Hart les 2 module 8

1.5
het hart
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
AFPMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

1.5
het hart

Slide 1 - Tekstslide

Les doelen 
  • Je kan beschrijven hoe de hartcyclus elektrisch verloopt 
  • Je kent de verchillende ritmestoornissen en bijpassende cadiovasculaire onderzoeken. 
  • Je noemt het pathologisch proces bij hartfalen en de gevolgen daarvan 

Slide 2 - Tekstslide

het hart (cor) ligt in de borstholte, tussen de longen in (mediastinum)...
  • het is een hol orgaan
  • de wand bestaat uit drie lagen...

1.5
het hart

Slide 3 - Tekstslide

  1. de binnenwand (endocard, bestaat uit dekweefsel)
  2. de spierwand (myocard, bestaat uit hartpierweefsel)
  3. de buitenlaag (epicard, bestaat uit bindweefsel)
1.5.1
de hartwand
endocard
E
myocard
M
epicard
E

Slide 4 - Tekstslide

om het hart ligt het hartzakje (pericard)...
  • beschermend vlies
  • tussen het hartzakje en de buitenwand zit vocht
1.5.1
de hartwand
epicard
E
epicard
E
pericard
P

Slide 5 - Tekstslide

het hart bestaat uit de volgende ruimten...
1.5.2
anatomie van het hart

Slide 6 - Tekstslide

  • een linker en rechter boezem of atrium (hier stroomt bloed het hart in)
  • een linker en rechter kamer of ventrikel (hier wordt bloed uit het hart gepompt)
1.5.2
anatomie van het hart
kamer
K
boezem
B

Slide 7 - Tekstslide

in de overgang van de ene naar de andere ruimte ligt een klep (valvula), hierdoor stroomt het bloed maar één kant op...
  • het hart heeft vier kleppen
1.5.2
anatomie van het hart

Slide 8 - Tekstslide

  1. de mitralisklep
  2. de tricuspidalisklep
  3. de pulmonalisklep
  4. de aortaklep
1.5.2
anatomie van het hart
1
2
3
4

Slide 9 - Tekstslide

aanvoerende bloedvaten zijn...
  • holle ader (vena cava), bovenste en onderste voeren zuurstofarm bloed aan
  • longaders voeren zuurstofrijk bloed aan
1.5.2
anatomie van het hart
holle ader (bovenste)
H
longaders van de linker long
L
longaders van de rechter long
L
holle ader (onderste)
H

Slide 10 - Tekstslide

afvoerende bloedvaten zijn...
  • longslagader, takken af naar beide longen en voert zuurstofarm bloed af
  • grote lichaams-slagader (aorta) voert zuurstofrijk bloed af naar alle delen van het lichaam
1.5.2
anatomie van het hart
longslagader
L
aorta
A

Slide 11 - Tekstslide

het hart van achteren gezien
1.5.2
anatomie van het hart
holle ader (bovenste)
H
longaders L long
L
longaders R long
L
holle ader (onderste)
H
aorta
A
longslagader
L

Slide 12 - Tekstslide

kransvaten (coronaire vaten) zijn bloedvaten die het hart zelf voorzien van voedingsstoffen (slagaders) en afvalstoffen afvoeren (aders)...
  • er starten twee slagaders vanaf de aorta
  • kransaders komen uit in de rechterboezem
1.5.3
kransvaten

Slide 13 - Tekstslide

het hart pompt het bloed rond, daarvoor moeten boezems en kamers zich inspannen...
  • zo'n inspanning heet systole
  • is een boezem of kamer in rust, wordt dat diastole genoemd
1.5.4
de pompfunctie van het hart

Slide 14 - Tekstslide

bij een boezemsystole trekken beide boezems samen...
  • mitralis- en tricuspidalesklep zijn open
  • bloed gaat van de boezems naar de kamers
  • aorta- en pulmonalisklep zijn dicht
1.5.4
de pompfunctie van het hart

Slide 15 - Tekstslide

bij een kamersystole trekken beide kamers samen...
  • aorta- en pulmonalisklep zijn open
  • bloed gaat van de kamers naar de grote bloedvaten
  • mitralis- en tricuspidalesklep zijn dicht
1.5.4
de pompfunctie van het hart

Slide 16 - Tekstslide

  • trekken de boezems samen, zijn de kamers ontspannen
  • trekken de kamers samen, zijn de boezems ontspannen
  • van elke seconde is het hele hart 40% van de tijd in diastole
1.5.4
de pompfunctie van het hart

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Bloeddruk is de druk die het bloed uitoefent op de slagaderwand...
  • de bovendruk (systole) is de druk bij ingespannen kamers
  • de onderdruk (diastole) is de druk bij ontspannen kamers
  • de hoogte van de bloeddruk is erfelijk bepaald en hangt af van...
1.5.4
de pompfunctie van het hart

Slide 19 - Tekstslide

door in- en ontspanning van het hart wisselt de druk, dichtbij het hart
stoffen worden afgegeven of opgenomen
laagste bloeddruk, want
ver van het hart af (omloop is
bijna helemaal gemaakt)

Slide 20 - Tekstslide

Het hart trekt samen door een elektrische prikkel en wordt in het hart zelf gevormd...
  • de sinusknoop start de prikkel en laat de boezems samentrekken
  • de sinusknoop geeft de prikkel door aan de av-knoop
1.5.5 het prikkelgeleidings-systeem  van het hart

Slide 21 - Tekstslide

Het hart trekt samen door een elektrische prikkel en wordt in het hart zelf gevormd...
  • de av-knoop houdt de prikkel heel even vast
  • de av-knoop geeft de prikkel door aan de zenuwvezels
  • beide kamers trekken samen
1.5.5 het prikkelgeleidings-systeem  van het hart

Slide 22 - Tekstslide

wat is waar over de kleppen?
A
de pulmonalis klep zit in de rechter harthelft
B
de tricuspidalis klep zit in de linker harthelft
C
ze regelen de richting van de bloedstroom
D
per harthelft heb je 4 kleppen

Slide 23 - Quizvraag

in welke ruimt komt het zuurstofarme bloed het hart binnen?
A
in de linkerboezem
B
in de rechterboezem
C
in de linkerkamer
D
in de rechterkamer

Slide 24 - Quizvraag

wat is het epicard?
A
hart binnenwand
B
hartspier
C
hart tussenschot
D
hartzakje

Slide 25 - Quizvraag

1.6
grote en kleine bloedsomloop

Slide 26 - Tekstslide

het lichaam heeft een dubbele bloedsomloop...
  • de grote bloedsomloop (lichaamscirculatie) brengt zuurstofrijk bloed naar alle delen van het lichaam, geeft dit af en vangt kooldioxide op
1.6
grote en kleine bloedsomloop

Slide 27 - Tekstslide

het lichaam heeft een dubbele bloedsomloop...
  • de kleine bloedsomloop (longcirculatie) brengt de kooldioxide (zuurstofarm) in het bloed naar de longen, geeft dit af en vangt zuurstof op
1.6
grote en kleine bloedsomloop

Slide 28 - Tekstslide

slagaders krijgen de naam van het orgaan waar het bloed naartoe gaat, de aorta heeft 3 vertakkingen...
  • 2x richting elke arm
  • 1x richting het hoofd (L hals-slagader)
1.6.1 bloedvaten van de grote bloedsomloop

Slide 29 - Tekstslide

aders krijgen de naam van het orgaan waar het bloed vandaan komt...
  • al het bloed komt samen in de holle ader
1.6.1 bloedvaten van de grote bloedsomloop

Slide 30 - Tekstslide

de poortader vervoert stoffen van het maagdarmkanaal naar de lever...
  • het heeft dus een begin- en eindpunt
1.6.1 bloedvaten van de grote bloedsomloop

Slide 31 - Tekstslide

bloedvaten van de kleine omloop zijn...
  • longslagader (zuurstofarm, vertakking naar beide longen)
  • longaders (zuurstofrijk, vanuit elke long vertrekken 2 longaders)
1.6.2 bloedvaten van de kleine bloedsomloop

Slide 32 - Tekstslide