Les 3.4

Goedemiddag klas T1a
Ga zitten volgens de plattegrond.
Op tafel: etui, boek en schrift 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Goedemiddag klas T1a
Ga zitten volgens de plattegrond.
Op tafel: etui, boek en schrift 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Huiswerk
Test
Uitleg of opdrachten maken 
10:15 opgave 42
Verder werken

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk
Donderdag 28 november 

ROOD:     48,49,50,53, L5, L6, L7    + noteren van meetgegevens
WIT:          49,50,51,53, L5, L6, L7     + noteren van meetgegevens
BLAUW:  50,51,52,53, L5, L6, L7      + noteren van meetgegevens

Kijk je werk na volgens de afspraken


Slide 3 - Tekstslide

Gegevens noteren
De komende week ga je, elke dag, iets bijhouden. Dit kan zijn de temperatuur, het aantal stappen, aantal traptreden, je schermtijd, trainingstijd en zo kan je nog meer bedenken.

Noteer elke dag het getal. 
Volgende week gaan we een tabel en een grafiek van deze meetgegevens maken.

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen vorige les (6)
- Je kunt rekenen met woordformules
- Je kunt rekenen met formules waarin letters voorkomen

Je kan de volgende woorden uitleggen:
woordformule / vast getal / getal per / variabel getal /

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen deze les (7)
- Je kunt rekenen met formules waarin letters voorkomen.
- Je kunt rekenen met uitdrukkingen waar letters in voorkomen.

Je kan de volgende woorden uitleggen:
woordformule / vast getal / getal per / variabel getal /

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
Wat?    testopgave blz 168: decoupeerzaag
Hoe?    zelfstandig maken, in stilte
Hulp?   boek: theorie E
Tijd?     4 minuten
Klaar?  verder huiswerk

Slide 7 - Tekstslide

Nakijken
bedrag (€)= 21 x aantal dagen + 7,50

a.   €133,50
b.   €7,50
c.   €21,00

                        Alles goed? Door met je huiswerk.

Slide 8 - Tekstslide

Verhaal
Als ik foto's ga bestellen moet ik een bedrag per foto betalen, in dit geval twintig cent per foto. Daarnaast moet ik ook altijd kosten voor het afdrukken en verzenden betalen. Dat hoeft gelukkig maar één keer, in dit geval drie euro.

Hoeveel moet ik betalen als ik 5 foto's laat afdrukken?
En hoeveel als ik 10 foto's laat afdrukken?

Slide 9 - Tekstslide

Woordformule
Dit kan korter:
bedrag (€)= 3 + 0,20 x aantal foto's 

Hoeveel moet ik betalen als ik 5 foto's laat afdrukken?
bedrag (€)= 3 + 0,20 x 5 = 3 + 1 = 4   --> €4,00 moet ik betalen.

En hoeveel als ik 10 foto's laat afdrukken?
bedrag (€)= 3 + 0,20 x 10 = 3 + 2 = 5  -->  €5,00 moet ik betalen

Slide 10 - Tekstslide

Woordformule
Dit kan korter:
bedrag (€)= 3 + 0,20 x aantal foto's 

Bij een woordformule vul ik steeds een ander getal in.
Dan rekenen met de rekenvolgorde.
Geef dan netjes antwoord.

Slide 11 - Tekstslide

Einde van de les
Huiswerk in je agenda?

Stoel aanschuiven.

Slide 12 - Tekstslide