H: Grammaire & écrire.

v12: mercredi, le 21 mai 2025.
v11: jeudi, le 22 mai 2025.
But:
- Ik kan iemand omschrijven. 
- Ik kan de verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord gebruiken. 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

v12: mercredi, le 21 mai 2025.
v11: jeudi, le 22 mai 2025.
But:
- Ik kan iemand omschrijven. 
- Ik kan de verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord gebruiken. 

Slide 1 - Tekstslide

Cours:

Une question.
Uitleg: bijvoeglijke naamwoorden.
Zelfstandig werken.

Devoirs:

- N: 20 t/m 23, 24ab, 25, 26.
- M: 27 t/m 34.
- L: bron A t/m H.
- PW chapitre 5: 28 mei.

Slide 2 - Tekstslide

Ce               maki catta, un lémurien, s’accroche au                 de sa maman, au zoo de Vienne, en Autriche. Il sera              
(et transporté!) ainsi jusqu’à ses 6 mois.
petit
dos
porté

Slide 3 - Sleepvraag

Bron H - bijvoeglijk naamwoord
(m)     -                                           un stylo vert
(vr)     -e                                         une maison verte
(mv)  - (e)s                                   des stylos verts / des maison vertes   

- Plaats bijv. naamwrd: àchter het zelfst.naamwoord
- Het bijv.naamwrd past zich aan, aan het zelfst.nw waar het bij hoort

Slide 4 - Tekstslide

Bron H - bijvoeglijk naamwoord
Eindigt een bijvoeglijk naamwoord al op een -s? Dan voeg je in het meervoud niet nog een -s toe. 
un éléphant gris - trois éléphants gris

Eindigt een bijvoeglijk naamwoord al op een -e? Dan voeg je bij vrouwelijke woorden niet nog een -e toe. 
un garçon timide - une fille timide. 

Slide 5 - Tekstslide

Bron H - bijvoeglijk naamwoord
Uitzonderingen:                  Plaats bijv. naamwrd: vóór het zelfst.naamwoord
                    mannelijk            vrouwelijk                 
moo    = beau(x)                 belle(s)
oud         = vieux                      vieille(s)
nieuw     = nouveau(x)         nouvelle(s)

Slide 6 - Tekstslide

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over:
een zelfstandig naamwoord

een werkwoord
een ander bijwoord
een ander bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Sleepvraag

Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands

Slide 8 - Sleepvraag

+es
+s
+e
+ ∅
petit
petites
petits
petite

Slide 9 - Sleepvraag

Zelfstandig werken:
- N: 20 t/m 23, 24ab, 25, 26.
- M: 27 t/m 34.
- L: bron A t/m H.

Slide 10 - Tekstslide

Neem de zinnen over in je schrift en kies het juiste woord.
1 Le lit est grand / grande.
2 La table est petit / petite.
3 Les pantalons sont verts / vertes.
4 Le dessin est joli / jolie.
5 Les maisons sont grand / grandes.
6 La Tour Eiffel est très haut / haute.

grand
petite
verts
joli
grandes
haute

Slide 11 - Tekstslide