur in dit water zitten, maar het kan ook worden toegevoegd.

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten
Pak de 1e opdrachtenkaart erbij met opdracht beschrijving en begin aan week 2!

Succes

(tip: mocht je de theorie nodig hebben, pak de theorie boek en zoek het begrip op die je nodig hebt)

Slide 11 - Tekstslide