taal

Taal week 7 les 1a
Vandaag ga je aan de slag met woordenschat.
Kijk goed naar de slides. Hierop worden de woorden uitgelegd.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taal week 7 les 1a
Vandaag ga je aan de slag met woordenschat.
Kijk goed naar de slides. Hierop worden de woorden uitgelegd.

Slide 1 - Tekstslide

De danser:
iemand die danst


Slide 2 - Tekstslide

De vlag uithangen:
een vlag aan de buitenkant van een gebouw hangen als het feest is.

Slide 3 - Tekstslide

De discotheek:
een ruimte waar je met andere mensen kunt dansen op muziek.

Slide 4 - Tekstslide

dobbelen:
spelen met dobbelstenen

Slide 5 - Tekstslide

feestmuts:
een puntig hoedje dat je op kunt doen als iemand jarig is.

Slide 6 - Tekstslide

in de gloria:
iets dat je zingt als iemand jarig is.

Slide 7 - Tekstslide

opblazen:
ergens lucht in blazen. Bijvoorbeeld een ballon

Slide 8 - Tekstslide

De partij:
Het feest

Slide 9 - Tekstslide

proosten:
je glas tegen het glas van een ander tikken om geluk te wensen  

Slide 10 - Tekstslide

Het rotje:
vuurwerk dat een knal geeft als je het afsteekt.

Slide 11 - Tekstslide

De vlaggenmast:
paal waaraan een vlag hangt

Slide 12 - Tekstslide

De vuurpijl:
vuurwerk dat hoog de lucht in schiet.

Slide 13 - Tekstslide

maken
maak nu les: 
week 7 les 1a som 2
30 +

Slide 14 - Tekstslide