PS 4.4 Motieven om te migreren

Welkom bij Maatschappijleer!
Deze les =
4.4 Motieven om te migreren
  • Uitleg
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Maatschappijleer!
Deze les =
4.4 Motieven om te migreren
  • Uitleg

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige les
Immigratielanden
  • Push- en pullfactoren
  • Klassieke immigratielanden

Slide 2 - Tekstslide

Wat leer ik deze les?
1. Je weet welke vier groepen immigranten we onderscheiden.

2. Je weet welke internationale verdragen er zijn waarin migranten, vluchtelingen en asielzoekers beschermd worden. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Migreren
  • Migreren betekent verhuizen

  • Emigratie is verhuizen naar een ander land

  • Immigratie is als mensen uit andere landen in Nederland zijn komen wonen

Slide 5 - Tekstslide

Immigranten

Emigranten

Slide 6 - Tekstslide

3 motieven voor migratie
1. Economische motieven
- Baan in buitenland
- Betere economische situatie 
2. Sociale motieven
- Hereniging met familie of trouwen
3. Politieke motieven
- Oorlog/ onveilige situatie


Slide 7 - Tekstslide

Verschillende groepen migranten
Vluchtelingen 
Volgmigranten (Gezinsvormers/herenigers)
Arbeidsmigranten 
Postkoloniale migranten

Slide 8 - Tekstslide

Vluchtelingen 
Volgens het VN Vluchtelingenverdrag is een vluchteling iemand die in zijn thuisland gegronde vrees heeft voor vervolging. Redenen voor vervolging zijn:
  • de godsdienst van de vluchteling;
  • de politieke overtuiging van de vluchteling;
  • de seksuele voorkeur van de vluchteling;

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een asielzoeker en een vluchteling?

Slide 10 - Open vraag

Volgmigranten
Vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de mens
Gezinshereniging
  • Gezin mag overkomen uit ander land, als bijvoorbeeld de vader hier al woont
  • Veel mannen vluchten alleen: reis is duur en gevaarlijk
Gezinsvorming:
  • Je haalt iemand uit het buitenland om mee te trouwen

Slide 11 - Tekstslide

Naima (17) uit Egypte trouwt met haar Nederlandse verloofde (22) na de bruiloft willen ze samen in Utrecht gaan wonen. Mag dit?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Post-kolonialen (rijksgenoten)
Nederlandse Indiërs
  • Werden gezien als 'verraders' 
Antilianen
  • Dalende werkgelegenheid en in Nederland was -er behoefte aan arbeidskrachten -> later ook studie 
Surinamers
  • Trouwen of gaan voor werk naar Nederland 

Slide 13 - Tekstslide

Arbeidsmigranten
Illegalen 
  • Geen toestemming om te werken, doel is beter bestaan opbouwen
Kennismigranten buiten EU
  • Hoogopgeleiden die werken voor multinationals 
Gastarbeiders
  • Voornamelijk uit Spanje, Italië, Griekenland, Marokko en Turkije
Arbeidsmigranten binnen EU
  • Voornamelijk uit Oostbloklanden -> Verdrag van Schengen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Internationale verdragen
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948):
- Landen mogen niet discrimineren, vrijheden en rechten van mensen moeten worden nagekomen.
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (1950):
Verplicht de gelegenheid geven tot gezinshereniging of - vorming + mag wel met aanvullende eisen (bijv. inburgeringsexamen).
VN-Vluchtelingenverdrag (1951):
Basis voor asielrecht.
Akkoord van Schengen (1985):
Vrij verkeer van personen en goederen >> binnengrenzen zijn dus open. 

Slide 16 - Tekstslide

Noem een verschil tussen de gastarbeiders en de kennismigranten

Slide 17 - Open vraag


  1. Lees §4: Motieven om te migreren (170-175)
  2. Maak de vragen die in de reader staan
AAN DE SLAG!

Slide 18 - Tekstslide