3.5 en 3.6

3.5 Nederland: de zee klopt aan de voordeur 
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.5 Nederland: de zee klopt aan de voordeur 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: welke risicogebieden voor
overstromingen ken je?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Planning
1. Leerdoelen
2. Uitleg en inoefenen
3. Opdrachten maken
4. Terugblik leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je weet welke soorten polders er zijn en dat er misverstanden bestaan over de veiligheid
  • Je begrijpt waarom het overstromingsrisico van Laag-Nederland toeneemt en hoe men daar de kust tegen beschermt
  • Je kunt op de kaart van Nederland verschillende polders en kustgedeelten aanwijzen 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor volgende slide: ga naar de website en bekijk het 1e filmpje
Welke plekken in de omgeving hebben volgens jou een overstromingsrisico?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Planning
1. Leerdoelen
2. Uitleg
3. Opdrachten maken
4. Terugblik leerdoelen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de afkorting "NAP"?
A
Nieuw Amsterdams Polder
B
Nieuw Amsterdams Peil
C
Normaal Amsterdams Polder
D
Normaal Amsterdams Peil

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Groot gedeelte onder NAP

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zou dit nog in Nederland kunnen gebeuren denk je of niet?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De zeespiegel stijgt
  • Klimaatverandering
  • Inklinking
  • (IJstijd)
Als over een periode van zo’n dertig jaar de klimaatfactoren, zoals temperatuur of neerslag, zijn veranderd.
Een koude periode waarin zich op het land uitgestrekte ijskappen vormen. Heet ook glaciaal.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

als er ergens een dijk doorbreekt overstroomt dan meteen heel Nederland?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dijkringen 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Polder
  • Een gebied waar de mens de waterstand regelt
  • dit kan door een molen of een gemaal
  • niet pompen = vol lopen van de polder = verzuipen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 soorten polders
Zeepolders

Veenpolders

Droogmakerijen

Ijselmeerpolders

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inklinking
  • Om de gebieden bewoonbaar te maken/ te houden moeten ze blijvend het bodemwater wegpompen.
  • Een nadeel is dat de gebieden hierdoor inklinken

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inklinken
  • bodemwater wegpompen en grond wordt stevig(er)
  • water weg en grond heeft ruimte om te zakken
  • Zie het als een spons die vol met water of leeg is
  • veenpolders klinken het snelst in omdat daar het meeste water wordt weggepompt

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Droogmakerij
  • stukken meren en/of zee die zijn leeggepompt
  • eerst dijken rond en meer en dan (jaren) leegpompen
  • wordt gebruikt voor landbouw en woningen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we deze polder?
A
Zeepolder
B
Droogmakerij

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zeereep
  • kustafslag vindt plaats tot aan de eerste rij duinen
  • de zee bereikt deze duinen vaak pas tijdens een storm
  • deze duinen noemt men de zeereep

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kustafslag
Duinen worden gevormd door het zand wat op de kust waait.
Door de golven die nu tegen de duinen slaan, breken de duinen af.  Door erosie van het water verdwijnen er stukken duin. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dynamisch kustbeheer
Vroeger:
  • zand storten bij wegggeslagen kust
Tegenwoordig:
  • zand storten op één plek en de ze het werk laten doen
  • natuur herstelt de kust

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Getijdenlandschap 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je eraan doen?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jarenlang hebben we in Nederland vooral gekeken naar de dreiging van een overstroming door de zee. Sinds de bijna-ramp in 1995 is er meer aandacht voor de dreiging van overstromingen door rivieren.
 



Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschermd of niet-beschermd?
Hier ligt de dijk.


Dit deel is binnendijks land.

Het land dat bij hoog water beschermd wordt heet binnendijks land.

Door de aanleg van dijken kan de rivier het slib alleen nog maar kwijt in het buitendijkse land. 
Door de afzetting van dit slib de kans op overstromingen toenemen.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met welk probleem hebben de duinen in Nederland te maken?
A
Zandsuppletie
B
Duinvervorming
C
Duinvorming
D
Kustafslag

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk deel van de kust is erg gevoelig voor kustafslag?
A
De Afsluitdijk
B
De Deltawerken
C
De Zandmotor
D
Zeereep

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Planning
1. Leerdoelen
2. Uitleg
3. Opdrachten maken
4. Terugblik leerdoelen

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je weet welke soorten polders er zijn en dat er misverstanden bestaan over de veiligheid
  • Je begrijpt waarom het overstromingsrisico van Laag-Nederland toeneemt en hoe men daar de kust tegen beschermt
  • Je kunt op de kaart van Nederland verschillende polders en kustgedeelten aanwijzen 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies