Motiverende gespreksvoering

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
VCMHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesplanning
  • Terugblikken vorige les
  • bekijk beoordelingsformulier 
  • welke aandachtspunten heb je meegenomen vanuit VCM 2
  • bekijken filmpje MI , herkennen gespreksvaardigheden
  • maak  een beslissingsbalans voor je challenge verpleegkunde.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van motiverende gespreksvoering?

Slide 4 - Woordweb

Doel van de methode Motiverende gespreksvoering is het op gang brengen van gedragsverandering bij cliënten, via het ontwikkelen van de motivatie.
wat is belangrijk in fase 1 van MI?

Slide 5 - Woordweb

In de eerste fase staat
het ontwikkelen van de motivatie van de cliënt om te veranderen centraal. Dit wordt gedaan met
behulp van verschillende gesprekstechnieken. Er is in deze fase vooral aandacht voor het
verkennen van de ambivalentie van de cliënt (die aan de ene kant wel maar tegelijk ook níet wil
veranderen) en het uitlokken van taal gericht op verandering bij de cliënt. Als de motivatie
genoeg ontwikkeld is, gaat de hulpverlener over naar de tweede fase

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Ambivalentie is een gespleten gevoel. Je wil iets, en je wil het tegelijkertijd ook niet. Of je wilt iets, en tegelijkertijd ook iets anders, en je kunt niet kiezen. Voortdurend hink je heen en weer tussen ‘ja’ en ‘nee’ of tussen ‘A’ en ‘B’. Als ambivalentie wordt uitgesproken, klinkt het zo:
“Eigenlijk zou ik geen zoetigheid als tussendoortjes moeten nemen, maar als ik trek heb kan ik er echt niet vanaf blijven.”

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

reperatiereflex?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Reperatiereflex werkt tegen je?
Hoezo, vraag je je misschien af. Een voorbeeld;
‘Je komt ’s morgens bij je cliënt en zij deelt haar zorgen van afgelopen nacht met je. Dan wil je haar toch graag helpen? Als het ware verbeteren – repareren.                                                                                                                                                                                                           Dat repareren doen we op allerlei manieren, want je wil graag dat ze een zorgeloze nacht heeft en goed kan slapen’ Wat doe je dan:
  • Onmiddellijk oplossingen aandragen;
  • Ongevraagd adviezen aandragen;
  • Overtuigen (met argumenten die je cliënt waarschijnlijk al kent);
  • Oordelen (verbaal en non-verbaal);
  • ‘Het probleem’ hardop analyseren zonder dat ze hierom heeft gevraagd;
  • Half luisteren (ogenschijnlijk luisteren, maar ondertussen hard nadenken over je volgende vraag);


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

De weerstand bij de patiënt neemt toe.
Ja maar......
 

Slide 16 - Tekstslide

Ontwikkelen van discrepantie: richt je op het verschil (vanuit het perspectief van de cliënt) tussen het huidige en toekomstige gedrag. ‘Hoe ben of doe ik nu en hoe wil ik doen of zijn?’

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie lagen in de communicatie
Om het communicatieproces goed te kunnen ondersteunen en bewust te kunnen schakelen in je communicatie is het belangrijk om niveaus te onderscheiden. We kennen drie lagen:
1. De inhoud van wat iemand vertelt;
2. De procedure of de manier waarop iets wordt verteld en hoe het gesprek wordt ingericht;
3. De relatie tussen de diverse actoren, en de gevoelens die bij ieder spelen tijdens de communicatie.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

voordeel huidige gedrag? ( lawaai in huis met als gevolg overprikkeld kind/baby)
Jullie doen het niet voor niets zo…Vertel eens?
• Wat is voor jullie prettig/ makkelijk/ fijn [het huidige gedrag]?
• Wat levert dit vooral op?
• En wat nog meer? Vertel eens verder?

nadeel
Stel dat er niets zou veranderen welke gevolgen heeft dit voor baby Shajenna?
• Als dit zo blijft, wat gebeurt er dan wellicht?
• Wat gaat er op dit moment minder goed?
• Wat zijn de nadelen [het huidige gedrag]?
• Wat maakt het dat er iets moet veranderen?
• Vanwaar vind je het belangrijk dat er iets verandert?

nieuwe situatie
Nadelen van gewenste verandering (doel kraamverzorgende: angst hanteerbaar maken)
• Welke verandering overweeg je?
• Stel dat je dit zou veranderen, waar zie je dan tegen op?
• Wat zou je tegen kunnen houden om te veranderen?
• Waar ben je nog onzeker over?
• Wat vind je spannend?
• Waar ben je bang voor?

Voordelen van gewenste verandering (Doel kraamverzorgende: verandertaal ontlokken)
• Wat zou het je opleveren als…?
• Aan alles zitten voor- en nadelen. De nadelen heb je me verteld, wat zijn de voordelen?
• Welke positieve gevolgen zou het kunnen hebben als het lukt om…?
• De verandering zelf is misschien best lastig maar als dit achter de rug is, wat is er dan
verbeterd?
voorbereiden volgende les
bekijk flitscollege en video op BlackBoard Course VCM 3
  •  ambivalentie mbv ORBS  
  • ambivalentie dmv balans


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat heb je geleerd van deze les?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies