H 2.1 Havo 4 Bsm

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de concepten van verbale en non-verbale communicatie en leiderschapsstijlen begrijpen en toepassen.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BsmMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de concepten van verbale en non-verbale communicatie en leiderschapsstijlen begrijpen en toepassen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over verbale en non-verbale communicatie en leiderschapsstijlen?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verbale en non-verbale communicatie
Verbale communicatie omvat het gebruik van woorden en taal om een boodschap over te brengen. 
Non-verbale communicatie omvat gebaren, lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen en toonhoogte en stemgebruik

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zender, boodschap, medium, ontvanger
Communicatie kan worden gezien als een proces dat bestaat uit een zender (degene die de boodschap verzendt), een boodschap (de inhoud die wordt gecommuniceerd), een medium (het kanaal waardoor de boodschap wordt verzonden) en een ontvanger (degene die de boodschap ontvangt).

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zender, boodschap, medium, ontvanger
  • Noem 4 voorbeelden van een medium om een boodschap te versturen?
  • Hoe kan je aan iemand zien dat hij/zij boos is zonder dat diegene praat, geef twee voorbeelden.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Groepsvorming
Groepsvorming is het proces waarbij individuen samenkomen en een groep vormen. Het omvat verschillende fasen: forming, storming, norming, performing en adjourning.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In welke fase is het team volledig op elkaar ingespeeld en bereikt het optimale prestaties?
A
Forming
B
Storming
C
Norming
D
Performing

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke fase kenmerkt zich door het ontstaan van duidelijke rollen en normen binnen het team?
A
Storming
B
Forming
C
Performing
D
Norming

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke fase begint het teamconflict te ontstaan?
A
Forming
B
Storming
C
Norming
D
Performing

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de eerste fase in het teamontwikkelingsproces?
A
Norming
B
Storming
C
Forming
D
Performing

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leiderschapsstijlen: Autoritaire leider
Een autoritaire leider neemt alle beslissingen zelf en geeft weinig ruimte voor inspraak van anderen. Deze leider geeft duidelijke instructies en verwacht gehoorzaamheid.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leiderschapsstijlen: Consulterende leider
Een consulterende leider betrekt anderen bij het besluitvormingsproces, maar behoudt uiteindelijk de controle over de beslissingen. Deze leider waardeert input van anderen, maar neemt uiteindelijk zelf de beslissingen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leiderschapsstijlen: Democratische leider
Een democratische leider betrekt anderen actief bij het besluitvormingsproces en moedigt open discussie en samenwerking aan. Deze leider delegeert taken en bevordert participatie van alle groepsleden.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leiderschapsstijlen: Laissez-faire leidinggeven
Bij laissez-faire leidinggeven laat de leider de groepsleden vrij om beslissingen te nemen en taken uit te voeren zonder veel sturing of controle. Deze leider biedt weinig richting en betrokkenheid.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke leiderschapsstijl houdt in dat de leider beslissingen neemt zonder inspraak van anderen?
A
Laissez-faire leider
B
Democratische leider
C
Autoritaire leider
D
Consulterende leider

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een laissez-faire leider?
A
Een leider die beslissingen uitstelt.
B
Een leider die beslissingen neemt zonder inspraak van anderen.
C
Een leider die beslissingen neemt op basis van consensus.
D
Een leider die minimale sturing en controle uitoefent, en de vrijheid geeft aan het team.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een consulterende leider?
A
Een leider die beslissingen neemt op basis van consensus.
B
Een leider die beslissingen uitstelt.
C
Een leider die beslissingen neemt zonder inspraak van anderen.
D
Een leider die advies en input van anderen verzamelt voordat beslissingen worden genomen.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een democratische leider?
A
Een leider die inspraak en participatie van anderen bevordert.
B
Een leider die beslissingen uitstelt.
C
Een leider die beslissingen neemt op basis van consensus.
D
Een leider die beslissingen neemt zonder inspraak van anderen.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een autoritaire leider?
A
Een leider die beslissingen neemt in overleg met anderen.
B
Een leider die beslissingen uitstelt.
C
Een leider die beslissingen neemt op basis van consensus.
D
Een leider die beslissingen neemt zonder inspraak van anderen.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 25 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 26 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 27 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.